» Sluit het batterijvak.
>
Bij zwakke
batterijen knippert de LED
tweemaal langzaam na iedere bediening van
de universele afstandsbediening. Vervang de
batterijen teneinde een goede werking te
waarborgen.
>
De code-opslag beveiligt alle opgeslagen
instellingen en codes bij het vervangen van
de batterijen of andere tijdelijke onderbre-
kingen van de voedingsspanning..
5. Setup
>
Houd de afstandsbediening voor een cor-
recte infrarood-overdracht altijd in de rich-
ting van het te bedienen toestel.
»
Druk op de toets „MODE" voor de selectie
van de secundaire apparatuurgroep: AUX,
AMP, DVB-T, CBL (alleen model 8 in 1).
»
Druk de Shift-toets in teneinde de blauwe
functietoetsen te gebruiken. De Shift-functie
wordt door opnieuw op de Shift-toets te
drukken gedeactiveerd, of automatisch, in-
dien ca. gedurende 30 seconden geen toets
wordt ingedrukt.
>
Indien gedurende ca. 30 seconden niets
wordt ingevoerd, wordt de Setup-modus
beëindigd. De LED knippert zesmaal en gaat
vervolgens uit.
D_leder type toestel kan onder een willekeurige
toets worden geprogrammeerd, bijv. kan een
televisietoestel onder DVD, AUX worden ge-
programmeerd.
>
U kunt met de universele afstandsbediening
geen toestel bedienen, zolang zich dit in
de Setup-modus bevindt. Verlaat de Setup-
modus, en selecteer het te bedienen toestel
met behulp van de toetsen voor de appara-
tuurselectie.
5.1 Directe code-invoer
Bij de levering van de universele afstandsbediening
is een codelijst inbegrepen. De codelijst toont
viercijferige codes van de meeste AV-apparatuur-
fabrikanten in alfabetische volgorde, gegroepeerd
naar het soort toestel (bijv. tv, dvd-speler enz.).
Indien het te bedienen toestel in de codelijst is
vermeld, is de directe code-invoer de eenvoudigste
invoermethode.
5.1.1 Schakel het toestel dat bediend moet worden
in.
5.1.2 Druk op de toets „SETUP" totdat de LED
continu brandt.
5.1.3 Selecteer met behulp van de apparatuurtoets
het toestel dat bediend moet worden, (bijv.
tv). Bij succesvolle selectie knippert de LED
eenmaal en brandt daarna continu.
5.1.4 Zoek in de codelijst naar het merk en type van
het te bedienen toestel.
5.1.5 Voer vervolgens de desbetreffende viercijfe-
rige code met behulp van de cijfertoetsen 0-9
in. De LED bevestigt de invoer van de afzon-
derlijke cijfers steeds met een kort knipperen
en gaat na het vierde cijfer uit.
Opmerkingen
*
Een geldige code wordt automatisch opgesla-
gen.
*
Bij een ongeldige code knippert de LED zesmaal
en gaat vervolgens uit. Herhaal de stappen
33
®
05.04.12
10:2