Gebruikershandleiding
b
a
INBRENGEN VAN DE LASDRAAD
a
a
b
- Controleer het opschrift op de rol, om er zeker van te zijn dat deze geschikt is voor de diameter en
het materiaal van het door u gebruikte draad (voor een draad van Ø 1.0 gebruikt u de groef Ø 1.0).
- Gebruik rollen met een V-groef voor staaldraad en andere hardere draadsoorten.
- Gebruik rollen met een U-groef voor aluminiumdraad en andere soepele draadsoorten.
: de aanduiding is af te lezen op de rol (bijvoorbeeld : 1.2 = Ø 1.2)
: de te gebruiken groef
Opmerkingen :
•Een te krappe mantel kan problemen bij de draadaanvoer geven en de motor oververhitten.
• De aansluiting van de toorts moet eveneens goed aangedraaid worden, dit om oververhitting te voorkomen.
• Controleer of het draad en de spoel niet in contact zijn met de mechaniek van het apparaat, dit kan kortsluiting veroorzaken.
RISICO OP BLESSURES ALS GEVOLG VAN BEWEGENDE ONDERDELEN
De draadaanvoersystemen zijn voorzien van bewegende delen die handen, haar, kleding en gereedschap kunnen grijpen en die
ernstige verwondingen kunnen veroorzaken !
• Raak met uw hand(en) geen bewegende, draaiende of aandrijvende onderdelen aan.
• Let goed op dat de afdekkingen van de behuizing van het apparaat correct gesloten blijven wanneer het apparaat in werking is !
• Draag geen handschoenen tijdens het afwikkelen van de lasdraad en het verwisselen van de spoelen.
SEMI-AUTOMATISCH LASSEN IN STAAL/INOX (MAG MODULE)
Met dit apparaat kunt u lassen met staaldraad en roestvrijstaaldraad met een Ø 0.6 tot 1,6 mm (I-A). Het apparaat wordt standaard geleverd met
rollers voor een Ø 1.0/1.2 voor staal en roestvrijstaal. De contactbuis, de groef van de aandrijfrol en de mantel van de toorts zijn voor deze afmetin-
gen bestemd.
Voor het lassen van staal dient u een speciaal lasgas (Ar+CO2) te gebruiken. De CO2 verhouding kan variëren, afhankelijk van het gebruikte type
gas. Voor het lassen van inox moet een mengsel met 2% CO2 gebruikt worden. Wanneer gelast wordt met puur CO2 is het noodzakelijk om een
gasvoorverwarmer aan te sluiten op de gasfles. Voor specifieke eisen wat betreft gas kunt u contact opnemen met uw gasleverancier. De gastoe-
voer voor staal ligt tussen de 8 en 15 liter per minuut, afhankelijk van de omgeving. Druk langere tijd op de drukknop n°1 en volg de procedure op
het scherm om de gastoevoer op de manometer te kunnen controleren zonder het draad aan te voeren. Deze controle moet regelmatig worden
uitgevoerd, om optimale lasresultaten te garanderen. Raadpleeg de HMI-handleiding
Vertaling van de originele handleiding
- Open het klepje van het draadaanvoersysteem.
- Plaats de spoel op de houder.
- Houd rekening met de aandrijf-pen (c) van de spoelhouder. Om een spoel van 200 mm te
monteren, moet u de kunststof spoelhouder (a) maximaal aandraaien.
c
- Stel de rem van de spoel (b) correct af, om te voorkomen dat tijdens de lasstop de draad
in de war raakt. Draai over het algemeen niet te strak aan. Dit kan de motor oververhitten.
De rollers verwisselt u als volgt :
- Draai de draaiknoppen (a) maximaal los en laat ze neerkomen.
- Draai de rollen los door de borgringen (b) een kwart te draaien.
- Plaats de door u uitgekozen rollen en draai de borgringen weer vast.
De bijgeleverde aanvoerrollen hebben een dubbele groef :
- staal Ø 1.0/1.2
Ga, om het lasdraad te installeren, als volgt te werk :
- Draai de draaiknoppen maximaal los en laat deze neerkomen.
- Breng de draad in, sluit vervolgens het draadaanvoersysteem en draai de draaiknoppen weer
aan.
- Druk op de trekker van de toorts of druk op de reverser draadaanvoer (II-2) in de draa-
daanvoer om de motor op te starten.
WF 50
63