13.7 rAdiAtEUr BEsCHErMiNGs GAAs
deze dient U periodiek te controleren.
Niet aanwezig op het model PG220.
13.8 Motor BEsCHErMiNGs GAAs
deze dient U periodiek te controleren.
13.9 Motor oLiE FiLtEr
Raadpleeg de gebruikershandleiding of het onderhoudsboekje van de motor.
Verwijder het waterdichte schot A, alvorens de filter van de motorolie te handhaven.
13.10 BANdEN sPANNiNG
Wanneer de voorwielen van de machine niet dezelfde bandenspanning hebben, bestaat er de mogelijkheid dat
de messen het gras op verschillende hoogte maaien.
13.11 V-sNAAr sPANNiNGs rEGELAAr
- Na de eerste 5 tot 10 uur werken dient U de aftakas V-snaren af te stellen op de juiste spanning.
1) Zet de aftakas uit en markeer met een vilt stift de positie van de trekstang (Fig. 56/1).
2) de aftakas inschakelen en controleer of de op Fig. 56/2 gemarkeerde waarde 10-12 mm bedraagt. Wanneer
dit niet het geval is bouten A en B (Fig. 56/3 en 56/4) aandraaien.
Let op de afmeting van het cilinder oog.
13.12 rEiNiGEN VAN dE MACHiNE
13.13 CoNtAiNEr KANtEL CyLiNdEr VEt NiPPEL
Met hoogleegkiepinstallatie.
13.14 CoNtAiNEr KANtEL CyLiNdEr VEt NiPPEL
Zonder hoogleegkiepinstallatie
13.15 AANdrijFAs VEtNiPPELs
13.16 PEdAAL sMEriNG
Zie onderhoudstabel
13.17 HydrAULiC FiLtEr
14. sPECiFiEK oNdErHoUd
Voor specifiek onderhoud van de hydraulische veegmachine zult U contact op moeten nemen met een Gianni Ferrari dealer.
15. stALLiNG VAN dE MACHiNE
Wanneer de pG-SR maaimachine voor een lange tijd wordt gestald, is het noodzakelijk om enkele werkzaamheden
uit te voeren om er zeker van te zijn dat de machine weer efficient in gebruik genomen kan worden wanneer deze een
tijd heeft stil gestaan.
- demonteer de aanbouwwerktuigen van de machine en volg de aanwijzingen in de relevante gebruikshandleiding en
onderhoudsboekje om de machine voor "Stalling" klaar te maken.
- Voer alle werkzaamheden uit die in het gebruikers-, en onderhoudsboekje worden gegeven van de motor wanneer
deze voor de winter wordt gestald.
- Verwijder de accu, herlaad de accu en berg deze op in een droge, warme en geventileerde plaats.
- Reinig de motor met het oog op het aankoeken van grond, en gras resten.
- Voer de werkzaamheden uit die staan omschreven bij "dagelijks onderhoud", en voer wanneer nodig ook het "spe-
cifiek onderhoud" uit.
- parkeer de machine in een droge en geventileerde plaats en dek de machine af met een stoffen kleed, niet met plastic
omdat de machine dan vochtig blijft.
- Houd de banden ook tijdens langdurige stalling op spanning, en draai de wielen periodiek zodat deze rond blijven.
Zie cijfer 13.7
Zie cijfer 13.8
Zie cijfer 13.9
Zie cijfer 13.10
Zie cijfer 13.11
Zie cijfer 13.12
Zie cijfer 13.15
Zie cijfer 13.16
Zie cijfer 13.17
Zie cijfer 13.13
Zie cijfer 13.14
NL
99