nl
Alle ledlampjes lichten achter elkaar kort op.
Daarna gaat de led voor de bedrijfsmodus rood knipperen; de leds voor de maximale aandrijf-
temperatuur en het maximale klimvermogen branden continu.
Als beide leds niet continu branden, drukt u tegelijkertijd op de knoppen d en g.
De afstandsbediening bevindt zich nu in de tandem-modus.
5. Druk op de F-C-A van de vrijgaveknop (B).
Ten minste twee leds lichten kort op, doven en gaan weer branden.
Alle aandrijvingen zijn correct gemonteerd.
6. Druk op de F-C-A van de inregelknop (A).
7. Druk aansluitend ca. 2 seconden op de knoppen d en e van de afstandsbediening.
De joystick word gekalibreerd.
De verbinding met de aandrijving wordt opgebouwd en de gegevens worden gekopieerd.
Als de leds d tot g op de afstandsbediening branden, zijn de gegevens correct gekopieerd. Het
inregelen is geslaagd.
8. Zet de afstandsbediening uit.
9. Als alle leds op de F-C-A gedoofd zijn, zet u de afstandsbediening zonder ingedrukte knoppen weer
aan.
Alle ledlampjes lichten achter elkaar kort op.
De led >Bedrijfsmodus< begint groen te knipperen.
10. Druk op vrijgaveknop (B) op de F-C-A.
Ten minste twee leds lichten kort op, doven en gaan weer branden.
Daarna beginnen alle vier leds op de F-C-A te knipperen. Iedere aandrijving kan draadloos met
de afstandsbediening communiceren.
INBEDRIJFSTELLING
Deze functies hoeven alleen uitgevoerd te worden wanneer het Mammut-systeem voor het eerst na de
montage wordt geactiveerd of wanneer een nieuwe afstandsbediening in gebruik moet worden genomen.
De eerste inbedrijfstelling bij uitlevering wordt normaal gesproken uitgevoerd door de vakgarage die de
aandrijvingen gemonteerd heeft.
LET OP!
Gevaar door verkeerde programmering!
Fouten bij de eerste inbedrijfstelling kunnen leiden tot fouten in de communicatie tussen af-
standsbediening en besturing. Dit kan gevaarlijke bediensituaties tot gevolg hebben.
Voer de eerste inbedrijfstelling uit op vrij terrein, zodat u vervolgens met voldoende afstand tot de
caravan een testrit met functiecontrole kunt uitvoeren.
Om eventuele overdrachtsfouten te voorkomen, dient u ervoor te zorgen dat tijdens de eerste inbe-
drijfstelling geen andere caravans met Mammutaandrijvingen in de buurt zijn.
Bedrijfsmodus kiezen
Alleen nodig wanneer de caravan niet op de plaats kan worden gedraaid.
1. Schakel de afstandsbediening in zoals beschreven in "Afstandsbediening en systeem afstellen" stap
1-5.
2. Controleer de LED-indicaties.
3. Wanneer de beide LED'S "maximaal stijgvermogen" en "maximale aandrijftemperatuur" branden,
drukt u tegelijkertijd één keer op de toetsen d en g.
56
694 570_e