Elektrisch gereedschap dat niet via de schakelaar
bediend kan worden is gevaarlijk en moet
onmiddellijk gerepareerd worden.
c) Haal de stekker uit het stopcontact en/of
verwijder de accu, als deze losgemaakt kan
worden, van het elektrische gereedschap
voordat u afstellingen verricht, accessoires
verwisselt of voordat u het elektrische
gereedschap opbergt.
Dergelijke preventieve veiligheidsmaatregelen
verminderen het risico dat het elektrisch
gereedschap per ongeluk opstart.
d) Berg elektrisch gereedschap buiten het bereik
van kinderen op en sta niet toe dat personen
die niet bekend zijn met het juiste gebruik van
het gereedschap of deze voorschriften dit
elektrisch gereedschap gebruiken.
Eletrisch gereedschap is gevaarlijk in onbevoegde
handen.
e) Verzorg het elektrische gereedschap en
accessoires. Controleer het gereedschap op
een foutieve uitlijning, vastgelopen of defecte
bewegende onderdelen en andere problemen
die van invloed kunnen zijn op de juiste
werking van het gereedschap. Indien het
gereedschap defect of beschadigd is moet het
gerepareerd worden voordat u het
gereedschap opnieuw gebruikt.
Slecht onderhouden elektrisch gereedschap is
verantwoordelijk voor een groot aantal doe-het-zelf
ongelukken.
f) Houd snijwerktuigen scherp en schoon.
Goed onderhouden snijwerktuigen met scherpe
snijranden lopen minder snel vast en zijn
gemakkelijker in het gebruik.
g) Elektrisch gereedschap, toebehoren, bits enz.
moeten in overeenstemming met deze
instructies worden gebruikt, waarbij de
werkomstandigheden en het werk dat gedaan
moet worden in overweging moeten worden
genomen.
Gebruik van het elektrisch gereedschap voor
andere doeleinden dan waarvoor het is bedoeld,
kan resulteren in een gevaarlijke situatie.
h) Houd de handvat- en greepoppervlakken
droog, schoon en vrij van olie en vet.
Glibberige handvat- en greepoppervlakken zorgen
voor onveilig gebruik en onveilige bediening van het
gereedschap in onverwachte situaties.
5) Gebruik en onderhoud van de accu
a) Herlaad alleen met de lader die door de
fabrikant wordt gespecificeerd.
Een lader die geschikt is voor één bepaald type
accu kan brandgevaar veroorzaken bij gebruik met
een andere accu.
b) Gebruik elektrisch gereedschap alleen met de
specifiek daarvoor bestemde accu's.
Het gebruik van andere accu's kan letsel of brand
veroorzaken.
c) Wanneer de accu niet in gebruik is, moet u
deze uit de buurt houden van andere metalen
voorwerpen zoals paperclips, munten, sleutels,
spijkers, schroeven of andere kleine metalen
voorwerpen die de contacten zouden
kortsluiten.
Kortsluiten van de accucontacten kan brandwonden
of brand veroorzaken.
d) Bij een verkeerd gebruik kan er vloeistof uit de
accu lekken; vermijd elk contact daarmee. Als u
dit onverhoopt toch aanraakt, moet u goed met
water spoelen. Indien de vloeistof in contact
komt met de ogen, moet u ook onmiddellijk
medische hulp inroepen.
Vloeistof die uit de accu lekt kan irritatie en
brandwonden veroorzaken.
e) Gebruik geen accu of gereedschappen die zijn
beschadigd of aangepast.
Beschadigde of aangepaste accu's kunnen
onvoorspelbaar gedrag vertonen, wat brand,
explosie of risico op letsel veroorzaakt.
f) Stel een accu of gereedschap niet bloot aan
vuur of excessief hoge temperaturen.
Blootstelling aan vuur of temperaturen boven de
130°C kan een explosie veroorzaken.
g) Volg alle instructies voor het opladen en laad
de accu of het gereedschap niet op buiten het
temperatuurbereik dat in de
gebruikershandleiding wordt voorgeschreven.
Onjuist opladen of bij temperaturen buiten het
voorgeschreven bereik kan de accu beschadigen
en het risico op brand verhogen.
6) Onderhoud
a) Het gereedschap mag uitsluitend door bevoegd
onderhoudspersoneel worden onderhouden en
er mag daarbij uitsluitend gebruik gemaakt
worden van identieke vervangingsonderdelen.
Hierdoor kunt u er op rekenen dat het elektrisch
gereedschap veilig blijft.
b) Probeer beschadigde accu's nooit te repareren.
Onderhoud aan accu's dient alleen te worden
uitgevoerd door de fabrikant of erkend
onderhoudspersoneel.
VOORZORGSMAATREGELEN
Houd kinderen en kwetsbare personen op een
afstand.
Het gereedschap moet na gebruik buiten het bereik
van kinderen en andere kwetsbare personen worden
opgeborgen.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR
VERSTEKZAAG
1. Verstekzagen zijn bedoeld om hout of houtachtige
producten te zagen, ze kunnen niet worden
gebruikt met schurende doorslijpschijven voor het
snijden van ijzerhoudend materiaal zoals staven,
stangen, tapeinden, enz.
Schurend stof zorgt ervoor dat bewegende delen, zoals
de onderste beschermkap, vastlopen. Door vonken bij
schurend zagen, zullen de onderste afscherming, het
kerfinzetstuk en andere plastic onderdelen branden.
2. Gebruik klemmen om het werkstuk te
ondersteunen wanneer dit mogelijk is. Als het
werkstuk met de hand wordt ondersteunt, moet u
uw hand altijd ten minste 100 mm van een van de
zijden van het zaagblad houden. Gebruik deze
zaag niet voor het zagen van stukken die te klein
zijn om stevig te worden geklemd of met de hand
vast te houden.
Als uw hand zich te dicht bij het zaagblad bevindt,
verhoogt dit de kans op letsel door contact met het
zaagblad.
3. Het werkstuk moet stil liggen en worden
vastgeklemd of tegen zowel de geleider als de tafel
gehouden worden. Voer het werkstuk niet aan
tegen het zaagblad en zaag op geen enkele wijze
„uit de vrije hand".
87
Nederlands