Inbedrijfneming - Hilti DD 150-U Manual De Instrucciones

6 Inbedrijfneming

ATTENTIE
De netspanning dient overeen te komen met de ge-
gevens op het typeplaatje. Het apparaat mag niet
aangesloten zijn op het elektriciteitsnet.
GEVAAR
Zet bij doorboringen door wanden het gebied achter
de wand af, omdat materiaal of de boorkern naar
achteren kan vallen. Zet bij doorboringen door pla-
fonds het gebied daaronder af, omdat materiaal of de
boorkern naar beneden kan vallen.
GEVAAR
Let erop dat de standaard voldoende op de onder-
grond gefixeerd is.
ATTENTIE
Gebruik geen adapterstekker om de aarding op te
heffen.
6.1 Voorbereiden
ATTENTIE
Het apparaat en de diamantboorkroon zijn zwaar. Er
kunnen lichaamsdelen bekneld raken. Draag een helm,
werkhandschoenen en werkschoenen.
6.1.1 Zijhandgreep verstellen 4
1. Maak de zijhandgreep los.
2. Draai de zijhandgreep in de gewenste positie.
3. Zet de zijhandgreep vast door aan de greep te
draaien.
4. Controleer of de zijhandgreep goed is bevestigd.
6.1.2 Diepte-aanslag instellen (boorkolom)
1. Stel de diepte-aanslag op de gewenste boordiepte
in.
2. Fixeer de diepte-aanslag met de klembout.
6.1.3 Kolom met een anker bevestigen 5 6
WAARSCHUWING
Gebruik voor de aanwezige ondergrond geschikte
pluggen en neem de aanwijzingen van de fabrikant
van de pluggen in acht.
AANWIJZING
Hilti metalen hollewandpluggen, M12 of M16, zijn meestal
geschikt voor het bevestigen van diamantkernboorma-
chines in ongescheurd beton. Onder bepaalde omstan-
digheden kan echter een alternatieve bevestiging nood-
zakelijk zijn. Wendt u zich bij vragen over de veilige
bevestiging tot de Expert Consulting van Hilti.
1. Breng voor de ankervoetplaat 267 mm (10 ½ "), resp.
voor de gecombineerde voetplaat 292 mm (11 ½ ")
(idealiter) van het boorcentrum verwijderd het voor
de betreffende ondergrond geschikte anker aan.
2. Schroef de spanspindel in het anker.
3. Bevestig de grondplaat van het apparaat boven de
spindel en stel het apparaat precies af.
4. Schroef de spanmoer op de spindel zonder deze al
te vast te draaien.
5. Nivelleer de grondplaat met de vier nivelleerschroe-
ven. Zorg ervoor dat de nivelleerschroeven vast op
de ondergrond liggen.
6. Zet de spanmoer op de spanspindel met een ge-
schikte steeksleutel vast.
7. Zorg ervoor dat het apparaat goed bevestigd is.
6.1.4 Handwiel monteren 7
Het handwiel kan aan beide zijden op de kolom worden
aangebracht.
1. Breng het handwiel op de as aan.
2. Fixeer het handwiel.
6.1.5 Bevestig het apparaat aan de
boorkolom 8 9 10 11 12 13
ATTENTIE
De vergrendelingspen op de boorkolom moet geopend
zijn en de slede moet zich in de bovenste positie bevin-
den. De slede moet vergrendeld zijn.
1. Open de vergrendelingspen
handwiel linksom te draaien en verwijder de
vergrendelingspen.
2. Hang de aansluitplaat van het apparaat in de haak
op de boorkolom.
3. Schuif de vergrendelingspen op zijn plaats en zet
deze vast met het handwiel (rechtsom).
4. Breng de schakelvergrendeling in de handgreep
aan. Met de schakelvergrendeling
aan-/uitschakelaar op constante werking worden
gehouden.
5. Sluit de waterkraan in de zijhandgreep.
6. Breng de verbinding met de watertoevoer tot stand
6.1.6 Apparaat van boorkolom verwijderen
GEVAAR
Het apparaat mag nog niet aangesloten zijn op het
elektriciteitsnet.
De slede moet vergrendeld zijn
1. Sluit de waterkraan in de zijhandgreep.
2. Maak de verbinding met de watertoevoer los.
3. Verwijder de schakelvergrendeling uit de handgreep.
4. Open de vergrendelpen met het handwiel (linksom).
5. Trek de vergrendelpen uit de sleuf.
6. Kantel het apparaat van de boorkolom weg.
nl
door het
kan de
147