Verzorging En Onderhoud; Reinigen En Drogen - Hilti PS 50 Manual De Instrucciones

Ocultar thumbs Ver también para PS 50:
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 61
1.
Schakel het apparaat met de aan/uit-toets in.
AANWIJZING Op het display wordt de in het menu
ingestelde Standaardmodus aangegeven.
2.
Selecteer de scanmodus overeenkomstig de te on-
derzoeken ondergrond.
3.
Plaats het apparaat op de ondergrond en beweeg
het langzaam en in rechte lijn door bij het batterijvak
een lichte en gelijkmatige druk op de wielen uit te
oefenen.
AANWIJZING De meetresultaten worden na een
minimumafstand van 10 cm (3.9 in) weergegeven.
Optimale resultaten worden vanaf een meetafstand
van 40 cm (15.7 in) bereikt.
AANWIJZING Houd altijd exact dezelfde weg heen
en terug aan.
AANWIJZING Vermijd lange meetwegen om meet-
fouten zo klein mogelijk te houden.
AANWIJZING Wanneer het apparaat tijdens de
meting van de ondergrond wordt gehaald, wordt
het laatste meetresultaat continu weergegeven. Op
het display van het sensorbereik wordt de mel-
ding "Houden" weergegeven. Wanneer het apparaat
weer op de ondergrond wordt geplaatst en verder
wordt bewogen of als de meettoets wordt ingedrukt,
wordt een nieuwe scan gestart.
AANWIJZING Houd met de vier wielen altijd contact
met de ondergrond. Beweeg niet over treden of
randen.
AANWIJZING Raak tijdens de scan het oppervlak
niet aan.

8 Verzorging en onderhoud

8.1 Reinigen en drogen

1.
Reinig het apparaat alleen met een schone en zachte
doek; bevochtig het zo nodig met zuivere alcohol of
wat water.
AANWIJZING Geen andere vloeistoffen gebruiken
omdat deze de kunststof delen kunnen aantasten.
2.
Neem bij de opslag van uw uitrusting de tempera-
tuurlimieten in acht, speciaal in de winter / zomer.
4.
Als er geen object wordt gevonden, voer dan een
scan dwars op de eerste bewegingsrichting uit.
5.
Wanneer een gevonden object nauwkeurig geloka-
liseerd en gemarkeerd moet worden, beweeg het
apparaat dan terug tot het object zich direct onder
de middenlijn van de aanduiding voor het sensorbe-
reik bevindt (zie afbeelding A).
6.
Markeer het object op de ondergrond met behulp
van de bovenste markeerkerf.
AANWIJZING Deze markering kan echter alleen als
betrouwbare informatie dienen als het een exact ver-
ticaal liggend object betreft, omdat het sensorbereik
zich iets onder de bovenste markeerkerf bevindt.
7.
Beweeg het apparaat voor het exact markeren van
het object naar links of naar rechts, totdat het ge-
vonden object zich aan de betreffende buitenrand
van de aanduiding voor het sensorvlak bevindt.
8.
Markeer het gevonden object met behulp van de
linker resp. rechter markeerkerf (zie afbeelding B).
9.
Voer een scan dwars op de eerste bewegingsrich-
ting uit.
AANWIJZING Het scannen dwars op de eerste be-
wegingsrichting is nodig, omdat objecten die in leng-
terichting liggen mogelijk niet worden herkend resp.
een onduidelijke meetresultaat (weergave van zeer
veel objecten) kunnen geven.
8.2 Opslaan
Apparaat alleen in droge toestand bewaren. De tempera-
tuurgrenswaarden in acht nemen bij het bewaren van het
apparaat.
Voer wanneer de apparatuur gedurende langere tijd is
opgeslagen of getransporteerd vóór gebruik een contro-
lemeting uit.
nl
93
loading