8
Bediening met DMX-lichtregelaar
NL
De flitsfrequentie en de flitshelderheid van de stro-
B
boscoop kunnen via een lichtregelaar met DMX512-
protocol worden gestuurd → zie hoofdstukken 8.1
en 8.2 evenals tabel in hoofdstuk 10.1.
U kunt de stroboscoop ook via de controller
STROBE-4C van "img Stage Line" bedienen, een
minibesturingspaneel
waarmee
STROBE-1500DX-apparaten kunnen worden be -
stuurd. Meer gedetailleerde informatie vindt u terug
in de handleiding over de STROBE-4C.
8.1 Aansluiting
Als DMX-interface heeft de stroboscoop 3-polige
XLR-aansluitingen met volgende penconfiguratie:
1 = massa, 2 = DMX-, 3 = DMX+
Voor de aansluiting moeten speciale kabels voor
hoge gegevensstromen worden gebruikt. Normale
afgeschermde microfoonkabels met een leidingdia-
meter van ten minste 2 × 0,22 mm
mogelijke capaciteit zijn alleen bij een totale kabel-
lengte tot 100 m aan te bevelen. Bij kabellengten
vanaf 150 m is het aanbevolen om een DMX-ophaal-
versterker tussen te schakelen (b.v. SR-103DMX
van "img Stage Line").
1) Verbind de DMX-ingang (7) met de DMX-uitgang
van de lichtregelaar.
2) Verbind de DMX-uitgang (8) met de DMX-ingang
van het volgende lichteffectapparaat. Verbind de
uitgang hiervan opnieuw met de ingang van het
nageschakelde apparaat etc., tot alle lichtef-
fectapparaten in een kring zijn aangesloten.
3) Sluit de DMX-uitgang van het laatste DMX-appa-
raat in de ketting af met een weerstand van 120 Ω
(> 0,3 W): Soldeer de weerstand vast aan de pin-
nen 2 en 3 van een XLR-stekker en plug de stek-
ker in de DMX-uitgang, of gebruik een overeen-
komstige afsluitstekker (b.v. DLT-123 van "img
Stage Line").
E
8
Funcionamiento con un
Controlador DMX
La velocidad y la intensidad del destello del estro-
boscopio pueden controlarse mediante un controla-
dor con protocolo DMX512 → ver apartados 8.1 + 8.2
y la tabla en el apartado 10.1.
El estroboscopio también puede controlarse
mediante el controlador STROBE-4C de "img Stage
Line", un panel de control miniatura que permite
controlar hasta 4 unidades STROBE-1500DX. Los
detalles respecto al funcionamiento pueden encon-
trarse en el manual del STROBE-4C.
8.1 Conexión
Como interfaz DMX, el estroboscopio está provisto
con tomas XLR de 3 polos con la siguiente configu-
ración de pines:
1 = masa, 2 = DMX-, 3 = DMX+
Para la conexión, debería utilizar cables especiales
para alta transmisión de datos. Los cables de micró-
fono con blindaje estándar y un corte mínimo de sec-
ción de 2 × 0,22 mm
2
y con una capacidad tan baja
como sea posible sólo se recomiendan para cablea-
dos de hasta 100 metros. Para cableados de más de
150 metros, se recomienda instalar un repartidor
DMX (p. ej. el SR-103DMX de "img Stage Line").
1) Conecte la entrada DMX (7) a la salida DMX del
controlador.
2) Conecte la salida DMX (8) a la entrada DMX del
siguiente aparato de efectos de luces; conecte su
salida a la entrada del siguiente aparato, etc., y
así sucesivamente hasta que todos los aparatos
de efectos de luces estén conectados en cadena.
3) Termine la salida DMX del último aparato DMX
de la cadena con un resistor de 120 Ω (> 0,3 W):
Suelde el resistor a los pines 2 y 3 de una toma
XLR macho y conecte esa toma a la salida DMX
o utilice un correspondiente tapón (p. ej. el DLT-
123 de "img Stage Line").
