NL
2.6
Mogelijk foutief gebruik
De pomp mag niet worden ingezet voor continue
werking. De pomp is niet geschikt voor het ver-
pompen van:
■
drinkwater
■
zout water
■
vloeibare levensmiddelen
■
bijtende vloeistoffen, chemicaliën
■
bijtende, brandbare, explosieve of gas produ-
cerende chemicaliën of vloeistoffen
■
vloeistoffen die warmer zijn dan 35 °C
■
zanderig water of schurende vloeistoffen.
3 VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
GEVAAR! Risico bij het aanraken van
stroomvoerende onderdelen! Een defect aan
de pomp of aan de verlengkabel kan ernstig let-
sel veroorzaken!
■
Neem de stekker onmiddellijk uit het stopcon-
tact.
■
Sluit het apparaat via een FI-veiligheidsscha-
kelaar met een nominale foutstroom < 30 mA
aan.
WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel.
Defecte en buiten werking gestelde veiligheids-
en beschermingsapparatuur kunnen ernstig letsel
veroorzaken.
■
Laat defecte veiligheids- en beschermingsap-
paratuur repareren.
■
De veiligheids- en beschermingsuitrusting
nooit buiten werking stellen.
VOORZICHTIG! Gevaar voor letsel door
heet water! Als de pomp langdurig (> 10 minu-
ten) moet draaien tegen een gesloten drukzijde
in, kan het water in de pomp aanzienlijk worden
verhit en onverwacht naar buiten spuiten!
■
Haal de stekker uit het stopcontact en laat
pomp en water afkoelen.
■
Controleer het waterpeil aan de zuigzijde.
■
Controleer de dichtheid van de leidingen.
■
Controleer de installatie van de aanzuig- en
persleiding.
■
Neem de pomp pas weer in gebruik nadat al-
le storingen zijn verholpen!
3.1
Algemeen veiligheidsinstructies
■
Dit apparaat kan worden gebruikt door perso-
nen met verminderde fysieke, zintuiglijke of
mentale capaciteiten of een gebrek aan erva-
24
ring en kennis, als zij onder toezicht staan o f
geïnstrueerd zijn over het veilige gebruik van
het apparaat en de daaruit voortvloeiende
gevaren begrijpen. Kinderen mogen niet met
het apparaat spelen.
■
Personen met zeer sterke en complexe be-
perkingen kunnen behoeften hebben die bo-
ven de hier beschreven aanwijzingen uit
gaan.
■
Pompen die niet als vorstbestendig zijn ge-
markeerd, mogen bij vorst niet buiten staan.
■
De pomp nooit aan de voedingskabel optil-
len, transporteren of bevestigen. De voe-
dingskabel niet gebruiken om de stekker uit
het stopcontact te trekken.
■
Het eigenhandig aanbrengen van veranderin-
gen of ombouwen van de pomp is verboden.
Reparaties mogen alleen door onze service-
dienst worden uitgevoerd.
■
Trek de stekker uit het stopcontact voordat u
aan het apparaat werkt. De stekker bescher-
men tegen vocht.
■
De pomp en de verlengkabel uitsluitend in
onbeschadigde hoedanigheid gebruiken. Be-
schadigde apparaten mogen niet worden ge-
bruikt.
■
Houd een veiligheidsafstand t.o.v. dieren of
schakel de pomp uit als er dieren in de buurt
komen.
3.2
Elektrische veiligheid
■
Wanneer er zich personen in het zwembad of
de tuinvijver bevinden, mag de pomp niet
worden bediend.
■
De netspanning in huis moet overeenstem-
men met de vermeldingen voor netspanning
in de Technische Gegevens; gebruik geen
andere voedingsspanning.
■
De pomp mag uitsluitend worden gebruikt
met een elektrische inrichting die voldoet aan
de vereisten vermeld in DIN/VDE 0100, Para-
graaf 737, 738 en 702. Ter beveiliging moet
een hoofdschakelaar van 10 A en een aard-
lekschakelaar met een nominale lekstroom
van 10/30 mA worden geïnstalleerd.
■
Gebruik alleen een verlengingskabel die ge-
schikt is voor gebruik buitenshuis en met een
minimale doorsnede van 1,5 mm
een kabeltrommel altijd helemaal af.
■
Beschadigde of sterk verslechterde verlen-
gingskabels mogen niet gebruikt worden.
SUB 10000 - 13000 DS | TWIN 11000 - 14000 | SUB 11000
Veiligheidsinstructies
2
. Wikkel