– als de meetwaarden op één of
meerdere punten worden bereikt of
buiten de toegestane grenzen liggen.
12.3 Mes uit- en inbouwen
● Klap de grasmaaier omhoog in
de reinigingspositie. (
12.1)
Demontage:
● mesbout (1) met een moersleutel
SW 17 eruit schroeven.
● Mes (2) samen met mesbout (1) en
borgring (3) wegnemen.
Montage:
Kans op letsel!
Het mes (2) mag alleen zoals
afgebeeld worden gemonteerd. De
omhoog gebogen mesvleugels
moeten naar boven wijzen.
Het voorgeschreven
aandraaimoment van de mesbout
precies aanhouden, omdat een
veilige bevestiging van het
snijgereedschap daarvan afhangt.
Mesbout (1) extra met Loctite 243
borgen.
Borgring (3) bij elke montage van
het mes, mesbout (1) bij elke
mesvervanging vervangen.
● Montagevlak en bus van het mes
reinigen.
● Mes (2) met de omhoog gebogen
vleugels naar boven (richting apparaat)
monteren.
● Mesbout (1) met een nieuwe
borgring (3) erin draaien en
vastdraaien.
Aandraaimoment:
60 - 65 Nm
0478 111 9938 A - NL
12.4 Maaimes slijpen
Indien u niet over de juiste kennis of
hulpmiddelen beschikt, raden wij aan de
messen te laten slijpen door een vakman.
Bij een onjuist geslepen mes (verkeerde
16
slijphoek, onbalans enz.) komt de goede
17
werking van het apparaat in het gedrang.
Aanwijzingen voor het slijpen
● Maaimes demonteren. (
● Het maaimes koelen tijdens het slijpen,
bijv. met water.
Het mes mag niet blauw worden, omdat
anders de snijresultaten minder
worden.
● Slijp het maaimes gelijkmatig om
vibratie door onbalans te voorkomen.
● Met een hoek van 30° slijpen.
● Slijtagegrenzen (
12.5 Verbrandingsmotor
Onderhoudsinterval:
zie gebruiksaanwijzing
verbrandingsmotor.
Algemene aanwijzingen:
gebruiks- en onderhoudsaanwijzingen in
de gebruiksaanwijzing verbrandingsmotor
in acht nemen.
Voor een lange gebruiksduur is het van
belang de olie op peil te houden,
regelmatig de olie te verversen en het
luchtfilter te vervangen.
De aanbevolen intervallen voor het
verversen van olie en informatie over
motorolie en de bij te vullen hoeveelheid
olie vindt ook in de gebruiksaanwijzing
verbrandingsmotor.
De koelvinnen moeten altijd schoon
worden gehouden om een goede koeling
van de verbrandingsmotor te garanderen.
12.6 Wielen en transmissie
De lagers van de wielen zijn
onderhoudsvrij.
De transmissie is onderhoudsvrij.
12.3)
12.7 Opslag (winterpauze)
Neem bij een langere stilstand van de
machine (winterpauze) de volgende
punten in acht:
● Maak alle onderdelen aan de
buitenkant van de machine zorgvuldig
schoon.
● Smeer alle bewegende delen goed in
12.2) aanhouden.
met olie of vet.
● Ledig de brandstoftank en de
carburator (bijv. door leeg te rijden).
● Schroef de bougie eruit (zie
gebruiksaanwijzing verbrandingsmotor)
en giet ca. 3 cm³ motorolie in de
bougieboring in de verbrandingsmotor.
Laat de verbrandingsmotor een paar
keer zonder bougie doordraaien (aan
de startkabel trekken).
● Bougie terug inschroeven (zie
gebruiksaanwijzing
verbrandingsmotor).
● Ververs de olie (zie gebruiksaanwijzing
verbrandingsmotor).
Brandgevaar!
Houd de bougiestekker wegens
ontstekingsgevaar uit de buurt van
de bougieopening.
85