16
8.2 Het DMX-startadres instellen
Stel via de schakelaars nr. 1 – 9 van het DIP-scha-
kelaarblok (10) het startadres voor het eerste kanaal
(flitsfrequentie) in. Het tweede kanaal (flitshelder-
heid) wordt dan automatisch aan het volgende adres
toegewezen. Voor de volgende lichteffectapparaten
in de ketting kunnen de daaropvolgende vrije adres-
sen worden gebruikt.
maximaal
vier
Voorbeeld: mogelijke adrestoewijzing bij gebruik van vier
STROBE-1500DX-apparaten
Apparaat 1: startadres 1 voor kanaal 1, adres 2 voor kanaal 2
Apparaat 2: startadres 3 voor kanaal 1, adres 4 voor kanaal 2
Apparaat 3: startadres 5 voor kanaal 1, adres 6 voor kanaal 2
Apparaat 4: startadres 7 voor kanaal 1, adres 8 voor kanaal 2
Het startadres wordt als binair getal ingesteld. Dit
resulteert uit de optelling van de plaatswaarden
(opschrift „1 ... 256" onder het DIP-schakelaarblok)
van de betreffende DIP-schakelaars, die op „ON"
zijn ingesteld, b.v. voor de startadressen 1, 3, 5 en 7 :
2
en een zo gering
Startadres 1: schakelaar nr. 1 op "ON"
Startadres 3 (= 2 + 1):
schakelaars nr. 2 en nr. 1 op "ON"
Startadres 5 (= 4 + 1):
schakelaars nr. 3 en nr. 1 op "ON"
Startadres 7 (= 4 + 2 + 1):
schakelaars nr. 3, nr. 2 en nr. 1 op "ON"
8.2 Ajuste de la dirección DMX de inicio
Ajuste la dirección de inicio para el primer canal
(velocidad del destello) mediante los interruptores
DIP 1 a 9 de la serie de interruptores DIP (10). Auto-
máticamente se ajusta el segundo canal (intensidad
del destello) a la siguiente dirección. Para los si -
guien tes aparatos en la cadena, pueden utilizarse
las posteriores direcciones libres.
Ejemplo para la asignación de direcciones cuando se utilizan
cuatro unidades STROBE-1500DX
Unidad 1: dirección de inicio 1 para el canal 1,
dirección 2 para el canal 2
Unidad 2: dirección de inicio 3 para el canal 1,
dirección 4 para el canal 2
Unidad 3: dirección de inicio 5 para el canal 1,
dirección 6 para el canal 2
Unidad 4: dirección de inicio 7 para el canal 1,
dirección 8 para el canal 2
La dirección de inicio se ajusta como un número
binario. Es el resultado de la suma de los valores
(marcando "1 ... 256" debajo de la serie de interrup-
tores DIP) de los interruptores DIP colocados en
"ON", p. ej. para las direcciones de inicio 1, 3, 5 y 7:
Dirección de inicio 1: interruptor 1 en "ON"
Dirección de inicio 3 (= 2 + 1):
interruptores 2 y 1 en "ON"
Dirección de inicio 5 (= 4 + 1):
interruptores 3 y 1 en "ON"
Het is het makkelijkst om uit te gaan van de grootst
mogelijke plaatswaarde en de kleinere waarden
erbij op te tellen: de resulterende som is dan het
startadres.
Na het instellen van het startadres kunt u de stro-
boscoop via de DMX-regelaar bedienen. Zodra de
DMX-signalen worden ontvangen, knippert de rode
LED (11).
Dirección de inicio 7 (= 4 + 2 + 1):
interruptores 3, 2 y 1 en "ON"
El modo más fácil es empezar desde el mayor valor
posible y sumar valores en orden descendiente hasta
conseguir como resultado la dirección de inicio.
Después de ajustar la dirección de inicio, el estro-
boscopio puede funcionar mediante el controlador
DMX. El LED rojo (11) empieza a parpadear en
cuanto se reciben las señales DMX.
"