Tabel 4
Voor het
laden
Tijdens
opladen
Controlelampje
Na opladen
(rood)
Oververhitting
standby
(2) Batreffende de temperatuur van de oplaadbare
batterij
De temperaturen voor herlaadbare batterijen worden
weergegeven in Tabel 5. Oververhitte batterijen
moeten een tijdje afkoelen voordat ze worden
herladen.
Tabel 5 Temperatuur voor opladen van baterijen
Oplaadbare batterijen
BCL1415, BCL1430, EBL1430,
BCL1815, EBM1830
(3) Tijd die benodigd is voor het opladen
De oplaadtijden in de onderstaande Tabel 6 zijn
afhankelijk van de kombinatie van acculader en
batterij.
Tabel 6
Oplaadtijden (bij 20°C)
Acculader
Batterij
BCL1415, BCL1815
BCL1430, EBL1430,
EBM1830
OPMERKING:
De tijd voor het opladen verschilt afhankelijk van
de omgevingstemperatuur en het spanningsvoltage.
4. Trek de stekker van het oplaadapparaat uit het
stopkontakt
5. Houd het oplaadapparaat stevig vast en trek de
batterij er uit
OPMERKING:
Verwijder de batterijen na het opladen uit de lader
en bewaar de batterijen vervolgens op de juiste
manier.
Om langdurig gebruik van de batterij te bevorderen.
(1) Laad batterij op vóórdat ze volledig uitgeput zijn.
Merkt u dat de gevoede apparatuur minder krachtig
gaat werken, onderbreek dan het gebruik en laad
de batterij op. Als u apparatuur op batterijvoeding
te lang blijft gebruiken, kan dit leiden tot teruglopen
van de batterijwerking en eventueel zelfs
beschadiging ervan.
Aanduidingen van het controlelampje
Knippert
Brandt ongeveer 0,5 sekonde.
Brandt ongeveer 0,5 sekonde niet.
(Uit voor 0,5 sekonde)
Brandt
Blift branden
Knippert
Brandt ongeveer 0,5 sekonde.
Brandt ongeveer 0,5 sekonde niet.
(Uit voor 0,5 sekonde)
Knippert
Brandt ongeveer 1 sekonde.
Brandt ongeveer 0,5 sekonde niet.
(Uit voor 0,5 sekonde)
Geschikte temperatuur
voor het opladen
0°C – 50°C
UC18YGL2
Circa. 40 min.
Circa. 90 min.
(2) Verricht het opladen niet bij hoge temperatuur.
Een oplaadbare batterij zal onmiddellijk na gebruik
gewoonlijk erg warm zijn. Als u een dergelijke batterij
onmiddellijk gaat opladen, zal de chemische balans
in het inwendige verstord worden en zal de
levensduur van de batterij afnemen. Laat de batterij
daarom even afkoelen, voor u met opladen begint.
LET OP
Wanneer de batterijlader onafgebroken wordt
gebruikt, zal deze warm worden, waardoor fouten
worden veroorzaakt. Nadat het laden is voltooid,
wacht u best 15 minuten tot de volgende lading.
Als de batterij wordt herladen wanneer ze warm is
door batterijgebruik of blootstelling aan zonlicht,
kan het controlelampje groen oplichten.
De batterij wordt niet herladen. Laat in dat geval
de batterij afkoelen voor het laden.
VOOR HET GEBRUIK
1. Gereedmaken en kontroleren van de werkplaats
Kontroleer of de werkplaats geschikt is door
nauwkeurig de genormde voorzorgsmaatregelen op
te volgen.
BEDIENING
1. Controleer de stand van de koppelingsinstelling
(Zie Afb. 5)
Het aantrekkoppel wordt ingesteld aan de hand van
de stand van deze koppelingsinstelling.
(1) Bij gebruik van deze machine als schroevendraaier
plaatst u één van de nummers "1, 3, 5 ... 22" op
de koppelingsinstelling, of een stip, tegenover het
driehoekje op de machine.
(2) Bij gebruik van deze machine als boor plaatst u de
boor-markering "
tegenover het driehoekje.
Nederlands
De batterij is oververhit. De
batterij kan niet opgeladen
worden (het opladen wordt
hervat wanneer de batterij
is afgekoeld).
" op de koppelingsinstelling
51