NL
¾ Controleer (visuele controle), of de
snijmessen en hun bevestigingsmiddelen
stomp, beschadigd of vervormd zijn.
¾ Gebruik nooit een apparaat met defecte,
beschadigde of ontbrekende veiligheids-/
beschermingsvoorzieningen. Veiligheids-/
beschermingsvoorzieningen zijn onderdeel van het
apparaat, dienen voor uw bescherming en moeten
altijd in goed functionerende staat zijn. U mag aan
de veiligheids-/beschermingsvoorzieningen geen
veranderingen uitvoeren of deze niet verwijderen
resp. de werking hiervan ongedaan maken. Laat de
beschadigde veiligheids-/beschermingsvoorzieningen
repareren of evt. vervangen door een gekwalificeerde
vakkracht of werkplaats.
¾ Koppel de aanhanger of aanbouwapparaten
volgens de voorschriften aan.
Aanbouwapparaten, aanhangers, ballastgewichten
en gevulde grasopvangers beïnvloeden het
rijgedrag, met name de wendbaarheid, het
remvermogen en neiging tot kantelen.
Tijdens het gebruik
¾ Maai geen grasoppervlakken met een
halmhoogte van meer dan 25 cm.
¾ Rij voorzichtig. Verminder de snelheid, voordat
u een bocht neemt.
¾ Werk met het apparaat niet in een
explosiegevaarlijke omgeving, waarin zich
brandbare vloeistoffen, gassen of stoffen
bevinden. Het apparaat kan vonken afgeven, die
het stof of de dampen kunnen doen ontsteken.
Vermijd open vuur, vonkvorming en rook niet.
¾ Wees bijzonder voorzichtig, wanneer u
achteruit maait of rijdt.Rij daarbij langzaam en
kijk naar achteren naar de grond, om ongevallen
te voorkomen.
¾ Verstel de maaihoogte alleen bij
uitgeschakelde motor en stilstaand
snijmechanisme.
¾ Open de uitwerpklep nooit wanneer de motor
nog draait.
¾ Rij nooit met draaiend snijmechanisme over grind
of voetpaden. Er bestaat dan gevaar voor steenslag!
¾ Maai niet over hoog gegroeid, droog gras
(bijv. weidegras) of zeer droge stapels
bladeren. Parkeer het apparaat niet op droog
gras of droge bladeren. Er bestaat dan gevaar
voor brand door contact met de hete uitlaat en
wanneer er zich gedroogd gras of blad op het
hete maaiwerk verzamelt.
¾ Let bij het werken langs straten of bij het
oversteken van een straat op het verkeer.
Het apparaat is niet voorzien voor gebruik op
openbare wegen.
70
Veiligheidsaanwijzingen
¾ Wees bijzonder voorzichtig bij het openen
en sluiten van de grasopvanger - er bestaat
gevaar voor beknelling.
¾ Ga nooit voor de openingen, waar het gras
wordt uitgeworpen, staan.
¾ Leeg de grasopvangvoorziening nooit bij
lopend snijmechanisme. Bij het legen van de
grasvangbak kunt u of anderen worden verwond
door weggeslingerd maaigoed of voorwerpen.
¾ Houd bij het maaien in de buurt van bijv.
steile hellingen, sloten of onder bomen, langs
struiken en heggen, voldoende afstand.
¾ Als een vreemd voorwerp, bijv. een steen)
door het snijmechanisme wordt geraakt of
wanneer het apparaat abnormaal begint
te trillen, moet u de motor direct uitzetten.
Controleer het apparaat op beschadiging voordat
u er verder mee werkt. Breng het indien nodig
naar een gespecialiseerde werkplaats.
¾ Gebruik het apparaat niet zonder aangebouwd
maaimechanisme. De daardoor veranderde
gewichtsverdeling kan leiden tot omvallen van
het apparaat.
¾ Zet de motor uit en trek de contactsleutel
eruit, voordat u blokkades oplost of
verstoppingen in het uitwerpkanaal verhelpt.
¾ Wees bijzonder voorzichtig bij het
achteruitrijden met ingeschakeld
snijmechanisme. Alleen indien absoluut
nodig achteruitrijden met ingeschakeld
maaimechanisme.
Opmerkingen over trillingen
¾ De effecten van trillingen kunnen schade aan
zenuwen en storingen in de bloedcirculatie in
handen en armen veroorzaken.
¾ Draag bij het werken in een koude omgeving
warme kleding en houdt uw handen warm en
droog.
¾ Pauzes houden.
¾ Merkt u dat de huid bij uw vingers of handen
gevoelloos wordt, jeukt, zeer doet of wit
verkleurd, stop dan met werken met de
machine en bezoek eventueel een arts.
Maaien op hellingen
¾ Maai of rij niet op hellingen, die een
hellingshoek van meer dan 35 % hebben.
¾ Rij altijd dwars op de helling en niet op en
neer. Keer niet op een talud. Het werken op
taluds is gevaarlijk. Het apparaat kan kantelen
of wegglijden. Indien beslist nodig, dan slechts
langzaam en voorzichtig naar beneden op de
helling keren.
Voor uw veiligheid