Chicco MYSA Manual De Instrucciones página 42

Ocultar thumbs Ver también para MYSA:
Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 26
Reinig de kunststofdelen regelmatig met een vochtige doek, gebruik
geen oplos- of schuurmiddelen. Na eventuele aanraking met water
moeten de metalen delen afgedroogd worden om roestvorming te
voorkomen.
ONDERHOUD
Controleer periodiek de slijtagestaat van de wielen en houd ze vrij
van stof en zand. Om wrijving te voorkomen die de correcte wer-
king van de wandelwagen kan beïnvloeden, controleer of alle on-
derdelen van kunststof schoon zijn van stof, vuil en zand. Berg de
wandelwagen op een droge plaats op. Smeer de bewegende delen
indien nodig met droge siliconenolie.
LIJST MET ONDERDELEN
Controleer of alle componenten voor dit model voorhanden zijn
voordat u de wagen in elkaar zet. Mocht er iets ontbreken, neem
dan contact op met de Chicco Klantendienst. U hoeft geen gereed-
schap te gebruiken om de wagen in elkaar te zetten. U heeft de
volgende delen nodig om de wagen in elkaar te zetten:
• Frame
• Zitting met stof
• Kap
• Bumper bar
• Comfort-kit (schouderbeschermstukken en tussenbeenstuk)
• Boodschappenmand
• Regenhoes
• 2 achterwielen
• 2 voorwielen
Belangrijke opmerking: de afbeeldingen en instructies in deze
handleiding verwijzen naar een uitvoering van de wandelwagen.
EERSTE MONTAGE WANDELWAGEN
WAARSCHUWING: Let er bij deze handeling op dat het kind en
eventuele andere kinderen zich op een veilige afstand bevinden.
Verzeker u er tijdens deze fase van dat de bewegende delen van
de wandelwagen niet in aanraking komen met het lichaam van het
kind.
1. Om de wandelwagen te openen, houdt u de greep en de voorste
stang vast en draait u tot u een klik hoort wanneer de wandelwa-
gen volledig opengaat (Fig. 1).
2. Steek het voorwiel in het gat in het frame totdat het wiel vastklikt
(Fig. 2). Herhaal dezelfde handeling met het andere voorwiel.
3. Om de achterwielen te monteren steekt u de wielpen in de ope-
ning in de stang van de achterpoot (Fig. 3). Herhaal dezelfde han-
deling bij het andere wiel.
WAARSCHUWING: Voordat u de wandelwagen gebruikt, moet u
controleren of de wielen stevig aan het frame zijn bevestigd door
ze naar buiten te trekken.
4. De voorwielen kunnen worden verwijderd door een puntig voor-
werp in de gleuf aan de voorzijde van het frame te duwen (Fig. 4).
Om de achterwielen te verwijderen, drukt u op de ontgrendel-
knop die is aangegeven op afbeelding 4A.
BOODSCHAPPENMAND
5. Om de mand aan het frame van de wandelwagen te bevestigen,
steekt u de textielbanden in de plastic knoopsgaten aan de voor-
kant (Fig. 5) en zijkant van het frame. (Fig. 5A). Sluit de ritssluiting
aan de zijkant over de stang aan de achterkant van het frame (Fig.
5B) en sluit de klittenbandstrips (Fig. 5C).
Sluit tenslotte de ritssluiting die om de achterste stang zit (5D).
VEILIGHEIDSGORDELS
6. De wandelwagen is uitgerust met een reeds gemonteerd veilig-
heidssysteem met vijf verankeringspunten bestaande uit twee
schouderbanden met bijbehorende knoopsgaten, twee veilig-
heidsgordels en een tussenbeenstuk met gesp.
Op de rugleuning bevinden zich drie paar knoopsgaten om de
hoogte van de schouderbandjes aan te passen aan de lichaams-
bouw van het kind (Fig. 6)
WAARSCHUWING: Voor gebruik met kinderen vanaf de geboorte
tot ongeveer 6 maanden, moeten de schouderbandjes in de onder-
ste knoopsgaten worden gestoken (Fig. 6 - n. 1); het kan nodig zijn
de lengte van de gordels in te korten om ze aan de lichaamsbouw
van het kind aan te passen.
