Zorg er daarna voor dat u het apparaat
volledig weer in elkaar zet.
Het apparaat onmiddellijk uitscha-
kelen als er schuim of vloeistof naar
buiten komt.
Waszuiger
Gebruik voor het waszuigen
uitsluitend het wasmondstuk met
opzetstuk voor harde oppervlakken
(
24) of het wasmondstuk voor
textielreiniging (
1. Zet de schuimstoffilter (11) op de filter-
korf (4a).
Om scheuren in de schuimstoffilter (11)
te voorkomen,
gebruikt u uitsluitend droge filters;
vouwt u de rand van de filter een
beetje terug om de filter te plaatsen
en schuift u de filter vervolgens weer
terug.
2. Vul de watertank (
water (max. 4 l). Let op de markerin-
gen aan het reservoir (
3. Trek (niet duwen!) het mondstuk
23/24) in banen over het tapijt/
(
textiel.
Laat de banen enigszins overlappen,
om een grondige reiniging te garande-
ren.
4. Druk op de hendel van de sproeifunc-
tie (
15a) op het handvat om de
sproeifunctie in te schakelen.
5. Maak het reservoir (7) meteen na het
zuigen leeg, omdat het niet geschikt is
om vloeistoffen in te bewaren (zie „Rei-
niging/onderhoud").
Als het waterreservoir erg vuil of
bevlekt is, voeg dan een beetje
23).
19) met schoon
19).
schoonmaakmiddel toe, bijvoorbe-
eld tapijt- en kussenreiniger
(
25).
Reiniging/onderhoud
De netstekker eruit trekken.
Gevaar door elektrische schok.
Algemene
reinigingswerkzaamheden
Spuit het apparaat niet met
water af en maak geen
gebruik van bijtende reini-
gings- c.q. oplosmiddelen.
Het apparaat zou beschadigd
kunnen worden.
•
Verwijder de watertank (
leeg het reservoir (
•
De reservoir (
doek reinigen.
•
Was het schuimstoffilter (
lauw water en zeep en laat het dro-
gen.
•
Spoel de waterkanalen (
met helder water.
•
Vervang volle stofzakken (
"Reserveonderdelen/Accessoires" be-
stelling).
•
Monteer na het voltooien van de reini-
gingswerkzaamheden de motorkop
(
4) en de watertank (
•
Het apparaat voor ieder gebruik con-
troleren op zichtbare mankementen,
bijvoorbeeld aan de netkabel, en be-
schadigde onderdelen laten repareren
of vervangen.
Onderhoud
Het apparaat is vrij van onderhoud.
NL
BE
19) en
7) na gebruik.
7) met een vochtige
11) met
13+17)
12) (zie
19).
51