9. START
Alle werkzaamheden voor het starten moeten worden verricht met het deksel van het
EVOPLUS SMALL bedieningspaneel gesloten!
Start het systeem alleen wanneer alle elektrische en hydraulische verbindingen
voltooid zijn.
Laat de circulatiepomp niet werken als er geen water in het systeem aanwezig is.
De vloeistof in het systeem kan een hoge temperatuur hebben en onder druk staan,
maar bovendien aanwezig zijn in dampvorm. GEVAAR VOOR VERBRANDING!
Het is gevaarlijk de circulatiepomp aan te raken. GEVAAR VOOR VERBRANDING!
Nadat alle elektrische en hydraulische aansluitingen gemaakt zijn, moet het systeem met water en eventueel
glycol worden gevuld (voor het maximumpercentage glycol, zie par. 3) en moet de voeding naar het systeem
worden ingeschakeld.
Nadat het systeem gestart is, kunnen de bedrijfswijzen worden veranderd met het oog op een betere
aanpassing aan de eisen van de installatie (zie par.12).
10.
FUNCTIES
10.1 Regelmodi
De EVOPLUS SMALL circulatiepompen maken de volgende regelmodi mogelijk, afhankelijk van de eisen
van het systeem:
−
Regeling met proportioneel drukverschil afhankelijk van de stroming in het systeem.
−
Regeling met constant drukverschil.
−
Regeling met vaste curve.
De regelmodus kan worden ingesteld op het EVOPLUS SMALL-bedieningspaneel (zie 12 Pagina 2.0).
10.1.1 Regeling met proportioneel drukverschil
NEDERLANDS
In deze regelmodus wordt het drukverschil verkleind of vergroot naarmate de
vraag om water af- of toeneemt.
Het setpoint Hs kan worden ingesteld vanaf het display.
Deze regeling is geschikt voor:
–
Verwarmings-
belastingverliezen
–
Systemen met twee leidingen met thermostaatkleppen en een
opstuwhoogte ≥ 4 m
–
Systemen met secundair drukverschilregelaar
–
Primaire circuits met hoge belastingverliezen
–
Recirculatiesystemen van warm water met thermostaatkleppen op de
standpijpen
170
en
airconditioningsystemen
met
grote