WAARSCHUWING: Om de gordels aan de lichaamsbouw van het
kind aan te passen, gebruikt u de schouderbandjes door ze eerst
door de twee afstelopeningen te halen, zoals getoond op figuur 6.
Nadat het kind in de wandelwagen is gelegd, maakt u de gordels
vast door eerst de twee vorken door het knoopsgat in de schou-
derbeschermstukken te halen (Fig. 6A) en ze vervolgens in de gesp
van het tussenbeenstuk te steken (Fig. 6B); stel de lengte van de
gordels af door ze op de schouders en de taille van het kind aan
te laten sluiten.
Om de veiligheidsgordel los te maken drukt u op de knop in het
midden van de gesp (Fig. 6C).
WAARSCHUWING: Om de veiligheid van het kind te garanderen
moeten de tussenbeenstukken, de veiligheidsgordel en de schou-
derbandjes tegelijkertijd worden gebruikt.
WAARSCHUWING: Na de veiligheidsgordels te hebben verwijderd
(bijv. om ze te wassen), verzekert u zich ervan dat ze met behulp van
de verankeringspunten weer goed worden aangebracht. De gor-
dels moeten opnieuw afgesteld worden. Om te controleren of de
gordels goed zijn bevestigd (aan de achterkant van de rugleuning),
trekt met enige kracht aan het uiteinde van de gordels als het kind
in de wandelwagen zit en is vastgezet.
KIT COMFORT
7. De Comfort-Kit bestaat uit 2 gewatteerde schouderbescherm-
stukken en een tussenbeenstuk (Fig. 7).
Steek de gordels in de schouderbeschermstukken en steek de gesp
in het gewatteerde tussenbeenstuk.
BUMPER BAR
8. De zitting is voorzien van een bumper bar. Om de bumper bar
te bevestigen, steekt u hem in de houders in de buurt van het
gewricht (Fig. 8) met de ontgrendelknop naar beneden (Fig. 8A).
Controleer of de bumper bar goed vastzit door hem naar u toe te
trekken. Om de bumper bar te verwijderen, drukt u op de twee
knoppen aan de buitenkant (Fig. 8A) en trekt u hem uit de hou-
ders. Om het kind gemakkelijker in de wandelwagen te plaatsen
kunt u een zijde van de veiligheidsbeugel losmaken. De beugel
kan zowel in de stand naar de straat gericht als in de stand naar
mama gericht worden gebruikt.
WAARSCHUWING: Maak het kind altijd met de veiligheidsgordels
vast. De bumper bar is GEEN bevestigingssysteem voor het kind.
WAARSCHUWING: Gebruik de bumper bar nooit om het product
met het kind erin op te tillen.
MONTAGE VAN ZITTING OP WANDELWAGEN
9. Om de zitting van de wandelwagen op het frame te monteren,
steekt u de zitting in de daarvoor bedoelde kunststof houders
totdat hij vastklikt (Fig. 9).
Om de zitting gemakkelijker aan de wandelwagen te kunnen be-
vestigen, zitten er geleidingsgleuven aan de zijkant die de juiste
uitlijning van de zitting aangeven. De zitting kan naar de straat ge-
richt (vooruit) (Fig. 9A) en naar de ouder gericht (achteruit) worden
gemonteerd. (Fig. 9B)
WAARSCHUWING: Verzeker u er voor het gebruik van dat de zit-
ting goed vastzit, door hem omhoog te trekken.
Om de zitting los te halen, drukt u op de knoppen op de gewrichten
van de zitting en trekt u tegelijkertijd de zitting omhoog. (Fig. 9C)
WAARSCHUWING: De werkzaamheden voor het los/vastmaken
van de zitting worden uitgevoerd zonder dat het kind erin zit.
DE RUGLEUNING AFSTELLEN
10. De rugleuning is verstelbaar in drie verschillende standen; ge-
bruik de hendel aan de achterkant van de rugleuning van de
wandelwagen om de leuning te verstellen (Fig. 10). Kantel de
rugleuning tot de gewenste stand is bereikt. Zodra u de knop
heeft losgelaten, wordt de rugleuning in de dichtstbijzijnde
stand vergrendeld.
WAARSCHUWING: Met het gewicht van het kind kunnen deze
handelingen moeilijker zijn.
42
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido