NL
LET OP!
Kans op schade aan het apparaat
Gevaar voor schade aan apparaten door
ondeskundige montage.
■
Het uitpakken en de montage moe-
ten op een vlak en stabiel oppervlak
gebeuren.
■
Er moet voldoende plaats zijn om de
machine en de verpakking te ver-
plaatsen en de geschikte gereed-
schappen moeten beschikbaar zijn.
LET OP!
Gevaar voor milieuschade
Gevaar voor milieuschade door ondes-
kundige afvalverwijdering.
■
Het verwijderen van de verpakking
moet conform de lokale voorschrif-
ten gebeuren.
VOORZICHTIG!
Risico op letsel
Onderdelen met scherpe randen en
draaiende onderdelen kunnen letsel ver-
oorzaken.
■
Draag altijd vaste werkhandschoe-
nen om het zaagblad en de ketting
te monteren.
■
Werk bij de montage van het zaag-
blad en de ketting met uiterste zorg-
vuldigheid om de veiligheid en effici-
entie van de machine niet te beïn-
vloeden; raadpleeg in geval van twij-
fel uw dealer.
OPMERKING
De machine wordt geleverd met gede-
monteerd zaagblad en gedemonteerde
ketting en met leeg mengsel- en olie-
tank.
Ga voor de montage na dat de kettingrem niet is
bediend. De kettingrem is vrijgegeven als de
handbescherming (01/3) in de richting van de
handbeugel (01/4) wordt getrokken.
4.1
Montage van de geleiderail en
zaagketting (02 t/m 06)
1. De twee zeskantmoeren (02/1) met de mee-
geleverde combisleutel losdraaien en de ket-
tingswielbescherming (02/2) verwijderen (02/
a).
68
2. Verwijder de kunststof afstandhouder (02/3);
deze afstandhouder dient enkel voor het
transport van de verpakte machine en wordt
verder niet meer gebruikt.
3. De groef van de geleiderail (03/1) in de pen-
bouten (03/2) plaatsen (03/a). De geleiderail
in richting machinehuis schuiven (03/b).
4. De zaagketting (04/1) rond het kettingwiel
(04/2) en in de groef van de geleiderail leg-
gen (04/3), hierbij op de draairichting letten.
De zaagketting over het omkeerwiel van de
geleiderail leggen (05/a).
5. De kettingswielbescherming (06/1) weer
monteren, de zeskantbouten (06/2) slechts
iets vastdraaien.
6. De geleiderail van het machinehuis weg-
draaien tot de zaagketting iets gespannen is.
7. De twee zeskantmoeren (06/2) slechts zover
aandraaien dat de zaagketting nog kan wor-
den gespannen.
8. Draai de stelbout van de kettingspanner
(06/3) zo ver tot de ketting correct gespannen
is (zie Hoofdstuk 5.4 "Kettingspanning con-
troleren (06, 08)", pagina 70).
9. De zeskantmoeren (06/2) vastdraaien.
5 INGEBRUIKNAME
5.1
Brandstof
LET OP!
Kans op schade aan het apparaat
Enkel benzine gebruiken, beschadigt de
motor waardoor de garantie vervalt.
■
Gebruik enkel hoogwaardige benzi-
ne en smeerolie om de algemene
prestaties en de levensduur van de
mechanische onderdelen ook op
lange termijn te garanderen.
OPMERKING
Loodvrije benzine heeft de neiging om in
het reservoir afzettingen te vormen,
wanneer deze langer dan 2 maanden
bewaard wordt. Gebruik altijd nieuwe
benzine!
Deze machine is uitgerust met een tweetaktmotor
die werkt op een benzine-olie-mengsel.
Geschikte olie
Gebruik uitsluitend hoogwaardige synthetische
tweetakt-motorolie. Bij uw dealer zijn oliën ver-
krijgbaar die speciaal voor dergelijke motoren
Ingebruikname
6436 | 6442