b) Druk op de toets ENTER .
c) Om de gegevens over te brengen, drukt u
opnieuw op de toets ENTER .
4.3 Master-slavebedrijf
U kunt meerdere ODP-120/6COL-apparaten
synchroon gebruiken . Daarbij neemt een appa-
raat (masterapparaat) de besturing over van de
overige apparaten (slaveapparaten) .
1) Verbind de apparaten met elkaar tot een ket-
ting . Zie hiervoor hoofdstuk 4 .4 .1, evenwel
zonder de bedieningsstap 1 in acht te nemen .
2) Selecteer op het masterapparaat de ge-
wenste bedrijfsmodus (zie hoofdstuk 4 .2 op
pagina 46) .
3) Schakel alle slaveapparaten om naar het
slavebedrijf:
a) Selecteer het hoofdmenu-item [RUN
MODE] .
b) Druk op de toets ENTER en schakel met
UP of DOWN om van DMX naar SLAVE .
c) Bevestig de instelling met de toets ENTER .
MASTER
DMX Address
001
Key lock open
SLAVE
DMX Address
001
Key lock open
Bij het masterapparaat moet MASTER worden
aangegeven, bij de slaveapparaten SLAVE .
4.4 Bedrijf met een DMX-regelaar
Voor de bediening via een DMX-lichtregelaar
(bv . DMX-1440 of DMX-510USB van "img Stage
Line") beschikt de ODP-120/6COL over 13 be-
sturingskanalen . U kunt het apparaat ook via
minder kanalen sturen, als de functies die op dat
moment beschikbaar zijn, volstaan (zie hoofd-
stuk 5 .1) of als op de lichtregelaar onvoldoende
kanalen vrij zijn .
DMX: De afkorting staat voor Digitaal Multiplex en be-
tekent digitale besturing van meerdere DMX-apparaten
via een gemeenschappelijk stuurleiding .
48
temp: 028
Afb. 7 Masterapparaat
temp: 021
Afb. 8 Slaveapparaat
4.4.1 Aansluiting
Voor de DMX-signaaloverdracht moeten speci-
ale kabels worden gebruikt (bv . kabels van de
CDMXN-serie van "img Stage Line") . Bij kabel-
lengten vanaf 150 m of bij het sturen van meer
dan 32 apparaten via een DMX-uitgang wordt
in principe aanbevolen om een DMX-ophaalver-
sterker (bv . SR-103DMX) tussen te schakelen .
1) Verbind de ingang DMX IN met de DMX-uit-
gang van de lichtregelaar of met de DMX-uit-
gang een ander DMX-gestuurd apparaat .
Als de kabel DMX IN niet verbonden is
met de XLR-stekker, schroef dan stekker C
en de koppeling D samen volgens de onder-
staande afbeelding:
DMX IN
C
Afb. 9 DMX-aansluiting
2) Verbind bij gebruik van andere ODB-120RGBW-
apparaten het eerste apparaat via de koppe-
ling van de kabel DMX OUT met de stek-
ker van de kabel DMX IN van het tweede
apparaat . Verbind het tweede apparaat op
dezelfde manier met het derde etc . tot alle
apparaten in een ketting zijn aangesloten .
Als de DMX-verbindingskabels tussen de
apparaten te kort zijn, gebruik dan een ge-
schikt verlengsnoer, bv .
ODP-34DMX
ODP-34DMX/10 Lengte 10 m
3) Om storingen bij de signaaloverdracht uit
te sluiten, moet u bij lange leidingen of bij
een veelvoud van aaneengesloten apparaten
de DMX-uitgang van het laatste apparaat in
de ketting afsluiten met een weerstand van
120 Ω (> 0,3 W) .
De eenvoudigste manier om de DMX-uit-
gang van een ODP-120/6COL-apparaat af te
sluiten, is met een verlengkabel ODP-34DMX
los te maken en de weerstand met de pennen
2 en 3 van de stekker te verbinden . Steek de
stekker met de weerstand in de koppeling
van de kabel DMX OUT .
Als er geen afsluitweerstand nodig is,
schroeft u de bijgeleverde beschermkap op
de koppeling van de kabel .
D
Lengte 2 m
XLR