Selco WF 110 Instrucciones De Uso página 158

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 99
Hierdoor kan de energie aanvoer worden verminderd
wanneer dat noodzakelijk is bij dit deel van het werk
in deze fase als het materiaal al heel heet is, zodoende
wordt het risico op ongewilde deformaties verkleind.
Minimaal 20%, maximaal 200%, fabrieksinstelling 120%
18
Puntlassen
Voor het activeren van het proces puntlassen en om de
lastijd te bepalen.
Minimaal 0.1 sec., maximaal 25 sec., fabrieksinstelling uit
19
Pauze punt
Voor het activeren van het proces "pauze punt" en om
een rusttijd tussen een las en de volgende las te bepalen.
Minimaal 0.1 sec., maximaal 25 sec., fabrieksinstelling uit
20
Laatste stroom
Maakt het mogelijk de stroom levering te regelen in de
nabrand fase.
Laat een min of meer 'gewelddadige' verbranding van
de draad toe.
Minimaal 12A, maximaal Imax, fabrieksinstelling syn
36
Stickout kalibreren
Maakt het mogelijk om de algemene waarden te kali-
breren afhankelijk van de werk condities van het sys-
teem.
Maakt het mogelijk dat de waarden van de parameters
zoals ze zijn ingegeven en af te lezen zijn exact gelijk
zijn (raadpleeg het gedeelte Stickout kalibreren).
37
Bewaken van de limieten
Maakt het instellen mogelijk van de waarschuwings-
grens en van de bewaking van de limieten.
Maakt een accurate controle mogelijk van de diverse las
fases.(raadpleeg het gedeelte bewaken van de limieten).
38
Aanvangsfilter
Maakt de controle mogelijk op de bewaking van de
limieten met een in te stellen vertraging met betrekking
tot het aanslaan van de boog.
Maakt het mogelijk de fase van aanslaan te filteren
(raadpleeg het gedeelte bewaken van de limieten).
39
Uitgangsfilter
Maakt het mogelijk de controle uit te schakelen vooraf-
gaand aan de natuurlijke afsluiting van de las.
Maakt het mogelijk de afsluitingsfase te filteren. (raad-
pleeg het gedeelte bewaken van limieten).
40
Stroom aflezen
Toont de werkelijke waarde van de lasstroom.
Maakt het mogelijk dat de methode om de lasstroom
te tonen wordt aan gezet (raadpleeg het gedeelte
Interface personificatie).
41
Voltage aflezen
Toont de werkelijke waarde van het las voltage.
Maakt het mogelijk dat de methode om het voltage te
tonen wordt aan gezet (raadpleeg het gedeelte Interface
personificatie).
42
Gasstroom aflezen
Maakt het tonen van de werkelijke waarde van de gas-
stroom mogelijk.
Maakt het instellen van het tonen van de waarde van
de gasstroom mogelijk (raadpleeg het gedeelte Interface
personificatie).
43
Bewegingssnelheid van de robot
Maakt het mogelijk dat de bewegingssnelheid van de
arm van een robot of van een automatisch apparaat
wordt getoond.
44
Stapsgewijze regeling
Maakt het stapsgewijze regelen van de parameter met de
persoonlijke instellingen van de lasser mogelijk..
Minimaal 1, maximaal Imax, fabrieksinstelling 1
158
45
Externe parameter 1
Maakt het mogelijk externe parameter 1 te reguleren
(minimale waarde, maximale waarde, waarde ingesteld
door de fabriek, geselecteerde parameter).
(raadpleeg het gedeelte Externe controle reguleren).
46
Externe parameter 2
Maakt het mogelijk externe parameter 2 te
reguleren(minimale waarde, maximale waarde, waarde
ingesteld door de fabriek , geselecteerde parameter).
(raadpleeg het gedeelte Externe controle reguleren).
47
Blokkeer/deblokkeer
Maakt het mogelijk de controle knoppen op het paneel
te blokkeren en een bescherm code in te voeren ( raad-
pleeg het gedeelte Blokkeer / deblokkeer).
48
Stapsgewijze aanpassing
Maakt aanpassing mogelijk van de verschillende stap-
pen van de up-down toetsen.
Minimaal uit, maximaal 10, fabrieksinstelling 5
49
Contrast
Voor het regelen van het contrast van de display.
Minimaal 0, maximaal 50, fabrieksinstelling 25
Lijst parameters in de set up (Pulserend MIG/MAG)
0
Opslaan en afsluiten
Om de wijzigingen op te slaan en de parameter te ver-
laten.
1
Reset
Om alle parameter weer op de fabrieksinstelling terug
te brengen.
2
Synergie
Zorgt voor de keuze van het handmatig MIG (
of synergisch MIG proces (
van het soort materiaal dat gelast moet worden.
(Raadpleeg het gedeelte Synergische lijnen scherm).
3
Draadsnelheid
Maakt de regeling mogelijk van de snelheid van de
draadtoevoer.
Minimaal 1 m/min., maximaal 22 m/min., fabrieksin-
stelling 1.0m/min
4
Stroom
Maakt het mogelijk de lasstroom te regelen.
Minimaal 6A, maximaal Imax
5
Dikte van het onderdeel
Maakt het mogelijk dat de dikte van het deel dat wordt
gelast ingesteld wordt. Maakt de instelling mogelijk van
het systeem doormiddel van het reguleren van het te
lassen deel.
6
Voltage
Maakt de regeling mogelijk van de lasboog.
Maakt de regeling mogelijk van de lengte van de boog
tijdens het lassen.
Hoog voltage = lange boog
Laag voltage = korte boog
Minimum -9.9V, maximum +9.9V, fabrieksinstelling syn
7
Hoogste stroom
Maakt de regeling mogelijk van de stroom stoot.
Maakt het mogelijk de omvang van de druppels van het
gesmolten materiaal die van de draad af komen groter of
kleiner te maken.
Minimaal -50A, maximaal +50A, fabrieksinstelling syn
8
Basis stroom
Maakt de regeling mogelijk van de onderhoudsstroom.
Maakt het mogelijk de hitte te vergroten of verkleinen in
het smelt bad en de energie van de elektrische boog.
Minimaal -50A, maximaal + 50A, fabrieksinstelling syn
)
) door het instellen
loading