38 – NL
TTF300 TEMPERATUUR-MEETOMVORMER VELDMONTAGE | CI/TTF300-X1 REV. G
9 Ingebruikname
Algemeen
Bij een overeenkomstige bestelling is de meetomvormer na de
montage en installatie van de aansluitingen gebruiksklaar.
De parameters zijn in de fabriek ingesteld.
Indien bij de bestelling profiel HART 7 niet uitdrukkelijk werd
geselecteerd, wordt de meetomvormer geleverd met het
fabrieksmatig ingestelde profiel HART 5. Het profiel kan
vervolgens op elk gewenst moment via een microschakelaar
worden omgeschakeld naar profiel HART 7, zie Hardware-
instellingen op pagina 41.
Controleer of de aangesloten leidingen goed vast zitten. Een
goede werking is alleen mogelijk als de aangesloten leidingen
goed vast zitten.
Controle voor de inbedrijfstelling
Voor de ingebruikname van het apparaat moeten de volgende
punten worden gecontroleerd:
•
De juiste bedrading conform Elektrische aansluitingen op
pagina 26.
•
De omgevingsomstandigheden moeten overeenkomen
met de gegevens op het typeplaatje en het gegevensblad.
Communicatie
HART-communicatie
Aanwijzing
Het HART®-protocol is een onbeveiligd protocol (in de zin van IT-
veiligheid resp. cyberveiligheid), daarom moet het bedoelde
gebruik voor de implementatie worden beoordeeld, om zeker te
stellen dat dit protocol geschikt is.
De communicatie met de meetomvormer vindt plaats met het
HART-protocol. Het communicatiesignaal wordt op de beide
aders van de signaalleiding uitgevoerd conform de specificatie
HART.FSK "Physical layer".
De aansluiting van het HART-modem vindt plaats op de
signaalleiding van de stroomuitgang waarover ook de
energievoorziening over het voedingsapparaat plaatsvindt.
206
Het apparaat is opgenomen in de FieldComm Group.
1 Meetomvormer
2 Handheld-terminal
3 HART®-modem
4 PC met Asset Management Tool
Afbeelding 31: Voorbeeld voor HART®-aansluiting
Manufacturer-ID
Device-ID
Profiel
Configuratie
Overdrachtssignaal
Bedrijfsmodi
•
Punt-naar-punt communicatiemodus – standaard (gewoonlijk
adres 0)
•
Multidrop-modus (adressering 1 tot 15)
•
Burst-modus
Configuratiemogelijkheden / tools
Onafhankelijk van stuurprogramma's:
•
HMI LCD-scherm met configuratiefunctie
Afhankelijk van stuurprogramma's:
•
Device-Management / Asset-Management Tools
•
FDT-technologie – via TTX300-DTM-stuurprogramma
(Asset Vision Basic / DAT200)
•
EDD – via TTX300 EDD-stuurprogramma
(Handheld-terminal, Field Information Manager / FIM)
•
FDI-Technologie – via TTX300 Package
(Field Information Manager / FIM)
Diagnosemelding
•
Over- / ondersturen volgens NE 43
•
HART-diagnose
5 Aarding (optioneel)
6 Voeding (proces-interface)
R
belastingweerstand
B
(indien nodig)
HART 5: 0x000B,
HART 7: 0x1A0B
HART 5.1 (omschakelbaar naar HART 7)
Op apparaat via LCD-scherm
DTM, EDD, FDI (FIM)
BELL Standard 202
0x1A