3. Apparaat inschakelen:
Het apparaat met behulp van de schakelaar (1)
inschakelen.
4. Drukleiding openen (waterkraan resp. spuitkop
opendraaien).
5. Controleren of er water uitstroomt!
6. Na beëindiging van het werk het apparaat
uitschakelen:
Het apparaat met behulp van de schakelaar (1)
uitschakelen.
Hydrofoorpomp
(Apparaataanduiding HWW...)
Werkingsprincipe: het apparaat schakelt in
wanneer de waterdruk door wateronttrekking
onder de inschakeldruk zakt; en weer uit wanneer
de uitschakeldruk bereikt is. De ketel bevat een
rubberbalg die standaard onder luchtdruk
("voorvuldruk") staat; dit maakt het aftappen van
kleine hoeveelheden water mogelijk, zonder dat
de pomp aanloopt.
1. Netstekker insteken.
2. Indien nodig de pomp vullen - zie hoofdstuk 6.7
3. Apparaat inschakelen:
Het apparaat met behulp van de schakelaar (1)
inschakelen.
4. Drukleiding openen (waterkraan resp. spuitkop
opendraaien).
5. Controleren of er water uitstroomt! Het
apparaat is nu gereed voor gebruik.
6. Het apparaat schakelt, al naar behoefte, aan en
uit.
8. Onderhoud
Gevaar! Alvorens u met werkzaamheden aan
het apparaat begint:
- Netstekker uit het stopcontact trekken.
- Controleren of het apparaat en de aangesloten
accessoires drukloos zijn.
- Andere dan de hier beschreven onderhouds- of
reparatiewerkzaamheden uitsluitend door
geschoold personeel laten uitvoeren.
8.1
Regelmatig onderhoud
- Apparaat en accessoires, met name elektrische
en onder druk staande onderdelen, controleren
op beschadiging en zo nodig laten repareren.
- Zuig- en drukleidingen controleren op lekkage.
- Wanneer het pompvermogen afneemt
aanzuigfilter en filterinzet (indien aanwezig)
reinigen en indien nodig vernieuwen.
- Voorvuldruk van de ketel (3) (afhankelijk van de
uitvoering) controleren en zo nodig verhogen (zie
hoofdstuk 9.4 Voorvuldruk verhogen).
8.2
Bij vorstgevaar
Let op! Vorst (< 4 °C) brengt onherstelbare
schade aan het apparaat en de toebehoren
aan omdat deze altijd water bevatten!
- Bij het risico van vorst apparaat en accessoires
demonteren en vorstvrij opslaan (zie volgende
sectie).
8.3
Apparaat demonteren en bewaren
- Apparaat uitschakelen. Netstekker uit het
stopcontact trekken.
- Drukleiding openen (waterkraan resp. spuitkop
opendraaien), water geheel laten uitstromen.
- Pomp (2) en ketel (3) geheel laten leeglopen,
hiervoor:
- de wateraftapschroef (5) uitdraaien.
- zuig- en drukleidingen van het apparaat
demonteren.
- apparaat in een vorstvrije ruimte (min. 5 °C)
opslaan.
8.4
Drukschakelaar instellen (alleen HWW
3500/25 G. Voor de instelling van alle
andere HWW neemt u alstublieft contact
op met de Metabo-klantenservice)
Gevaar! Gevaar op een elektrische schok
aan de aansluitklemmen in de
drukschakelaar! Alleen elektriciens mogen de
drukschakelaar openen en instellingen uitvoeren.
De drukschakelaar is af fabriek ingesteld voor de
meest gangbare toepassingsgebieden en kan
indien nodig als volgt worden ingesteld.
Opmerking: door het verstellen van de
hoofddrukveer (11) verandert de in- en
uitschakeldruk nagenoeg proportioneel, het
drukverschil blijft onveranderd. Het verstellen van
het drukverschil (12) verandert alleen de
uitschakeldruk, de inschakeldruk blijft
onveranderd.
1. Pomp uitschakelen, stekker uit het stopcontact
trekken en de afwezigheid van spanning
waarborgen.
2. Afdekking verwijderen van de drukschakelaar.
3. Verandering inschakeldruk: hoofddrukveer
(11) verstellen (SW 9 mm; 1 omdraaiing ca. 0,1
- 0,15 bar). Deze instelling verstelt in dezelfde
richting nagenoeg proportioneel ook de
uitschakeldruk!
4. Verandering uitschakeldruk: drukverschil (12)
veranderen. De inschakeldruk blijft
onveranderd.
5. Afdekking op de drukschakelaar monteren en
vakkundige installatie controleren.
6. Pomp in gebruik nemen, gewenste waarde
controleren bij de manometer (7).
7. Indien nodig stappen 1-6 herhalen, totdat de
gewenste waarde is ingesteld.
Opgelet! De vermelde maximale druk van de
pomp mag niet worden overschreden. De
inschakeldruk van de drukschakelaar moet altijd
minstens 0,2 bar boven de voorvuldruk van de
tank (1,5 bar, zie hoofdstuk 9.4) zijn. Om frequent
schakelen van de pomp te verhinderen, dient de
verschildruk zo hoog mogelijk (bijvoorbeeld
voorinstelling ca. 1,8 bar) te worden gekozen.
f
9. Problemen en storingen
Gevaar!
- Alvorens u met werkzaamheden aan het
apparaat begint:
- Netstekker uit het stopcontact trekken.
- Controleren of het apparaat en de aangesloten
accessoires drukloos zijn.
9.1
Pomp loopt niet
• Er is geen netspanning.
- Aan-/uitschakelaar, snoer, stekker,
stopcontact en zekering controleren.
