nl
NEDERLANDS
32
Gevaar!
Ook bij een stilstaand zaaglint bestaat er nog
gevaar voor snijwonden. Gebruik voor het
losmaken en aantrekken van de
bevestigingsschroeven een gereedschap, dat
uw hand een voldoende afstand tot het
zaaglint mogelijk maakt.
2. Vier bevestigingsschroeven (34) losmaken.
34
3. Lijn de zaagtafel zo uit dat het zaaglint in het
midden van het tafelinlegprofiel bevindt.
4. Vier bevestigingssschroeven (34) weer vast-
draaien.
5. Zeskantmoer (33) slechts zo ver vastdraaien,
totdat de zaagtafel nog lichtjes kan zwenken.
6. Klemhendel (32) aantrekken.
Zaagtafel loodrecht uitlijnen
1. Breng de bovenste lintgeleider helemaal naar
boven (zie "Bediening").
2. Controleer de spanning van het zaaglint (zie
"Ingebruikneming").
3. Klemhendel (32) losmaken.
4. Met behulp van een hoek de zaagtafel haaks
ten opzichte van het zaagband uitrichten en de
klemhendel (32) weer aantrekken.
5. Draai de contramoer (35) los en stel de eind-
aanslagschroef (36) in tot deze de zaagbehui-
zing net raakt.
35
36
6. Draai de contramoer vast.
7.2 Zaag bevestigen
Voor een veilige stand moet de zaag op een
stevige ondergrond worden bevestigd:
1. Boor 4 gaten in de ondergrond.
32
2. Steek de schroeven van boven door de basis-
33
plaat van de zaag en draai ze vast.
7.3 Zaagtafel monteren
1. Draai de eindaanslagschroef (36) aan de
onderkant van de zaagtafel erin.
2. Plaats de zaagtafel over het zaaglint en laat
het zakken tot op de zaagtafelgeleiding.
3. Zaagtafel met elk vier schroeven (37) en borg-
schijfjes bevestigen op de zaagtafelgeleiding.
37
7.4 Zaaglint aanspannen
Gevaar!
Een te hoge spanning kan leiden tot een
breuk van het zaaglint. Bij een te lage
spanning kan het aandrijfwiel beginnen te
slippen, waardoor het zaaglint komt stil te
staan.
1. Breng de bovenste lintgeleider helemaal naar
boven (zie "Bediening").
2. Spanning controleren:
Met de vinger in het midden tussen de
zaagtafel en de bovenste bandgeleiding
zijdelings tegen het zaaglint drukken (het
zaaglint mag zich slechts om 1 tot 2 mm
zijdelings laten indrukken).
Instelling aan de weergave van de
zaaglintspanning controleren. De schaal
geeft de correcte instelling afhankelijk van
de breedte van het zaaglint weer.
3. Corrigeer de spanning indien nodig:
Verhoog de spanning door het instelwiel (21)
naar rechts te draaien.
Verlaag de spanning door het instelwiel (21)
naar links te draaien.
7.5 Aanslaggeleidingsprofiel monteren
Bevestig het aanslaggeleidingsprofiel (12) met
vier vleugelschroeven en veerringen aan de
zaagtafel.
7.6 Parallelle aanslag monteren
De parallelle aanslag kan zowel links als rechts
van het zaaglint gemonteerd worden.
1. Parallelle aanslag in de aanslaggeleiding
2. Klemhendel (38) van de parallelle aanslag
36
7.7 Zaagselafzuigsysteem aansluiten
Sommige soorten zaagstof (bijv. van eiken-,
beuken- en essenhout) kunnen bij inademing
kankerverwekkend zijn: werk in gesloten
ruimtes alleen met een zaagselafzuigsysteem
(luchtsnelheid aan de aansluiting van de zaag
20 m/s, hoeveelheid lucht 460m
Het werken zonder zaagselafzuiginstallatie is
alleen toegestaan:
in de openlucht;
bij kortstondig gebruik
(gedurende max. 30 minuten);
met stofmasker.
Als er zonder afzuigsysteem gewerkt wordt,
dan hoopt er zich binnenin de lintzaag
zaagsel op. Deze ophopingen moeten
regelmatig verwijderd worden.
Een zaagselafzuigsysteem of een industriële
stofzuiger met een aangepaste adapter op de
zaagselafziugaansluiting aansluiten.
7.8 Zaaglint vervangen
Ook bij een stilstaand zaaglint bestaat er nog
gevaar voor snijwonden. Bij het vervangen
van een zaaglint moet u
veiligheidshandschoenen dragen.
Gebruik uitsluitend geschikte zaaglinten (zie
"Technische gegevens").
1. Draai de vier vleugelschroeven los en verwij-
21
12
38
inhangen.
vast draaien.
Gevaar!
Opgelet!
Gevaar!
der het aanslaggeleidingsprofiel (12) voor de
parallelle aanslag.
3
/h).