Werkwijze voor de instelling
1. De stooklijn instellen volgens de projectering of de lokale voorschriften
2. De instellingen invoeren op de bedienregels 1...41 ("Eindgebruiker")
3. In de navolgende parameterlijst de betreffende instellingen uitvoeren.
Alle voor het installatietype benodigde functies en bedienregels zijn geactiveerd
en instelbaar; alle niet benodigde bedienregels zijn geblokkeerd
4. De ingestelde waarden noteren in de tabel!
5. De service-functies instellen
6. Afsluitende werkzaamheden uitvoeren.
Aanwijzingen voor de inbedrijfstelling en functiecontrole
• Bedienregels voor functiecontrole:
– 161 = Simulatie van de buitentemperatuur
– 162 = Relaistest
– 163 = Opnemertest
– 164 = Test H-contacten
• De RVL479 moet voor juist functioneren verplicht (via de databus LPB) worden verbonden
met een partnerapparaat (RVL470, RVL471, RVL472, RVL480, RVL481, RVL482).
Het partnerapparaat moet zich in hetzelfde segment bevinden en dient als regelaaradres
1 nummer lager te hebben.
Voorbeeld:
Regelaar
Segmentnummer
RVL479
3
RVL481
3
• Zonder partnerapparaat kan de RVL479 wel worden bediend;
de functies blijven echter inactief. Dit wordt met foutcode 142 als storing aangegeven.
• Als er
op de display verschijnt: bedienregel 50 opvragen om de storing af te lezen.
Building Technologies
Regelaarnummer
2
1
74 319 0620 0 a
17.04.2008
nl
55/152