WAGNER AG-19 Manual De Instrucciones página 48

Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 76
• NOOIT een spuitpistool gebruiken waarvan de vergrendeling van de trekker
niet werkt en de beschermkap van de trekker niet op de juiste plaats zit.
• Alle accessoires dienen minimaal geschikt te zijn voor gebruik op de
maximale toegestane bedrijfsdruk van de nevelspuitinstallatie. Dit geldt
tevens voor de spuitmonden, verlengstukken en slang.
GEVAAR: Explosiegevaar T.G.V gebruik van ongeschikte
stoffen - dit heeft ernstig persoonlijk letsel of materiële schade
tot gevolg.
Gebruik geen stoffen die bleekmiddel of chloor bevatten.
• Gebruik geen oplosmiddelen die halogeenkoolwaterstoffen bevatten,
zoals bleek, meeldauwbestrijdingsmiddel, methylchloride en
1,1,1-trichloroethaan. Deze zijn ongeschikt voor gebruik in combinatie
met aluminium.
• Neem contact op met uw coating-fabrikant inzake de geschiktheid van
stoffen op aluminium.
GEVAAR: ALGEMEEN - dit kan ernstig persoonlijk letsel of
materiële schade tot gevolg hebben.
Lees alle instructies en veiligheidsvoor-zorgsmaatregelen voordat u het
1.
toestel bedient.
2. Spuit nooit dichtbij een ontstekingsbron (zoals open vuur, sigaretten
– ook sigaren en pijpen zijn ontstekingsbronnen – vonken, hete
elektriciteitskabels en hete oppervlakten).
3. Draag een beademingsuitrusting wanneer u aan het spuiten bent.
Degene die het spuitpistool bedient, dient een veiligheidsmasker
te dragen. Volg de voorschriften van de fabrikant van de stoffen,
oplosmiddelen en reinigingsmiddelen wanneer u het apparaat
voorbereidt, ermee werkt of dit reinigt, om te voorkomen dat u ziek
wordt op uw werk. Veiligheidskleding, -handschoenen en -bril en, in
sommige gevallen, ook veiligheidscrème zijn noodzakelijk om de huid te
beschermen.
4. Volg de waarschuwingen en instructies van de fabrikant van het
coatingmateriaal en de oplosmiddelen op.
5. Afzuigapparatuur dient door de gebruiker geïnstalleerd te worden
overeenkomstig de ter plekke geldende voorschriften.
6. De te spuiten objecten moeten geaard zijn.
7. Controleer voor elk gebruik alle slangen op inkervingen, lekkage, slijtage
of uitstulping van de omhulling. Controleer op schade van of speling in
verbindingsstukken. Vervang de slang meteen indien zich een van deze
situaties voordoet. Repareer een verfslang nooit. Vervang de slang door
een andere geaarde hogedrukslang.
48
AG 19
NL
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido