Dit gereedschap heeft de volgende bedieningsfuncties:
Slagkracht
•
Maximaal
•
Hard
•
Gemiddeld
•
Zacht
Hulpfunctie
•
Houtfunctie
•
Boutfunctie
•
T-functie (1)
•
T-functie (2)
De bedieningsfunctie kan worden veranderd met de
knop
, de knop
of de snelfunctieschakelknop.
► Fig.7: 1. Snelfunctieschakelknop
2. Knop
3. Knop
Door een bepaalde bedieningsfunctie in het gereedschap
te registreren, kunt u omschakelen naar de geregistreerde
bedieningsfunctie door alleen maar op de snelfunctiescha-
kelknop te drukken (snelfunctieschakelen).
OPMERKING: Als geen van de lampjes op het bedie-
ningspaneel brandt, knijpt u de trekkerschakelaar een-
maal in voordat u op de snelfunctieschakelknop drukt.
OPMERKING: U kunt de bedieningsfunctie niet veranderen
als u het gereedschap ongeveer één minuut niet hebt bediend.
Knijp in dat geval de trekkerschakelaar eenmaal in en druk op
de knop
, de knop
of de snelfunctieschakelknop.
OPMERKING: Raadpleeg "Een bedieningsfunctie
registreren" in het gedeelte "Snelfunctieschakelen" voor
informatie over het registreren van de bedieningsfunctie.
Snelfunctieschakelknop
De werking van de snelfunctieschakelknop verschilt
afhankelijk van of een bedieningsfunctie in het gereed-
schap is geregistreerd.
► Fig.8: 1. Snelfunctieschakelknop
Wanneer geen bedieningsfunctie is
geregistreerd:
De slagkracht verandert elke keer wanneer op de
snelfunctieschakelknop wordt gedrukt. De lampen
aan beide zijden op de voorkant knipperen eenmaal
wanneer de slagkracht wordt veranderd door op de
snelfunctieschakelknop te drukken.
Wanneer een bedieningsfunctie is
geregistreerd:
Het gereedschap schakelt om tussen de geregistreerde
bedieningsfunctie en de huidige bedieningsfunctie elke
keer wanneer op de snelfunctieschakelknop wordt gedrukt.
De lampen aan beide zijden op de voorkant knipperen
eenmaal wanneer de bedieningsfunctie wordt omgescha-
keld door op de snelfunctieschakelknop te drukken.
OPMERKING: Als de status van de lamp zijn uit-
geschakeld, knipperen de lampen niet wanneer de
bedieningsfunctie wordt omgeschakeld door op de
snelfunctieschakelknop te drukken.
OPMERKING: Raadpleeg "Een bedieningsfunctie
registreren" in het gedeelte "Snelfunctieschakelen"
voor informatie over het registreren van de
bedieningsfunctie.
De snelfunctieschakelknop uitschakelen
U kunt de snelfunctieschakelknop ook uitschakelen.
Nadat de snelfunctieschakelknop is uitgeschakeld,
werkt deze niet meer voor het veranderen van de slag-
kracht en het omschakelen van de bedieningsfunctie.
Om de snelfunctieschakelknop uit te schakelen, houdt u
de snelfunctieschakelknop en de knop
ingedrukt totdat alle lampjes op het bedieningspaneel
knipperen.
Om de snelfunctieschakelknop weer in te schakelen,
voert u de bovenstaande procedure nogmaals uit.
OPMERKING: Registreren en wissen van een
bedieningsfunctie kan zelfs worden gedaan wanneer
de snelfunctieschakelknop is uitgeschakeld. Na het
registreren of wissen van de bedieningsfunctie wordt
de snelfunctieschakelknop ingeschakeld.
Referentietabel
De onderstaande tabel toont de werking van de
snelfunctieschakelknop.
geeft de snelfunctieschakelknop aan.
Knop(pen) / Handeling
+
Een bedieningsfunctie
registreren
(Wanneer het snelfunctie-
schakelen is uitgeschakeld)
De slagkracht veranderen
met de snelfunctiescha-
kelknop
(Wanneer het snelfunctie-
schakelen is ingeschakeld)
Naar de geregistreerde
bedieningsfunctie
omschakelen
+
De geregistreerde bedie-
ningsfunctie wissen
+
De snelfunctieschakel-
knop uitschakelen/weer
inschakelen
46 NEDERLANDS
tegelijkertijd
Bevestiging
Het customlampje en het
lampje van de gewenste
bedieningsfunctie knipperen.
De lampen op het gereed-
schap knipperen eenmaal.
De lampen op het gereed-
schap knipperen eenmaal.
Het customlampje en alle
slagkrachtniveaulampjes
knipperen.
Alle lampjes op het bedie-
ningspaneel knipperen.