6.
Oefen geen overmatige aandrukkracht uit. De slag-
capaciteit wordt daardoor niet verhoogd. Wanneer
de aandrukkracht geringer is, is de levensduur van
het gereedschap langer.
7.
Om splinteren te voorkomen dient u bij het boren
van gaten het toerental kort voor doorboeren te
verminderen.
8 Verzorging en onderhoud
ATTENTIE
Haal de stekker uit het stopcontact.
8.1 Verzorging van het gereedschap
Verwijder vastzittend vuil en bescherm het oppervlak van
uw gereedschap tegen corrosie door het af en toe in te
wrijven met een in olie gedrenkte poetsdoek.
8.2 Reiniging van het apparaat
ATTENTIE
Het apparaat, in het bijzonder de greepgedeelten,
schoon en vrij van olie en vet houden. Gebruik geen
siliconenhoudende reinigingsmiddelen.
De buitenste behuizing van het apparaat is gemaakt van
stootvaste kunststof. Het greepgedeelte is van elasto-
meer.
Gebruik het apparaat nooit met verstopte ventilatiesleu-
ven!
Reinig de ventilatiesleuven voorzichtig met een
droge borstel. Voorkom dat er vreemd materiaal in het
apparaat binnendringt. Reinig de buitenkant van het ap-
paraat regelmatig met een licht bevochtigde poetsdoek.
Gebruik geen sproeiapparaat, stoomstraalapparaat of
stromend water voor het reinigen! De elektrische veilig-
heid van het apparaat kan daardoor in gevaar komen.
9 Foutopsporing
Fout
Apparaat start niet.
Slagmechanisme werkt niet.
7.2.3 Rechts‑/linksloop 6
ATTENTIE
Tijdens bedrijf mag er niet aan de schakelaar rechts‑/
linksloop worden gedraaid.
Draai de schakelhendel op de stand rechts- "Rechtsloop"
of "Linksloop".
8.3 Reiniging en vervanging van de stofkap
Reinig de stofkap bij de gereedschapopname regelma-
tig met een schone, droge doek. Wrijf de afdichtingslip
voorzichtig schoon en vet deze weer licht in met Hilti vet.
De stofkap beslist vervangen wanneer de afdichtingslip
beschadigd is. Trek aan de huls van de gereedschap-
opname, houd deze vast en verwijder de stofkap. Het
draagoppervlak reinigen en een nieuwe stofkap plaatsen.
Krachtig aandrukken tot hij inklikt.
8.4 Reparaties
WAARSCHUWING
Reparaties aan elektrische onderdelen mogen alleen
door een elektrotechnicus worden uitgevoerd.
Controleer regelmatig alle uitwendige delen van het ap-
paraat op beschadigingen en ga na of alle bedieningsele-
menten correct functioneren. Gebruik het apparaat niet
wanneer er onderdelen beschadigd zijn of bedieningsele-
menten niet correct functioneren. Laat het apparaat door
de Hilti-service repareren.
8.5 Controle na schoonmaak- en
Na schoonmaak- en reparatiewerkzaamheden dient te
worden nagegaan of veiligheidsinrichtingen correct en
foutloos functioneren.
Mogelijke oorzaak
Netstroomvoorziening onderbroken.
Netsnoer of stekker defect.
Regelschakelaar defect.
Ander elektrisch defect
Koolborstels versleten
Apparaat is te koud.
reparatiewerkzaamheden
Oplossing
Ander elektrisch gereedschap inbren-
gen, functie controleren.
Door een elektrotechnicus laten con-
troleren en eventueel vervangen.
Door een elektrotechnicus laten con-
troleren en eventueel vervangen.
Door een elektrotechnicus laten con-
troleren.
Door een elektrotechnicus laten con-
troleren en eventueel vervangen.
Het apparaat op de minimale bedrijfs-
temperatuur brengen
Zie hoofdstuk: 7.2.1 Werken bij lage
temperaturen:
nl
73