Voor uw veiligheid
Voor het gebruik van het product eerst deze gebruiksaanwijzing en de
gebruiksaanwijzing van de bijbehorende producten goed doorlezen.
Gebruiksaanwijzing precies opvolgen. De gebruiker moet de aanwijzingen
volledig begrijpen en nauwgezet opvolgen. Het product mag uitsluitend
worden gebruikt in overeenstemming met het gebruiksdoel.
Gebruiksaanwijzing niet weggooien. Zorg ervoor dat de gebruiksaanwijzing
wordt opgeborgen en op de juiste wijze door de gebruikers wordt gebruikt.
Alleen opgeleid en vakkundig personeel mag dit product gebruiken.
Lokale en nationale richtlijnen die betrekking hebben op dit product moeten
worden opgevolgd.
Alleen opgeleid en vakkundig personeel mag het product op de in deze
gebruiksaanwijzing beschreven wijze controleren, repareren en onderhouden
(zie hoofdstuk 'Onderhoud' op pagina 85). Onderhoudswerkzaamheden die niet
in deze gebruiksaanwijzing beschreven zijn, mogen uitsluitend worden
uitgevoerd door Dräger of door vakpersoneel dat door Dräger is opgeleid.
Dräger adviseert een servicecontract af te sluiten met Dräger.
Voor onderhoudswerkzaamheden alleen originele onderdelen en
accessoires van Dräger gebruiken. Anders kan de correcte werking van het
product worden beperkt.
Geen gebrekkige of onvolledige producten gebruiken. Geen veranderingen
aan het product aanbrengen.
Dräger bij defecten of het uitvallen van het product of van productonderdelen
inlichten.
Risicoloze koppeling met elektrische apparaten
Elektrische koppeling met apparaten die niet in deze gebruiksaanwijzing worden
vermeld, uitsluitend uitvoeren na overleg met de fabrikanten of een vakman.
Gebruik in explosiegevaarlijke gebieden
Apparaten of onderdelen die worden gebruikt in explosiegevaarlijke gebieden en
die volgens de nationale, Europese of internationale richtlijnen inzake
explosieveiligheid zijn goedgekeurd, mogen alleen worden gebruikt in omgevingen
die in de goedkeuring zijn genoemd en met inachtneming van de relevante
wettelijke bepalingen. Apparaten en onderdelen mogen niet worden gewijzigd.
Het gebruik van defecte of onvolledige delen is niet toegestaan. Bij reparatie van
deze apparaten of onderdelen moeten de relevante bepalingen worden opgevolgd.
Betekenis van de waarschuwingstekens
De volgende waarschuwingstekens worden in dit document gebruikt om de
bijbehorende waarschuwingsteksten aan te geven en te accentueren, die een
verhoogde aandacht van de gebruiker vereisen. De betekenissen van de
waarschuwingstekens zijn als volgt gedefinieerd:
WAARSCHUWING
Wijst op een potentieel gevaarlijke situatie.
Wanneer deze niet wordt voorkomen kan dit leiden dit tot de dood of
ernstig letsel.
VOORZICHTIG
Wijst op een potentieel gevaarlijke situatie. Wanneer deze niet wordt
voorkomen, kan dit leiden tot letsel of schade aan het product of het milieu.
Kan ook worden gebruikt als waarschuwing voor ondeskundig gebruik.
AANWIJZING
Extra informatie over het gebruik van het product.
Gebruiksdoel
Draagbaar gasdetectie-apparaat voor continue bewaking van de concentratie van
meerdere gassen in de omgevingslucht op de werkplek en in explosiegevaarlijke
gebieden.
Onafhankelijke meting van maximaal 5 gassen op basis van de ingebouwde
Dräger sensoren.
Keuringen en toelatingen
Markering
Een afbeelding van het typeplaatje en de conformiteitsverklaring vindt u in de
bijgevoegde aanvullende documentatie (bestelnr. 90 33 890). Het typeplaatje
op het gasmeetapparaat mag niet worden afgeplakt.
De meettechnische geschiktheidstests zijn geldig voor het gasmeetinstrument
X-am 5000 en de kalibratiecradle. De ATEX-toelatingen gelden alleen voor het
gasdetectie-apparaat X-am 5000; de kalibratiecradle mag niet in worden
gebruikt in omgevingen met explosiegevaar.
De meettechnische geschiktheidstest BVS 10 ATEX E 080 X heeft betrekking
op de kalibratie met het doelgas.
Explosiegevaarlijke gebieden, geclassificeerd naar zones
Het apparaat is bestemd voor de toepassing in explosiegevaarlijke gebieden
van zone 0, zone 1 of zone 2 of in mijnen waarin gevaar van mijngas kan
optreden. Het is bestemd voor de toepassing binnen een temperatuurbereik
van –20 °C tot +50 °C en voor zones waar gassen met explosieklasse IIA, IIB
of IIC en temperatuurklasse T3 of T4 (afhankelijk van accu en batterijen)
aanwezig kunnen zijn. Bij de toepassing in mijnen mag het apparaat alleen in
gebieden worden gebruikt waarin mechanische invloeden slechts een gering
gevaar vormen.
75