Grundfos LC 241 Instrucciones página 313

Ocultar thumbs Ver también para LC 241:
Tabla de contenido
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 125
Contactor
Overload
Relay
Protective Earth
Driefasenaansluitingen voor twee pompen zonder neutraal,
uitsluitend voor Noorwegen
Gerelateerde informatie
8.2 Code 2 (Voedingsfase ontbreekt)
8.4 Code 9 (Verkeerde fasenvolgorde)
8.16 Code 181 (Signaalstoring, PTC-ingang)
2.3.4 Een niveausensor aansluiten
U kunt een analoge niveausensor, zoals een druksensor, of een
digitale niveausensor, zoals een vlotterschakelaar, aansluiten.
1.
Leid de draden door een van de kabelwartels en de kabelgoot.
2.
Voer, afhankelijk van het type kabel, een van de volgende
acties uit:
• Leid bij laagspanningskabels de draden door de rechterzijde
van de kabelgoot.
• Leid bij signaalkabels die bij een kortsluiting een
hoogspanningspotentieel kunnen verkrijgen de draden door
de linkerzijde van de kabelgoot.
3.
Verbind de draden met de volgende klemmen, afhankelijk van
het type en de functie van de sensor:
IO242
Contactor
Overload
Relay
Sensortype
Sensorfunctie
Analoog
Alle niveaus
Droogloopniveau
Uitschakelniveau
Digitaal
Inschakelniveau, pomp 1
Inschakelniveau, pomp 2
Hoog niveau
Gerelateerde informatie
3.6 De IO-klemmen configureren via Grundfos GO Remote
2.3.5 Een storingsmelder aansluiten
U kunt een storingsmelder, zoals een zoemer of lamp, aansluiten
op het uitvoerrelais Alarm 1 en Alarm 2. De regelaar activeert de
storingsmelder als een alarm of waarschuwing wordt gedetecteerd.
U kunt het gedrag van de uitgangen wijzigen met Grundfos GO
Remote onder Relaisuitgang 1 en Relaisuitgang 2.
U kunt ook instellen dat de storingsmelder wordt geactiveerd tijdens
normaal bedrijf. Deze wordt alleen gedeactiveerd in geval van een
alarm, een waarschuwing of een netstoring. De instelling wordt
gemaakt in Grundfos GO Remote.
Ga naar Instellingen > IO 242 > Relaisuitgang > Functie .
Standaardinstellingen van de klemmenblokken
Klemmenblok
Standaardfunctie
Alarm 1
Alle alarmen
Alarm 2
Hoog niveau
1.
Leid de draden door een van de kabelwartels en de kabelgoot.
2.
Voer, afhankelijk van het type draad, een van de volgende
acties uit:
• Leid bij laagspanningskabels de draden door de rechterzijde
van de kabelgoot.
• Leid bij signaalkabels die bij een kortsluiting een
hoogspanningspotentieel kunnen verkrijgen de draden door
de linkerzijde van de kabelgoot.
3.
Verbind de draden met de relevante klemmen, afhankelijk van
het type storingsmelder. Opmerking: alle draden moeten
binnen in de kast worden vastgezet met kabelbinders.
• NO (Normaal Open) en C (Gemeenschappelijk)
• NC (Normaal Gesloten) en C (Gemeenschappelijk).
Klemmen
ADI - GND - 24 V
DI1 - GND
DI2 - GND
DI3 - GND
DI4 - GND
ADI - GND
313
Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido