Preface
2. Selecteer Utility > Self Test (Hulpprogramma > Zelftest) in de menubalk bovenaan om het Self Test (Zelftest)-configuratiemenu te
openen.
3. Controleer of de status van alle zelftests voor inschakelen Passed (Goed) is.
Als bij één of meer zelftests voor inschakelen Failed (Mislukt) staat:
a) Schakel het instrument uit en weer in.
b) Tik op Utility > Self Test (Hulpprogramma > Zelftest). Als bij één of meer zelftests voor inschakelen nog steeds Failed (Mislukt)
staat, neemt u contact op met de klantenservice van Tektronix.
Sondes verbinden met het instrument.
Sonde verbinden het instrument met uw te testen apparaat (DUT). Gebruik een sonde die het best overeenkomt met uw
signaalmetingsbehoeften.
Figuur 2: Sondes aansluiten op de 4-serie MSO
Sondes aansluiten
TPP-serie, TekVPI+, TekVPI of andere ondersteunde Tektronix analoge sondes aansluiten door deze in een FlexChannel-aansluiting te
drukken. De basisvergrendeling van de sonde vergrendelt zich met een 'klik' wanneer de sonde op de juiste positie is geplaatst.
TekVPI-sondes stellen de kanaalingangsparameters voor die sonde automatisch in (bandbreedte, demping, beëindiging, enzovoort). Als
een sonde een Menu-knop heeft, drukt u op die knop om een configuratiemenu te openen op het scherm. Volg de instructies die worden
gegeven voor actieve sondes om de parameters in te stellen (automatisch nul, demagnetiseren, enzovoort).
Om een TLP058 FlexChannel Logic Probe of een TDP7700-serie TriMode™-sonde aan te sluiten:
1. Verplaats de vergrendelingshendel naar de ontgrendelde positie en laat deze vervolgens los om de vergrendelingshendel te resetten
naar de middenpositie.
2. Plaats de sonde in een FlexChannel-aansluiting totdat deze volledig juist is gepositioneerd en het vergrendelingsmechanisme klikt.
3. Verplaats de vergrendelingshendel naar de vergrendelde positie. Het statuslampje moet onderbroken groen zijn.
4. Om de TLP058-sonde los te koppelen, verplaatst u de vergrendelingshendel naar de ontgrendelde positie en trekt u de sonde uit de
aansluiting. Trek niet aan de lintkabel om de sonde te verwijderen.
Sluit een BNC-sonde of -kabel aan door deze in een kanaal BNC-bajonetaansluiting te duwen en het vergrendelingsmechanisme rechtsom
te draaien totdat dit wordt vergrendeld.
Opmerking: Door een sonde aan te sluiten, wordt dat kanaal niet automatisch ingeschakeld (actief gemaakt). Gebruik de
besturingselementen van het instrument of de programmeerinterface om een kanaal in te schakelen en het configuratiemenu te
openen om de sonde- of kabelinstellingen (bandbreedte, demping, beëindiging, enzovoort) te controleren of te wijzigen.
18