● Controleer de minimale breedte B met
een schuifmaat op het smalste punt
achter de mesvleugels.
Mesdikte A: > 2,0 mm
Minimale breedte B: > 55 mm
Het mes moet worden vervangen,
– als het beschadigd is (kerven,
scheuren),
– als de meetwaarden op één of
meerdere punten worden bereikt of
buiten de toegestane grenzen liggen.
Als op de grasmaaier een als accessoire
verkrijgbaar mes is gemonteerd, gelden er
andere slijtagegrenzen (zie
gebruiksaanwijzing van het accessoire).
14.4 Mes uit- en inbouwen
Mes uitbouwen:
● Grasmaaier omhoog klappen in
de reinigingspositie. (
● Het mes (1) vasthouden en de
mesbout (2) eruit schroeven.
● Mes (1), mesbout (2) en borgring (3)
verwijderen.
122
Mes inbouwen:
● Montagevlak en mesbus of meshouder
reinigen.
27
● Mes (1) met de omhoog gebogen
vleugels naar boven (richting apparaat)
op de mesbus of op de meshouder (5)
14.2)
plaatsen.
● Nieuwe borgring (3) zoals afgebeeld
plaatsen, mesbout (2) erin schroeven
en vastdraaien.
Aandraaimoment:
60 - 65 Nm
14.5 Maaimes slijpen
STIHL raadt aan om het maaimes door
een vakman te laten slijpen. Bij een onjuist
geslepen mes (onjuiste slijphoek,
onbalans enz.) komt de goede werking
van het apparaat in het gedrang.
Aanwijzingen voor het slijpen:
● Maaimes demonteren (
Kans op letsel!
Het mes (1) mag alleen zoals
afgebeeld worden gemonteerd. De
lippen (4) moeten naar onderen en
de sterk gebogen mesvleugels
moeten naar boven wijzen.
Het voorgeschreven
aandraaimoment van de mesbout
precies aanhouden, omdat een
veilige bevestiging van het
snijgereedschap daarvan afhangt.
Mesbout (2) extra met Loctite 243
borgen.
Borgring (3) bij elke montage van
het mes en mesbout (2) bij elke
mesvervanging vervangen.
14.4).
● Koel het maaimes tijdens het slijpen,
bijvoorbeeld met water. Het mes mag
niet blauw worden, omdat anders de
snijresultaten minder worden.
● Slijp het mes gelijkmatig om trillingen
door onbalans te voorkomen.
● Slijp onder een hoek van 30°.
● Verwijder eventueel na het slijpen
bramen op het lemmet met fijnkorrelig
schuurpapier.
● Houd de slijtagegrenzen aan. (
14.6 Verbrandingsmotor
Onderhoudsinterval:
zie gebruiksaanwijzing
verbrandingsmotor.
Algemene aanwijzingen:
Neem de gebruiks- en
onderhoudsinstructies in de bijgevoegde
gebruiksaanwijzing onder het punt van de
verbrandingsmotor in acht.
Voor een lange levensduur is het van
belang de olie op peil te houden,
regelmatig de olie te verversen alsook het
luchtfilter te vervangen.
Voor de aanbevolen oliewissel-intervallen
en informatie over motorolie en de
vulhoeveelheid olie verwijzen wij u ook
naar het punt van de verbrandingsmotor in
de gebruiksaanwijzing.
De koelvinnen moeten altijd schoon
worden gehouden om een goede koeling
van de verbrandingsmotor te garanderen.
0478 111 9934 A - NL
14.3)