•
Bij het plannen en installeren van verankeringsinrichtingen is het essentieel om de landspecifieke
richtlijnen voor ongevallenpreventie en gezondheid en veiligheid te respecteren.
•
Het systeem is elektrisch geleidend. Relevante, landspecifieke voorschriften regelen de aansluiting op
bliksembeveiliging of potentiaalvereffening.
•
De minimale afstand van het verankeringspunt tot aan de valzijde moet minimaal 2,5 m bedragen.
•
Bij de installatie van het enkelvoudig verankeringspunt moet op de draagkracht van de ondergrond gelet
worden.
•
Compatibiliteit met gelijksoortige systemen is niet gegarandeerd en kan bij overtreding gevaar voor
lichaam en leven veroorzaken.
•
Enkelvoudige verankeringspunten dienen voor de valbeveiliging van personen en niet van voorwerpen of
als transportbevestigingspunt.
•
Het type en aantal van de bevestigingsmiddelen zijn op het verankeringspunt afgestemd. Alle
bevestigingen in de set moeten altijd in overeenstemming met de montagehandleiding worden
geïnstalleerd.
•
De minimale vastheidsklasse voor beton moet C20/C25 bedragen en voor staal moet de vastheidsklasse ≥
S235 volgens tabel 3.1 van DIN 1993-1-111 zijn.
•
Werken boven het verankeringspunt dient te worden vermeden (zie de gebruiksaanwijzing van het
bevestigingsmiddel).
•
De enkelvoudige verankeringspunten mogen alleen door geschoolde, geïnstrueerde gebruikers worden
gebruikt.
•
De gebruiker moet over het correcte gebruik van het systeem door de werkgever of door een deskundige
worden geïnstrueerd.
•
De enkelvoudige verankeringspunten moeten jaarlijks door een deskundig persoon gecontroleerd en
onderhouden worden.
•
Vóór iedere toepassing moeten de enkelvoudige verankeringspunten en de persoonlijke uitrusting tegen
vallen op mankementen worden gecontroleerd. Bij twijfel over de functionaliteit van de producten mogen
deze niet worden gebruikt en moet er controle door een deskundige plaatsvinden.
•
Beschadigde verankeringspunten en/of bevestigingsmiddelen en andere onderdelen van de PVU tegen
vallen mogen niet meer worden gebruikt. Eventueel dient een controle van het systeem of de PVU tegen
vallen door de producent of door een deskundige te worden uitgevoerd.
•
Na een val mogen enkelvoudige verankeringspunten niet opnieuw worden gebruikt.
•
Niet correct uitgevoerde verlijmingen of schroefverbindingen kunnen losraken en de veilige functie van de
enkelvoudige verankeringspunten in gevaar brengen!
•
Ondeskundig uitgevoerde reparaties, verkeerd onderhoud en/of manipulaties van enkelvoudige
verankeringspunten en hun onderdelen leiden tot een gevaar voor leven en goed. In dit geval vervalt elke
garantie en is alle aansprakelijkheid van SKYLOTEC GmbH uitgesloten.
•
Het product mag alleen met verbindingselementen (conformiteit conform EN 362 in acht nemen) en een
persoonlijke beschermingsuitrusting tegen val worden gebruikt.
•
Bij gebruik van verdere persoonlijke veiligheidsuitrustingen dienen de betreffende gebruiksaanwijzingen en
de geldende voorschriften in acht te worden genomen.
4.
ALGEMENE MONTAGEVOORWAARDEN
•
Alle afzonderlijke onderdelen moeten vóór montage van vuil worden ontdaan.
•
Het systeem mag niet in aanraking komen met agressieve stoffen en chemicaliën alsmede specie, cement
of vergelijkbare stoffen.
•
Specieresten en/of andere verontreinigingen dienen onmiddellijk te worden verwijderd, zodat het
functioneren van het product niet wordt beperkt.
•
De montage van de producten dient strikt overeenkomstig de montagehandleiding van de fabrikant plaats
te vinden.
•
Afwijken hiervan is niet toegestaan. Voor de montage en vervanging mogen alleen originele SKYLOTEC-
onderdelen worden gebruikt. De combinatie met onderdelen of elementen van andere fabrikanten of
leveranciers kan een gevaar opleveren voor lijf en ledematen!
•
De onderdelen moeten voorzichtig worden behandeld en mogen niet ondeskundig worden gebruikt.
MAT-MA-0005—00-NL
D-BOLT
20/07/2018
Pagina 3 van 19