isolatie tussen de geleiders garanderen, evenals een
hermetische afsluiting en waterdichtheid.
Netaansluitingssnoer inverter
Controleer dat het snoer waarmee de inverter wordt
aangesloten aan de hieraan gestelde kwaliteitseisen
(capaciteit, vermogen, lengte) voldoet (zie bijlage A fig.2).
Controle van de draairichting
De draairichting staat op het plaatje of op het pomphuis,
vlakbij de rotor.
6
INSTALLATIE
GESPECIALISEERD PERSONEEL: De installatie moet
uitgevoerd worden door vakbekwaam en gekwalificeerd
personeel dat beschikt over de technische vereisten
voorgeschreven door de geldende normen. Met
gekwalificeerd personeel bedoelt men de personen die,
omwille van hun vorming, ervaring en opleiding, alsook
hun kennis van de relatieve normen, voorschriften voor
ongevallenpreventie en de gebruikscondities, door de
verantwoordelijke van de veiligheids van de installatie
geautoriseerd zijn om alle nodige activiteiten te
verrichten en hierbij in staat te zijn elke vorm van gevaar
te herkennen en te voorkomen. (Definitie IEC 364).
Installatie
Houdt u strikt aan het aansluit/koppelingsschema
zoals weergegeven in Bijlage A. fig. 1.
In het geval de pomp horizontaal wordt geïnstalleerd
(bijv. in een vijver/tank) dan is het nodig een koelmantel te
gebruiken waar de pomp op aangebracht kan worden.
Vooraleer de elektrische pomp onder te dompelen in
de put/ reservoir, waak erover dat er geen zand of vaste
sedimenten aanwezig zijn.
De pomp mag nimmer geheel op de bodem van de
put rusten. Om te voorkomen dat de pomp in direct
contact met de bodem komt, deze boven de bodem
ophangen dmv het aanbrengen van een touw of ketting
door het handvat aan de bovenkant van de pomp.
Voor het compenseren van mogelijke lekken en het
vermijden van het continu aan‐en uitschakelen van de
pomp, met mogelijke schade die hierdoor veroorzaakt
kan worden, is het aanbevolen een expansievat in de
toevoerleiding te plaatsen.
Het volume van het expansievat moet ongeveer 10
% van het maximale bereik bedragen. (bijv.: maximaal
bereik 60 lt/min; gebruik een expansievat van minimaal 6
lt.) De voorlaaddruk dient ongeveer 1 bar lager te zijn
dan de bedrijfsdruk (bijv.: bedrijfsdruk 3 bar;
voorlaaddruk van het vat 2 bar).
De E‐pomp nooit optillen, dragen of vervoeren via de
stroomkabel of toevoerleiding. Steek hiervoor een touw of
ketting door het handvat en til het hieraan op. Het optillen
dient plaats te vinden met de daarvoor geëigende
methode en middelen in overeenkomst met het gewicht
en de afmetingen van de E‐pomp.
U dient zich ervan te vergewissen dat de capaciteit
van de put groot genoeg is opdat de maximale aan/uit‐
schakelfrequentie niet kan worden overschreden.
Respecteer de maximale installatiediepte van de
pomp, aangegeven op het plaatje.
Na de montage van de elektrische pomp in de put,
wordt de opening zorgvuldig en veilig weer afgesloten.
Men raadt aan leidingen te gebruiken met een
binnendiameter die minstens gelijk is aan die van de
toevoeropening, om te voorkomen dat de elektrische
pomp minder gaat presteren en dichtslibt.
Installeer een keerklep bij de uitgang van de pomp
om te voorkomen dat de leidingen zich ledigen telkens
wanneer de pomp stopt.
De aansluiting van de elektrische pomp kan
uitgevoerd worden met elementen in ijzer of harde plastic.
Als gekozen wordt voor een soepele slang in de plaats van
een harde buis, zorg er dan voor dat die de druk van de
pomp aan kan. Zorg ervoor dat de soepele slang niet
geplooid wordt omdat zo het gewenste debiet niet bereikt
wordt en de correcte werking van de pomp in het gedrang
komt.
Bij het gebruik in de putten wordn aangeraden de
voedingskabel vast te maken aan de toevoerleiding met
klemmen of isole rende tape om de 50 cm/1 meter.
Sluit alle eventuele aansluitingen van de leidingen
hermetisch af: indien lucht in de aanzuigleiding dringt,
heeft dit een negatieve impact op de werking van de
pomp.
7
INBEDRIJFSTELLING
Opstarten
Pas nadat alle verbindingen volgens de handleiding
van de inverter zijn aangebracht, de stroom inschakelen.
Wanneer de pomp voor de eerste maal in gebruik wordt
genomen moeten de waarden van de gewenste druk en
het absorptievermogen van de pomp worden ingesteld.
Voor de details van de instelprocedure verwijzen we naar
de gebruikshandleiding van de inverter.
Na de pomp ingeschakeld te hebben 30 seconden
wachten op de waterinname.
Mochten zich afwijkingen in de werking voordoen
raadpleeg dan hoofdstuk 12 "storingen: oorzaken en
oplossingen" of anders de paragraaf alarmen en storingen
van de gebruikshandleiding van de inverter.
8
ONDERHOUD EN REINIGING
GESPECIALISEERD PERSONEEL: De elektrische pomp
moet gedemonteerd worden door gespecialiseerd en
gekwalificeerd personeel dat beschikt over de vereisten
bepaald door de geldende wetgeving. In elk geval
moeten alle interventies voor de reparatie alleen
uitgevoerd worden nadat de elektrische pomp
losgekoppeld is van het voedingsnet.
Onderhoud
De elektrische pomp vergt bij een normale werking
geen enkel type van onderhoud, dankzij de mechanische
pakking en de levenslang gesmeerde lagers.
Bij de demontage moet heel goed gelet worden op
scherpe voorwerpen die kunnen verwonden.
Wanneer de elektrische pomp niet gebruikt wordt bij
temperaturen onder de 0°C, moet de pomp geledigd
worden. Zorg ervoor dat er geen resten water
achterblijven die kunnen bevriezen en zo onderdelen van
de elektrische pomp beschadigen. Deze handeling wordt
ook aanbevolen na een langdurige periode zonder
activiteit bij normale temperaturen.
Als de elektrische pomp gebruikt werd met stoffen
die de neiging hebben zich af te zetten, moet na gebruik
gespoeld worden met een krachtige waterstraal, om
afzettingen te voorkomen die de eigenschappen van de
pomp kunnen wijzigen.
Reiniging
Reinig periodiek alle filters van de elektrische pomp in het
NEDERLANDS