Gebruik niet nabij bewegende onderdelen of draai-
ende machines. $OV X ]LFK KLHU QLHW DDQ KRXGW NDQ GDW
leiden tot beknellingsgevaar of verstrikkingsgevaar.
10. Draag het gereedschap niet aan de bevesti-
gingsvoorziening of het touw.
11.
Verplaats het gereedschap uitsluitend tussen
uw handen terwijl u een goed evenwicht hebt.
12. Bevestig een touw niet aan het gereedschap op een
manier waardoor beschermkappen, schakelaars of
uit-vergrendelingen niet correct kunnen werken.
13. Voorkom dat u verstrikt raakt in het touw.
14. Houd het touw uit de buurt van het snij- of
zaaggebied van het gereedschap.
15. Gebruik multiactie-karabijnhaken en kara-
bijnhaken met schroefsluiting. Gebruik geen
enkelvoudige karabijnhaken met veersluiting.
16. In het geval een gereedschap valt, moet het
worden gelabeld en buiten bedrijf gesteld,
en moet het worden geïnspecteerd door de
Makita-fabriek of een Makita-servicecentrum.
Fig.29: 1. *DW YRRU WRXZ WXLULHP
ONDERHOUD
LET OP:
Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd
alvorens te beginnen met onderhoud of inspectie.
LET OP:
Reinig de bovenste en onderste
beschermkappen om er zeker van te zijn dat er
geen opgehoopt zaagsel is dat de werking van de
onderste beschermkap kan hinderen. Een vuile
beschermkap kan de goede werking hinderen, wat
NDQ OHLGHQ WRW HUQVWLJ SHUVRRQOLMN OHWVHO 'H PHHVW
effectieve manier om dit reinigen uit te voeren is met
perslucht. Wanneer het stof uit de beschermkap-
pen wordt geblazen, dient u de geschikte oog- en
ademhalingsbescherming te gebruiken.
KENNISGEVING:
Gebruik nooit benzine, was-
benzine, thinner, alcohol en dergelijke. Hierdoor
kunnen verkleuring, vervormingen en barsten
worden veroorzaakt.
De nauwkeurigheid van de 0°-stand
afstellen
'H]H DIVWHOOLQJ LV DO LQ GH IDEULHN XLWJHYRHUG 0DDU DOV
GH]H YHUORSHQ LV NXQW X KHW DIVWHOOHQ DDQ GH KDQG YDQ
de volgende procedure.
1.
Zet de hendel van de verstekschaalplaat los.
2.
6WHO GH ]RRO KDDNV DI RS KHW ]DDJEODG PHW EHKXOS YDQ
een geodriehoek of winkelhaak door de stelbout te draaien.
Fig.30: 1. Geodriehoek 2. Stelbout
3.
=HW GH KHQGHO YDVW HQ ]DDJ HHQ WHVWVQHGH RP GH
verticaalstelling te controleren.
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van
het gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties,
RQGHUKRXG RI DIVWHOOLQJHQ WH ZRUGHQ XLWJHYRHUG ELM HHQ
erkend Makita-servicecentrum of de Makita-fabriek, en
DOWLMG PHW JHEUXLN YDQ 0DNLWDYHUYDQJLQJVRQGHUGHOHQ
OPTIONELE
ACCESSOIRES
LET OP:
Deze accessoires of hulpstukken
worden aanbevolen voor gebruik met het Makita
gereedschap dat in deze gebruiksaanwijzing is
beschreven. %LM JHEUXLN YDQ DQGHUH DFFHVVRLUHV RI
KXOSVWXNNHQ EHVWDDW KHW JHYDDU YDQ SHUVRRQOLMNH OHW-
sel. Gebruik de accessoires of hulpstukken uitsluitend
voor hun bestemde doel.
:HQVW X PHHU ELM]RQGHUKHGHQ RYHU GH]H DFFHV-
VRLUHV QHHP GDQ FRQWDFW RS PHW KHW SODDWVHOLMNH
Makita-servicecentrum.
&LUNHO]DDJEODG
•
Sleutel
%UHHGWHJHOHLGHU OLQLDDO
•
Originele Makita accu's en acculaders
OPMERKING: 6RPPLJH LWHPV RS GH OLMVW NXQQHQ
]LMQ LQEHJUHSHQ LQ GH GRRV YDQ KHW JHUHHGVFKDS DOV
VWDQGDDUG WRHEHKRUHQ 'H]H NXQQHQ YDQ ODQG WRW ODQG
verschillen.
50 NEDERLANDS