Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
Voorwoord
Het verheugt ons dat u een OLIGO – systeem gekozen heeft.
U heeft met CHECK in een hoogwaardig product gekocht dat uiterst zorgvuldig geproduceerd en verpakt werd.
De in deze systeemhandleiding voor u samengestelde informatie en aanwijzingen dienen voor een deskundige montage en
het correcte gebruik van het met netspanning aangedreven railsysteem CHECK IN.
Gelieve deze brochure vóór de montage van het systeem zorgvuldig te lezen en in het bijzonder de veiligheidsaanwijzingen in
acht te nemen!
Uw
OLIGO - Team
Veiligheidsaanwijzingen
•
Voor de werken aan het systeem of aan de componenten van het systeem moet absoluut de netspanning uitgeschakeld wor-
den.
•
De montage mag enkel door bevoegd en gespecialiseerd personeel uitgevoerd worden.
•
Tijdens de montage moeten de installatievoorschriften volgens VDE 0100 in acht genomen worden.
•
Het railsysteem CHECK IN is niet geschikt om in vochtige ruimtes geïnstalleerd te worden.
•
Het systeem is geschikt voor binnenruimtes met een max. omgevingstemperatuur van 25°C.
•
Uitsluitend componenten van het CHECK IN – systeem gebruiken.
•
WAARSCHUWING: Gevaar door elektrische schokken!
Vóór de inbedrijfstelling van het systeem moeten alle uiteinden van de rails met de desbetreffende eindkappen
(Art.-Nr. 31-601-10-XX) gesloten worden, en moeten alle componenten gemonteerd zijn.
•
Houd er rekening mee dat verlichtingsmiddelen en lampen tijdens het bedrijf hoge temperaturen ontwikkelen. Bijgevolg moet
de minimum afstand tussen het verlichtingsmiddel en de ontvlambare voorwerpen minstens 50 cm bedragen.
•
Alle bevestigingspunten moeten vóór de inbedrijfstelling van het systeem op hun vaste zitting gecontroleerd worden.
•
Schermen en/of veiligheidsglazen die aan de lampen aangebracht zijn moeten in een perfecte toestand gemonteerd zijn.
Gebarsten schermen en/of veiligheidsglazen moeten onmiddellijk vervangen worden.
•
Het railsysteem CHECK IN is voor een dimensiespanning van 230 V AC (max. 250V AC) ontworpen en met max. 16 A (3600W)
belastbaar.
•
Voor het dimmerbedrijf enkel passende dimmers (zie "Aanwijzingen voor dimbaarheid", pagina 36 en volgende) gebruiken.
•
Bij een gemeenschappelijk gebruik van gloeilampen en elektronische voorschakeltoestellen kan het systeem niet gedimd wor-
den.
•
Geen voorwerpen (decoratiemateriaal, kabels e.d.) boven het systeem hangen die de elektrische, mechanische of thermische
veiligheid in gevaar zouden kunnen brengen.
•
Voor schaden die door een foutieve montage of een gebruik dat niet conform de regels is ontstaan kan geen aansprakelijkheid
aanvaard worden.
•
Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker de elektrische, mechanische en thermische verdraagzaamheid tussen het
contactrailsysteem en de daarop aangebrachte lampen en verlichtingsmiddelen te verzekeren.
Raildrager
MONTAGE VAN DE RAILDRAGERS
De afstand tussen de raildragers mag max. 1500 mm bedragen!
De statische belasting mag tussen twee dragers maximum 5 kg bedragen, met andere woorden, bij een raildragerafstand
van bijvoorbeeld 750 mm kan een raillengte van 150 mm met max. 10 kg (2 x 5 kg) belast worden.
Bij montage op rigips, gipskarton of soortgelijke plafonds moet geschikt bevestigingsmateriaal gebruikt worden (bijvoorbeeld
plugs voor holle ruimtes, enz.).
De raildrager type A 50 mm (Art.-Nr. 31-301-10-XX) kan niet in de hoogte versteld worden.
Voor de montage op schuine daken is een bijkomend gewricht (Art.-Nr. 62-303-01-XX) beschikbaar dat tussen
de plafondfl ens en de stangopname gemonteerd kan worden.
Systeemhandleiding
NL
31
