Montage- en inbouwinstructies
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
Neem de internationaal en nationaal geldende installatienormen (bijvoor-
beeld IEC 60364-1 en IEC 60364-5-52) en voorschriften in acht.
24
Het laadstation mag niet in zones met explosiegevaar (ATEX-zones)
worden geïnstalleerd.
Het laadstation mag alleen in stationaire toepassingen worden geïnstal-
leerd.
Monteer het laadstation zo dat het niet direct in het looppad ligt en nie-
mand over aangesloten laadkabels kan struikelen resp. dat laadkabels
gangpaden niet bezetten of kruisen.
Monteer het laadstation niet op plaatsen waar het wordt blootgesteld
aan ammoniak of ammoniakgassen (bijv. in of bij stallen).
Het montagevlak moet voldoende stevig zijn voor de optredende mecha-
nische belastingen.
Monteer het laadstation niet op plaatsen, waar vallende voorwerpen
(bijv. opgehangen ladders of autobanden) het apparaat kunnen bescha-
digen.
Het apparaat mag niet blootstaan aan directe waterstralen (bijvoorbeeld
door in de buurt gelegen handmatige autowasinstallaties, hogedrukreini-
ger, tuinslang).
Het apparaat moet op een plaats worden gemonteerd, waar het zo veel
mogelijk beschermd is tegen directe regen, om bijvoorbeeld bevriezing,
beschadiging door hagel of dergelijke te voorkomen.
Het apparaat moet zoveel mogelijk tegen directe zonnestralen worden
beschermd. Anders (bijv. opstelling op een parkeerplaats buiten) wordt
bij een ontoelaatbare temperatuuroverschrijding de laadstroominstelling
tot 16A gereduceerd. Het opladen kan in dergelijke gevallen ook worden
uitgeschakeld.
Neem de toegestane omgevingsvoorwaarden (zie "Technische gege-
vens") in acht.
xChargeIn
Installatiehandboek V1.01
© EATON