•
Zorg ervoor dat alle te bewerken materialen stevig
bevestigd zijn. Verwijder spijkers, schroeven en andere
voorwerpen die het zaagblad kunnen beschadigen.
•
Controleer of er aan de onderkant van het werkstuk
voldoende ruimte voor het zaagblad is. Zaag geen
materialen die de maximum zaagdiepte van het
zaagblad overschrijden.
•
Gebruik uitsluitend scherpe zaagbladen. Vervang
beschadigde of verbogen zaagbladen onmiddellijk.
•
Laat de machine uitsluitend draaien met
gemonteerd zaagblad.
•
Beweeg de machine tijdens het zagen altijd rustig en
gelijkmatig voort en oefen geen zijdelingse druk op het
zaagblad uit. Zorg ervoor dat de bodemplaat geheel
op het werkstuk rust. Bij het zagen van bogen, cirkels
of andere ronde vormen zeer langzaam duwen.
•
Verwijder het zaagblad uit het werkstuk wanneer de
machine helemaal stilstaat. Raak het zaagblad niet
aan onmiddellijk na het zagen. Het zaagblad kan erg
heet zijn.
Juiste positie van de handen (Fig. A, N)
WAARSCHUWING: Om het risico op ernstig persoonlijk
letsel te verminderen, dient u ALTIJD de handen in de
juiste positie te hebben, zoals afgebeeld.
WAARSCHUWING: Om het risico op ernstig persoonlijk
letsel te verminderen, houdt u het ALTIJD stevig vast,
anticiperend op een plotseling reactie.
De juiste positie van de handen betekent één hand aan
de bovenhandgreep
16
, terwijl u met de andere hand de
hoofdgreep
vasthoudt.
15
Aan/Uit-schakelaar (Afb. A)
U kunt de decoupeerzaag starten door de Aan/Uit-schakelaar
in te knijpen.
Als u de decoupeerzaag langzamer wilt laten werken en wilt
laten stoppen, laat u de Aan/Uit-schakelaar los.
Variabele snelheid (Afb. E)
Als u de Aan/Uit-schakelaar indrukt, blijft het aantal slagen
per minuten toenemen, maar de maximumsnelheid van het
gereedschap wordt niet overschreden. Wanneer u de schakelaar
loslaat, neemt het aantal slagen per minuut af.
U moet steeds de vergrendelknop Aan/Uit indrukken
wanneer u het gereedschap niet gebruikt, zodat er niet de kans
bestaat dat het gereedschap per ongeluk wordt gestart.
Zagen
WAARSCHUWING: U kunt beter niet met de
decoupeerzaag werken zonder de zool omdat persoonlijk
letsel letsel kan ontstaan.
Insteekzagen (Afb. L)
Insteekzagen is een gemakkelijke methode om een gat te
zagen. U kunt de zaag direct in plaatmateriaal of een plank
steken zonder dat u eerst een gat hoeft te boren. Meet voor
het insteekzagen het oppervalk op dat moet worden gezaagd
en schrijf het duidelijk af met en potlood. Kantel vervolgens
de zaag naar voren tot de voorste rand van de zool op het
werkoppervlak rust en het zaagblad over de gehele slag vrij is
van het werkoppervlak. Schakel het gereedschap in en laat het
op volle snelheid komen. Pak de zaag stevig vast en breng de
achterste rand van het gereedschap langzaam omlaag tot het
zaagblad de volledig diepte bereikt. Houd de zool vlak tegen het
hout en begin te zagen. Haal het zaagblad niet uit de zaagsnede
zolang het nog beweegt. Het zaagblad moet volledig tot
stilstand komen.
Tegen opstaande kant zagen (Afb. M)
Tegen een opstaande kant zagen is nodig wanneer het zagen
eindigt tegen een wand of een obstakel, zoals een dekplaat.
Een van de gemakkelijkste manieren om tegen een opstaande
kant te zagen is een zaagblad voor opstaande kanten (DT2074)
te gebruiken. Het zaagblad voor opstaande kanten geeft het
bereik dat nodig is om helemaal tot de voorste rand van de zool
van de decoupeerzaag te zagen. Verwijder de anti-splinterinzet
en zet de zool terug in de 0° positieve stoppositie voordat u het
zaagblad voor het zagen tegen opstaande kanten installeert en
gebruikt. Voor de beste kwaliteit van de zaagsnede moet u het
zaagblad voor het zagen tegen een opstaande kant in positie 0
of in positie 1 voor rond zagen gebruiken. Het zaagblad voor het
zagen tegen een opstaande kant kan beter niet worden gebruikt
voor het beginnen van de zaagsnede omdat bij dit zaagblad
de zool niet door het werkoppervlak wordt ondersteund. Maak
gebruik van onderstaande praktische aanwijzingen voor het
zagen van hout.
Hout zagen
Geef het werkstuk te allen tijde voldoende ondersteuning.
Gebruik de instelling voor de hogere snelheid voor het zagen
van hout. Zet het gereedschap niet aan wanneer het zaagblad
tegen het te zagen materiaal rust. Hierdoor zou de motor
3
kunnen vastlopen. Plaats de voorzijde van de zool op het
te zagen materiaal en houd de zool van de decoupeerzaag
stevig tegen het hout. Oefen geen grote kracht uit op het
gereedschap, laat het zaagblad op eigen snelheid z'n werk
doen. Zet de decoupeerzaag uit wanneer de zaagsnede is
voltooid. Laat het zaagblad volledig tot stilstand komen en leg
de zaag opzij voordat u het werkstuk losmaakt.
Metaal zagen
Bij het zagen van dun metalen plaatmateriaal kunt u het beste
hout onder het plaatmateriaal klemmen; hierdoor is een schone
4
zaagsnede gegarandeerd zonder het risico van trilling of van
scheuren van het metaal. Denk er altijd aan dat u een fijner
zaagblad moet gebruiken voor ferro-metalen (metalen die
een hoog ijzergehalte hebben) en dat u een grover zaagblad
moet gebruiken voor non-ferro-metalen (metalen die geen
ijzer bevatten). Kies een instelling van een hoge snelheid voor
het zagen van zachte metalen (aluminium, koper, messing,
zachtstaal, gegalvaniseerde leidingen, plaatmetaal van buizen,
enz.) Kies een lagere snelheid voor het zagen van kunststoffen,
tegels, laminaat, harde metalen en gietijzer.
nEDERLanDs
79