• De netspanning is te laag.
- Gebruik een verlengsnoer met voldoende
grote aderdiameter.
• Motor oververhit, motorbeveiliging geactiveerd.
- Na het afkoelen wordt het apparaat
automatisch opnieuw ingeschakeld.
- Voor voldoende ventilatie zorgen,
luchtspleten vrijhouden.
- Maximale aanvoertemperatuur in acht
nemen.
• Motor bromt, start niet.
- Reparatie noodzakelijk, zie hoofdstuk 11.
• Pomp verstopt of defect.
- Pomp demonteren en reinigen. Diffusor
reinigen, eventueel vernieuwen. Loopwiel
reinigen, eventueel vernieuwen. Zie
hoofdstuk 11.
• Leidings-/ingangsdruk hoger dan de
inschakeldruk van de pomp.
- Er moet een drukregelaar worden
voorgeschakeld, zie hoofdschakelaar 2.
9.2
Pomp zuigt niet goed of loopt zeer luid:
• Watertekort.
- Controleer of de watervoorraad voldoende
groot is.
• Pomp niet voldoende met water gevuld.
- Zie hoofdstuk 6.7.
• Zuigleiding doorlatend.
- Zuigleiding afdichten, schroefverbindingen
aantrekken.
• Zuighoogte te groot.
- Maximale zuighoogte in acht nemen.
- Terugslagventiel plaatsen, zuigleiding met
water vullen.
• Aanzuigfilter (toebehoren) verstopt.
- Reinigen, eventueel vernieuwen.
• Terugslagventiel (toebehoren) geblokkeerd.
- Reinigen, eventueel vernieuwen.
• Water komt vrij tussen motor en pomp,
glijringafdichting ondicht. (Een minimale
uitstroom van water (max. ca. 30 druppels per
dag) is bij glijringafdichtingen afhankelijk van het
gebruik).
- Glijringafdichtingen vernieuwen. Zie
hoofdstuk 11.
• Pomp verstopt of defect.
- Zie hoofdstuk 9.1.
9.3
De druk is te laag of de pomp loopt
continu (voortdurend in-/uitschakelen):
• Zuigleiding doorlatend of zuighoogte te groot.
- Zie hoofdstuk 9.2.
• Pomp verstopt of defect.
- Zie hoofdstuk 9.1.
• HWW...: drukschakelaar is versteld.
- In- en uitschakeldruk van de manometer (7)
aflezen en de waarde controleren (zie
hoofdstuk 13. Technische gegevens). Neem
in geval van een noodzakelijke aanpassing
contact op met de Metabo-klantenservice. Zie
hoofdstuk 11.
• HWW...: pomp slaat al na geringe
wateronttrekking (ca. 0,5 l) aan.
- Controleren of de voorvuldruk in de ketel te
laag is. Eventueel verhogen. Zie
hoofdstuk 9.4.
• HWW...: er loopt water uit het luchtventiel.
- Rubberbalg in de ketel permeabel;
vernieuwen. Zie hoofdstuk 11.
9.4
Voorvuldruk verhogen (alleen HWW...)
Wanneer de pomp op den duur al na een geringe
wateronttrekking (ca. 0,5 l) aanslaat, moet de
voorvuldruk in de ketel opnieuw worden
opgebouwd.
Aanwijzing: de ketel-voorvuldruk (luchtdruk) kan
niet worden afgelezen op de manometer
(waterdruk) (7).
1. Netstekker uit het stopcontact trekken.
2. Drukleiding openen (waterkraan resp. spuitkop
opendraaien), water geheel laten uitstromen.
3. Kunststof kap aan de voorzijde van de ketel
afschroeven; daarachter bevindt zich het
luchtventiel.
4. Luchtpomp of compressorslang met een
„bandenventiel"-aansluiting en drukmeter op
het luchtventiel plaatsen.
5. Oppompen tot de voorziene voorvuldruk
(1,5 bar, zie hoofdstuk 13. Technische
gegevens).
6. Apparaat weer aansluiten en werking
controleren.
f
10. Toebehoren
Gebruik alleen origineel Metabo toebehoor.
Gebruik alleen toebehoor dat voldoet aan de in
deze gebruiksaanwijzing genoemde eisen en
kenmerken.
Compleet toebehorenprogramma, zie
www.metabo.com of de catalogus.
11. Reparatie
Gevaar! Reparaties aan dit apparaat mogen
uitsluitend door een erkende vakman worden
uitgevoerd!
Neem voor gereedschap van Metabo dat
gerepareerd dient te worden contact op met uw
Metabo-vertegenwoordiging. Zie voor adressen
www.metabo.com.
Voor verzending: pomp en ketel volledig legen (zie
hoofdstuk 8.3).
Lijsten met reserveonderdelen kunt u via
www.metabo.com downloaden.
12. Milieubescherming
Neem de nationale voorschriften in acht voor een
milieuvriendelijke verwijdering en de recycling van
afgedankte machines, verpakkingen en
toebehoren.
Uitsluitend voor EU-landen: geef uw
elektrisch gereedschap nooit met het
huisvuil mee! Volgens de Europese richtlijn
2012/19/EU inzake gebruikte elektrische en
elektronische apparaten en de vertaling hiervan in
de nationale wetgeving dienen oud elektrisch
gereedschap gescheiden te worden ingezameld
en op milieuvriendelijke wijze te worden
afgevoerd.
13. Technische gegevens
Toelichting op de gegevens van pagina 3.
Wijzigingen in het kader van technische
verbeteringen voorbehouden.
NEDERLANDS nl
17