• Gebruik gereedschap dat in deze handleiding wordt
aanbevolen. U verkrijgt dan optimale prestaties met
uw boormachine.
• Houd uw handen buiten de werkomgeving, wanneer
de machine in bedrijf is.
• Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u instel- of onderhoudswerk-
zaamheden uitvoert.
7.
Technische gegevens
Lengte x breedte x hoogte
Tafelgrootte
Draaibereik tafel
Draaibereik tafel
Afstand boorkop-tafel
Afstand boorkop-bodemplaat
ø kolom
Boorkophouder
Boorspanbereik
Boordiepte max.
Toerentalniveaus
Motor
motorvermogen
Bedrijfsmodus
Kabellengte
Gewicht
Technische wijzigingen voorbehouden!
geluidswaarden
De geluids- en trillingswaarden zijn bepaald vol-
gens EN 3746.
De vermelde waarden zijn emissiewaarden en hoeven
daarom niet gelijktijdig veilige werkplekwaarden weer-
geven. Hoewel er een correlatie bestaat tussen emis-
sie- en immisieniveaus, kan daaruit niet met zekerheid
worden afgeleid of er extra voorzorgsmaatregelen no-
dig zijn of niet.
235 x 482 x 732 mm
194 x 165 mm
- 45° / 0° / 45°
360 °
305 mm
405 mm
48 mm
B16
3 - 16 mm
50 mm
510 - 800 - 1300 -
1800 - 2430 1/min
230V / 50Hz
550 W
S2 10 min
1830 mm
23 kg
www.scheppach.com
Factoren die het actuele, daadwerkelijk op de werk-
plek, aanwezige immissieniveau beïnvloeden, omvat-
ten de duur van de invloeden, de eigenschappen van
de werkruimte en andere geluidsbronnen, Bijv. het
aantal machines en aangrenzende arbeidsprocessen.
De toegestane arbeidswaarden kunnen tevens van
land tot land verschillen.
De vermelde informatie stelt de gebruiker echter in
staat, een betere inschatting van gevaren en risico's
te maken.
Geluidsdrukniveau stationair
toerental L
pA
Geluidsdrukniveau bewerking L
Onzekerheid K
pA
Geluidsvermogensniveau
stationair toerental L
WA
Geluidsvermogensniveau
bewerking L
WA
Onzekerheid K
WA
8. Montage
8.1
Kolom (5) en grondplaat (1) (afb. 2)
1.
De grondplaat (1) op de vloer of op de werkbank
plaatsen.
2.
Zet de kolom (5) zo op de grondplaat (1), dat de
gaten van de kolom (5) zijn uitgelijnd met de gaten
in de grondplaat (1).
3.
Schroef de drie schroeven (6) voor bevestiging
van de kolom (5) in de grondplaat (1) en haal deze
met een moersleutel (SW13) aan.
8.2
Verwijderen van de tandheugel (4) (afb. 3)
Om uw boormachine te kunnen monteren, moet u eerst
de tandheugel (4) demonteren.
1.
Demonteer de ring (7) met behulp van een Inbus-
sleutel (SW3) en trek deze van de kolom (5).
2.
Trek nu de tandheugel (4) er uit.
8.3
Voormontage van de boortafelhouder,
(afb. 17+18)
1.
Schuif de slingerstanghouder (22) van binnenuit
door het boorgat van de boortafelhouder (2).
2.
Plaats de handslinger (21) op de slingerhouder en
borg de handslinger (3) met de inbussleutel.
70,7 dB (A)
73,9 dB (A)
pA
3 dB
82,8 dB (A)
86 dB (A)
3 dB
NL | 77