• In dicht, hoog gras, stelt u de hoogste snijhoogte in en
maait u langzamer. Voor de eerste keer maaien in het
seizoen, stelt u een hoge snijhoogte in. Stel de maai-
hoogte zo in dat het product niet overbelast raakt.
• Selecteer de maaihoogte, afhankelijk van de werkelijk
graslengte.
• Voer meerdere passages uit, zodat er maximaal 4 cm
gras in één keer wordt afgehaald.
• De juiste maaihoogte is bij
– een siergazon ca. 30 - 45 mm
– een gebruiksgazon ca. 40 - 65 mm.
12
Bedrijf
Werkinstructies
• Maai alleen met scherpe, optimale messen (19), zodat de
grassprieten niet gaan rafelen en het gazon niet geel
wordt.
• Om een net snijbeeld te bereiken moet de grasmaaier in
zo recht mogelijke banen worden geleid. Hierbij moeten
deze banen altijd enkele centimeters overlappen zodat er
geen stroken overblijven.
• Houd de onderzijde van de grasmaaierbehuizing schoon
en verwijder direct grasafzettingen. Afzettingen verzwaren
het starten, beïnvloeden de snijkwaliteit en het uitwerpen
van het gras.
• Op hellingen moet de snijbaan dwars op de helling wor-
den gemaakt.
Het wegglijden van de grasmaaier wordt door de schuine
stand naar boven voorkomen.
12.1
Maaien met grasopvangzak
LET OP
Gebruik het apparaat niet zonder volledig aangebrachte
grasopvangzak.
LET OP
Grasopvangzak alleen bij een uitgeschakelde motor en stil-
staand mes wegnemen of aanbrengen.
12.1.1
Plaatsen van de grasopvangzak (16) (afb.
11)
1. Til de achterste uitwerpklep (15) op.
2. Grijp de grasopvangzak (16) vast aan de handgreep.
3. Hang de grasopvangzak (16) in de daarvoor bestemde
ophanging van de grasopvangzak aan de achterkant van
het product.
4. Verwijder de achterste uitwerpklep (15), hierdoor wordt
de grasopvangzak (16) in positie gehouden.
12.1.2
Legen van de grasopvangzak (16) (afb.
11)
WAARSCHUWING
Voor het wegnemen van de grasopvangzak de motor
uitschakelen en de stilstand van het mes afwachten.
56
|
NL / BE
LET OP
Gevaar voor letsel!
Grasopvangzak alleen bij een uitgeschakelde motor en stil-
staand mes wegnemen.
Zodra tijdens het maaien grasresten blijven liggen, moet de
grasopvangzak worden geleegd.
1. Om de grasopvangzak (16) weg te nemen, tilt u de ach-
terste uitwerpklep (15) op.
2. Neem de grasopvangzak (16) aan de handgreep er uit.
Overeenkomstig het veiligheidsvoorschrift valt de uitwerp-
klep (15) bij het uithangen van de grasopvangzak (16)
dicht en sluit de achterste uitwerpopeningen af.
Als er daarbij grasresten in de opening blijven hangen, dan is
het voor het makkelijker starten van de motor doelmatig om
de grasmaaier ongeveer een meter terug te trekken.
LET OP
Resten snijgoed in de maaierbehuizing en op het werkge-
reedschap niet met de hand of met de voeten verwijderen,
maar met geschikte hulpmiddelen, bijv. borstels of een ve-
ger.
Om een goede verzameling te garanderen, moeten de gras-
opvangzak (16) en in het specifiek het luchtfilter (9a) na ge-
bruik worden gereinigd.
12.2
Motor starten
AANWIJZING
Het mes draait, als de motor wordt gestart.
Product niet starten, als het uitwerpkanaal niet door een van
de volgende onderdelen is afgedekt:
• Grasopvangzak
12.2.1
Motor starten (afb. 1 + 12)
1. Controleer voor elke start het brandstof- en motoroliepeil
(zie hoofdstuk 10.1 en 10.2). Controleer of de bou-
giestekker (12) op de bougie (12a) is aangesloten.
2. Druk bij koudere temperaturen de brandstofpomp "Pri-
mer" (10) drie keer in. Dit vereenvoudigt het starten van
het product.
3. Sta achter de grasmaaier. Druk met één hand de motor-
remhendel (2) naar het stuur (1), de andere hand moet
op het starterkoord (18) liggen.
4. Start de motor met starterkoord (18). Trek hiertoe de
greep ca. 10-15 cm (tot een weerstand voelbaar is) er uit.
En trek hier vervolgens krachtig met een ruk aan. Als de
motor niet is gestart, nogmaals aan starterkoord (18)
trekken.
5. Op basis van een beschermplaat op de motor kan er een
lichte rookvorming ontstaan, indien u het product voor de
eerste keer gebruikt. Dit is een normaal proces.
AANWIJZING
Gebruik de brandstofpomp "Primer" alleen bij
een koude machine!