C- Groene LED.
Geeft aan dat het display S de proplas- of
werktijd toont.. Deze tijd kan worden
ingesteld op een waarde tussen 0,3 en 5
seconden. Als de tijd 0 is, wordt de functie uitgeschakeld.
De functie is alleen actief tijdens het lassen.
De waarde die wordt getoond op het display S wordt
altijd voorafgegaan door de letter t.
D- Groene LED.
Geeft aan dat het display S de pauzetijd
tussen de laspulsen toont. Deze tijd kan
worden ingesteld op een waarde tussen 0,3
en 5 seconden. Als de tijd 0 is, wordt de functie
uitgeschakeld. De functie is alleen actief als de lastijd niet
0 is en tijdens het lassen.
De waarde die wordt getoond op het display S wordt
altijd voorafgegaan door de letter t.
E- Groene LED(Burn-Back).
Geeft aan dat het display S de tijd toont dat
de draad uit de toorts komt nadat de
gebruiker
losgelaten. Deze tijd kan worden ingesteld op een waarde
tussen 10 en 400 milliseconden. De waarde die wordt
getoond op het display S wordt altijd voorafgegaan door
de letter t.
F- Gele LED.
Licht op wanneer de thermische beveiliging
de werking van het lasapparaat onderbreekt.
G- Groene LED
Knippert wanneer de connector van de
PULSAR
toorts PULL 2003 of de SPOOL-GUN wordt
aangesloten op de connector I.
H- Centraalaansluiting.
Hierop wordt de lastoorts aangesloten.
I- 10-pens connector.
Deze connector moet worden aangesloten op de 10-pens
koppeling van de toorts PULL 2003 of de SPOOL-GUN.
L-M Massa-aansluitingen.
Op deze aansluitingen wordt de massakabel aangesloten.
(Sommige uitvoeringen zijn slechts van één massa-
aansluiting voorzien).
N- Keuzeschakelaar.
Schakelt
het
apparaat
lasspanningsbereik.
O- Keuzeschakelaar.
Stelt de lasspanning nauwkeurig af binnen het bereik dat
is gekozen met de keuzeschakelaar N.
P- Instelknop.
Stelt de draadsnelheid af en is alleen actief wanneer de
standaard lastoorts en niet de toorts PULL 2003 of de
SPOOL-GUN wordt gebruikt.
Wanneer het programma 00 wordt gebruikt, stelt deze
knop de lasdraadsnelheid in tussen 0 en 20 meter/minuut.
62
de
toortsschakelaar
in
en
uit
en
kiest
Wanneer een synergisch programma wordt gebruikt,
moet de knopindicator worden ingesteld op het label
SYNERGIC. Kies een synergisch programma; het display
S toont de stroominstelling van het gekozen programma.
Deze stroom komt overeen met een bepaalde snelheid.
Om deze snelheid te corrigeren, draait u de knop gewoon
rechtsom om de snelheid te verhogen of linksom om de
snelheid te verlagen. Veranderingen van de draadsnelheid
worden altijd aangegeven op het display S door een
stroomwaarde.
Q- en R-toetsen.
• Wanneer LED B brandt, toont het display S
het lasprogrammanummer dat is gekozen
met de 2 toetsen. Zodra de keuze is voltooid,
blijft de LED nog 5 seconden branden en gaat daarna uit.
• Wanneer LED C brandt, toont het display S de
proplastijd die is gekozen met de 2 toetsen. Zodra de
keuze is voltooid, blijft de LED nog 5 seconden branden
en gaat daarna uit.
• Wanneer LED D brandt, toont het display S de
laspauzetijd die is gekozen met de 2 toetsen. Zodra de
heeft
keuze is voltooid, blijft de LED nog 5 seconden branden
en gaat daarna uit.
• Wanneer LED E brandt, toont het display S de
terugbrandtijd die is gekozen met de 2 toetsen. Zodra de
keuze is voltooid, blijft de LED nog 5 seconden branden
en gaat daarna uit.
• Wanneer de LED's B, C, D en E uit zijn en we ons in
een synergisch programma bevinden, toont het display
S ofwel de ingestelde stroom ofwel de aanbevolen dikte
in millimeter wanneer op één van de twee toetsen wordt
gedrukt.
Wanneer u de 2 keuzeschakelaars N en O instelt, kunt
u de verhoging of verlaging van de gekozen waarde
onmiddellijk zien op het display S. Deze functie wordt
gebruikt als men vooraf wil weten met welke stroom of
dikte het lassen moet beginnen.
• Wanneer de 2 toetsen minstens 5 seconden lang
tegelijkertijd worden ingedrukt, wordt het submenu
geopend, waar we 3 functies vinden die kunnen worden
gekozen met de toets A:
1- Soft Start (snelheid).
Wijzigt de ingestelde draadsnelheid; deze snelheid blijft
actief gedurende de tijd die is ingesteld voor de Soft
Start-functie (tijd). De snelheid kan met behulp van de 2
toetsen Q en R worden ingesteld op 10% tot maximaal
150% van de ingestelde lassnelheid.
Deze functie dient, samen met de Soft Start-functie (tijd),
het
om het trekken van de boog te verbeteren.
De waarde op het display S wordt voorafgegaan door de
letter (A).
2- Snelheid ingesteld op de motor van de PULL 2003.
Met de twee toetsen Q en R kan de snelheid van de PULL
2003 worden gewijzigd binnen een bereik van –9 tot +9 in
vergelijking met de ingestelde waarde. Deze functie zorgt
voor een maximale draaddoorvoer door de motor van de
draadaanvoerunit van het lasapparaat in lijn te brengen
met de motor van de PULL 2003.
De waarde op het display S wordt voorafgegaan door de
letter (H).