#
Bij een asymmetrische verdeling van last en/of bij ongelijke hoek
mag bij een hijsketting met 2 sprongen slechts 1 sprong en bij
een hijsketting met 3 of 4 sprongen mogen slecht twee sprongen als
dragende sprongen gebruikt worden.
$
Wanneer de hijsbanden paarsgewijs gebruikt worden, wordt het
gebruik van een traverse/hijsevenaar geadviseerd om de last ge-
lijkmatig te verdelen
3.3 Hijsbandverkorter VarioWeb
VarioWeb maakt traploze aanpassing van de lengte van slingbandhijskettin-
gen mogelijk. De VarioWeb wordt heel simpel in de sprong van hijsbandket-
ting geïntegreerd. De lengte van de hijsmiddelen kunnen dan heel flexibel aan
de last en de speciale geometrie van de last aangepast worden.
1. Beugel naar rechts klappen, slingband wordt vrijgegeven.
2. De lengte van de hijsband door verschuiven aanpassen.
3. Beugel naar links klappen.
4. Hijsband in de geleidingsgleuf plaatsen en klaar!
3.4. Bepalen van de nominale draagcapaciteit
De nominale draagkracht van de hijsbanden dient groter of gelijk zijn
aan de massa van de last. Let bij de keuze van de hijsbanden, met
welke aanslagmethode en onder welke hellingshoek het tillen wordt
uitgevoerd, omdat dit van invloed is op de werkelijk bruikbare draagca-
paciteit van de hijsbanden. De hijsband moet volledig op het vlak van
het hijsmiddel (bijv. kraanhaak) en op de last liggen.
#
Let op: Een te sterke zijdelingse inperking (beknelling) leidt tot
verlies van de draagcapaciteit van de hijsbanden.
3.5. Aanpassen van de last.
Maak de hijsband zo vast aan de last dat deze tijdens het hijsen niet
over de last kan glijden of van de last kan afglijden. Zorg ervoor dat de
hijsband niet verdraaid of gekruist aan of op de last aangebracht wordt.
Gebruik bij ruwe lasten en/of lasten met scherpe kanten geschikte be-
c
23
.
40
24