9.
Ga nooit op de tafelcirkelzaag staan en gebruik
hem niet als een opstapje. Er kan ernstig letsel
ontstaan als het gereedschap omvalt of als het
snij-/zaaggarnituur per ongeluk wordt aangeraakt.
10. Verzeker u ervan dat het zaagblad zodanig is
aangebracht dat het in de juiste richting draait.
Gebruik geen slijpschijven, draadborstels of
schuurschijven met de tafelcirkelzaag. Een
verkeerd aangebracht zaagblad of het gebruik van
accessoires die niet worden aanbevolen, kunnen
leiden tot ernstig letsel.
Aanvullende instructies
Gebruik altijd een zaagblad dat is gemarkeerd
1.
met een toerental dat gelijk is aan of hoger is
dan het toerental dat is aangegeven op het
gereedschap.
2.
Selecteer het juiste zaagblad voor het te zagen
materiaal.
Draag handschoenen wanneer u zaagbladen
3.
hanteert.
4.
Reinig de as, de flenzen (vooral het mon-
tagevlak) en de zeskantmoer voordat u het
zaagblad monteert. Gebrekkige montage kan
trilling/schommeling of slippen van het zaagblad
veroorzaken.
Probeer niet om metalen voorwerpen
5.
zoals spijkers of schroeven door te zagen.
Inspecteer het werkstuk en verwijder alle
eventuele spijkers, schroeven en andere
vreemde voorwerpen alvorens met het zagen
te beginnen.
6.
Sta NOOIT toe dat iemand in het verlengde van
de zaaglijn van het zaagblad staat.
7.
Laat het gereedschap een tijdje draaien
alvorens het op het werkstuk te gebruiken.
Controleer op trillingen of schommelingen die
op onjuiste montage of op een slecht uitgeba-
lanceerd zaagblad kunnen wijzen.
8.
Het gereedschap mag niet gebruikt worden
voor het zagen van gleuven, rabatten of
groeven.
9.
Vervang het inzetstuk van de tafel als dit gesle-
ten is.
10. Berg de duwstok altijd op als deze niet wordt
gebruikt.
Verwijder elk loszittende knoest uit het werk-
11.
stuk VOORDAT u het begint te zagen.
12. Stof dat tijdens de werkzaamheden vrijkomt,
kan chemische bestanddelen bevatten die
kanker, geboortedefecten of andere voort-
plantingsschade kunnen veroorzaken. Enkele
voorbeelden van deze chemische stoffen zijn:
—
lood van loodhoudende verfstoffen, en
—
arseen en chroom van chemisch behan-
deld hout.
Het gevaar van blootstelling hangt af van hoe
vaak u dit soort werk uitvoert. Om blootstel-
ling aan deze chemicaliën tot een minimum te
beperken, dient u in een goed geventileerde
omgeving te werken en gebruik te maken van
goedgekeurde veiligheidsmiddelen zoals stof-
maskers die speciaal ontworpen zijn voor het
filtreren van microscopische deeltjes.
13. Zorg er altijd voor dat de hulpbeschermkap
zich in de onderste stand vlak op de zaagtafel
bevindt, voordat u de stekker in het stopcon-
tact steekt.
14. Inspecteer verlengsnoeren regelmatig en ver-
vang ze indien beschadigd.
15. (Alleen voor Europese landen)
Gebruik alleen zaagbladen aanbevolen door de
fabrikant, die voldoen aan de norm EN847-1.
BEVESTIGEN
De tafelcirkelzaag opstellen
► Fig.1: 1. Diameter van gat 8 mm
► Fig.2: 1. Sluitring van 6 mm 2. Houtschroef nr. 10
met minimale lengte van 40 mm
► Fig.3: 1. Sluitring van 6 mm 2. Bevestigingsbout en
-moer van 6 mm, goed aandraaien
Plaats de tafelcirkelzaag op een goed verlichte en
horizontale plek waar u stevig en met goed evenwicht
kunt staan. Hij moet worden opgesteld in een gebied
dat voldoende ruimte biedt om uw werkstukken met die
afmetingen te hanteren. De tafelcirkelzaag moet op een
werkbank of tafelcirkelzaagstatief worden vastgezet
door middel van vier schroeven of bouten die u door
de gaten in het voetstuk van de tafelcirkelzaag steekt.
Wanneer u de tafelcirkelzaag op een werkbank vastzet,
moet het bovenblad van de werkbank voorzien zijn
van een opening die even groot is als de opening in
het voetstuk van de tafelcirkelzaag, zodat het zaagsel
erdoor kan vallen.
Als de tafelcirkelzaag tijdens het gebruik neigt om te
kantelen, te verschuiven of te bewegen, moet de werk-
bank of het tafelcirkelzaagstatief op de vloer worden
bevestigd.
Bewaarplaats voor accessoires
► Fig.4: 1. Verstekgeleider
► Fig.5: 1. Breedtegeleider 2. Duwstok
3. Antiterugslagsteunen
De verstekgeleider, het zaagblad en de sleutels kunnen
worden opgeborgen aan de linkerkant van het onder-
stel. De breedtegeleider, duwstok en antiterugslagsteu-
nen kunnen worden opgeborgen aan de rechterkant
van het onderstel.
51 NEDERLANDS