Hisense Hi-Therma Serie Manual De Instalación Y Mantenimiento página 239

Ocultar thumbs Ver también para Hi-Therma Serie:
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 83
LEIDINGEN
7 LEIDINGEN
Zorg dat de installatie van de leidingen voor het koelmiddel
overeenkomt met de EN378 norm en plaatselijke wetgeving.
7.1 ALGEMENE OPMERKINGEN
OVER HET UITVOEREN VAN
LEIDINGSWERKEN
Bereid de koperen leidingen (niet meegeleverd) voor.
Kies leidingen met de juiste diameter en van het juiste
materiaal die voldoende druk verdragen.
Kies schone, koperen leidingen. Controleer of er geen stof of
vocht in de leiding zit. Blaas de binnenkant van de leidingen
schoon met zuurstofvrije stikstof om eventueel stof en ander
vreemd materiaal te verwijderen voordat u de leidingen op
elkaar aansluit.
?
O P M E R K I N G
Een systeem zonder vocht of vervuiling door olie levert optimale prestaties
en een optimale levensduur vergeleken met een slecht voorbereid
systeem. Zorg er vooral goed voor dat alle koperen leidingen van binnen
schoon en droog zijn.
Plaats een kapje op het uiteinde van de leiding wanneer u
de leiding via een gat in de muur moet plaatsen.
Leg de leidingen niet op de vloer zonder dat u een
eindstop of kleefband over de uiteinden van de leiding hebt
aangebracht.
Als u de leidingen niet binnen een dag kunt installeren maar
daar langer voor nodig hebt, soldeert u de uiteinden van de
leiding dicht en vult u de leiding met zuurstofvrije stikstof via
een Schrader-klep om te voorkomen dat de binnenkant van
de leiding vochtig of vuil wordt.
Het is raadzaam de waterleidingen, de verbindingsstukken
en aansluitingen te isoleren, om warmteverlies en
dauwvorming op de leidingen of ongevallen door hete
leidingoppervlakken te voorkomen.
Gebruik geen isolatiemateriaal dat NH
koper van de leiding kan beschadigen waardoor dit later kan
gaan lekken.
We raden aan flexibele verbindingsstukken te gebruiken
voor de inlaat- en uitlaatleidingen, om de overdracht van
trillingen te voorkomen.
Het koelmiddelcircuit en het watercircuit moeten door een
erkend technicus worden geïnstalleerd en geïnspecteerd en
moeten voldoen aan alle relevante Europese en nationale
reglementen.
Na het aansluiten van de leidingen moet een geschikte
inspectie worden uitgevoerd om te verzekeren dat er geen
lekkage in het watercircuit zit.
7.2 KOELMIDDELLEIDING AANSLUITEN
De afmetingen van de leidingaansluiting voor de binnenunit
wordt hieronder weergegeven.
Het vereiste aandraaimoment wordt hieronder weergegeven.
?
Schroef de moerdop vast met twee moersleutels. Om warmtelekkage
van gasleiding, vloeistofleiding en aansluitmoerdop te voorkomen, moet
warmtebehoudend materiaal worden gebruikt.
bevat, omdat dit het
3
7.3 AANSLUITING WATERLEIDING
(1) De afmetingen van de leidingaansluiting voor de binnenunit.
11
De plaats van de pijpleidingen voor koelmiddel en water
wordt hieronder aangegeven.
Waterin-
Water-
Vloeistof-
laat
uitlaat
leiding
Model
Gasleiding
044 (2,0 HP)
060 (2,5 HP)
Ø15,88 (5/8")
080 (3,0 HP)
Leiding-diameter
Ø 6,35
Ø 9,53
Ø 12,7
Ø 15,88
O P M E R K I N G
Model
Waterinlaat
044 (2,0 HP)
060 (2,5 HP)
G1" (mannelijk)
080 (3,0 HP)
Gaslei-
ding
Vloeistofleiding
Ø9,53 (3/8")
Aandraaimoment (N·m)
14~18
33~42
50~62
63~77
Wateruitlaat
G1" (mannelijk)
loading