INSTALLATIE BINNENUNIT
INSTALLATIE BINNENUNIT
Stap 4: Koelmiddelleiding aansluiten
Stap 4: Koelmiddelpijp aansluiten
4.1.
Kies op grond van de positie van het gat in de muur de meest geschikte modus om de leiding
4.1 Afhankelijk van de positie van het gat in de muur, selecteert u de juiste wijze van leidingwerk.
te leggen.
Er zijn drie optionele leidingsmodi voor binnenunits, zoals aangegeven in de onderstaande figuur:
Er zijn drie verschillende modi voor binnenunits, zoals onderstaande afbeelding toont:
In Pijpmodus 1 of Pijpmodus 3 moet een inkeping worden gemaakt door met een schaar de plastic
In leidingmodus 1 of leidingmodus 3 moet een inkeping gemaakt worden, met een schaar, om
folie van de pijpuitgang en de kabeluitgang aan de overeenkomstige kant van de binnenunit door
het plastic plaatje op de uitgang van de leiding en van de kabel op de overeenkomstige zijde
te knippen.
van de binnenunit door te snijden.
N.B.: Wanneer het plastic plaatje op de uitlaat afgesneden wordt, moet de snede glad
Let op: Bij het afsnijden van de plastic folie bij de uitlaat, moet de snede glad worden gemaakt.
afgewerkt worden.
1
2
4.2 Buigde verbindingsbuizen met de poort naar boven zoals aangegeven in de figuur.
4.2.
Buig de aansluitleidingen met de poort omhoog, zoals de afbeelding toont.
JA
JA
4.3 Demonteerde plastic afdekking in de pijpleidingen en verwijder de beschermkap op het uiteinde
4.3.
Neem de plastic afdekking van de leidingpoorten weg en verwijder de beschermende
van de pijpleidingaansluitingen.
afdekking op het uiteinde van de leidingconnectors.
4.4 Controleerof er vuil zit op de poort van de verbindingspijp en zorg ervoor dat de poort schoon is.
4.4.
Controleer of er vuil aanwezig is op de poort van de aansluitleiding en controleer of de poort schoon is.
4.5 Nadathet midden is uitgelijnd, draait u de moer van de verbindingspijp om de moer met de hand
4.5.
Nadat het midden uitgelijnd is, draait u de moer van de aansluitleiding met de hand zo strak mogelijk vast.
zo vast mogelijk aan te draaien.
4.6.
Gebruik een momentsleutel om het vast te draaien overeenkomstig de koppelwaarden in de
4.6 Gebruikeen momentsleutel om het aan te draaien volgens de aanhaalmomenten in
tabel met koppelwaarden (raadpleeg de tabel met koppelwaarden in het hoofdstuk
de tabel met aanhaalmomenten; (Zie de tabel met aanhaalmomenten in hoofdstuk
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ DE INSTALLATIE)
INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN)
4.7.
Omwikkel de koppeling met isolatietape.
4.7 Wikkelde verbinding in met de isolatiebuis.
Let op: Voor R32-koelmiddel moet de connector buiten worden geplaatst.
3
Buiten
Binnen
De connector moet buiten zijn
NEE
NEE
24
26
NL - 25
Pijpleiding uitgang
Leidinguitgang
Kabeluitgang
Kabeluitgang