Idiomas disponibles
Idiomas disponibles
Volgens de oorspronkelijke
fabrieksconfi guratie, is het MAC-adres ingesteld
op 126 en is de dip-switch ingesteld op 0
Het MAC-adres is de som van de getallen die
zijn INGESCHAKELD. Als bijvoorbeeld de
tweede (2), vijfde (16) en zesde (32) DIP-
schakelaar zijn INGESCHAKELD, is het
MAC-adres van het apparaat 50 (2 + 16 + 32).
Er wordt geadviseerd uitsluitend adressen van 3
tot en met 127 te gebruiken.
Moeten UITGESCHAKELD zijn
(stand 0)
Afbeelding 6: Gangbaar MAC-adres van apparaat
– DIP-schakelaar ingesteld op 50
Er wordt geadviseerd het volgende bereik te
gebruiken voor de BACnet MSTP MAC-
adresnummering:
Waarde
Gebruik
0
Bus Master
(gebouwregelaar)
1
Tijdelijke
inbedrijfstellingsaansluiting
2
Gereserveerd
3-127
MSTP-master
128-254
MSTP-slave
255
Uitzenden
De voeding van de regelaar moet onderbroken
en weer ingeschakeld worden nadat het
MAC-adres via de DIP-schakelaar is gewijzigd.
86
.
Apparaten
MSTP-adapter
Ongeldig voor Carrier
WTC-B apparaten
Mobiele adapter voor
een tijdelijke
onderhoudsaansluiting
Ander
Alle Carrier-apparaten
zijn master-apparaten
en moeten in dit
MAC-adresbereik zijn
Niet-Carrier-apparaten
en netwerksensoren
Niet gebruiken
Vanuit de oorspronkelijke fabrieksconfi guratie, wordt
het apparaat instantienummer (DevID) automatisch
geconfi gureerd met behulp van fabrikant-ID (Carrier
BACnet fabrikantidentifatie) bij het instellen van het
MAC-adres om netwerkadresconfl icten te
voorkomen.
Het apparaatinstantienummer wordt
automatisch bepaald met behulp van de
volgende formule:
DevID = ManufacturerID ×1000 + MAC
Bijvoorbeeld:
Fabrikant-ID: 16; MAC: 50
DevID = 16×1000 + 50 = 16050
Het apparaatinstantienummer moet uniek
zijn op het netwerk.
In het geval dat er meerdere MSTP-segmenten
op hetzelfde netwerk zijn, moet het
apparaatinstantienummer handmatig worden
ingesteld door een netwerktool, met inbegrip
van het subnetwerknummer, te gebruiken bij
het instellen van het MAC-adres om confl icten
met het netwerkadres te voorkomen.
Voor elk MSTP-segment (subnet) moet een uniek
subnetwerknummer worden gekozen. Dit
subnetwerknummer wordt ingesteld via de
confi guratietool van de BACnet MSTP-adapter.
Het apparaatinstantienummer wordt handmatig
bepaald met behulp van de volgende formule:
Fabrikant-ID x 10 000
DevID =
Bijvoorbeeld:
Fabrikant-ID:16
Subnet-ID: 20
MAC:50
DevID = 16x10000 + 20x100 + 50 = 162050
De apparaatinstantie kan gewijzigd worden zodra de
regelaar in bedrijf is gesteld via het bedieningspaneel
van de netwerkbeheersoftware.
BELANGRIJK: Wanneer de apparaatinstantie
handmatig is veranderd, kan deze niet meer
automatische worden geconfi gureerd tijdens het
veranderen van het MAC-adres.
+
Subnet-ID x 100
+
MAC
