5. Regelfuncties
5.1 Bedieningspaneel
1
2
15
14
13
12
Pos. Symbool
Beschrijving
1
Display
ft
2
Eenheden
m
3
Hoog niveau
4
Inschakelniveau, pomp 2
5
Inschakelniveau, pomp 1
6
Uitschakelniveau, pomp 1 en 2
7
Droogloopniveau
Toetsen Omhoog/Omlaag:
•
Druk op deze toetsen om te navigeren
8
tussen submenu's of om de instellingen
voor de waarden te wijzigen.
Toets OK:
9
•
Druk op deze toets om gewijzigde
waarden op te slaan.
Verbindingstoets:
•
Druk op deze toets om de regelaar te
10
verbinden met Grundfos GO Remote via
Bluetooth.
Toets Reset:
•
Druk op deze toets tijdens het opstarten
11
om instellingen te resetten en opnieuw te
beginnen of om een alarm of
waarschuwing te resetten.
Bedrijfsmodus voor de pomp:
1
•
On: De pomp is handmatig ingeschakeld.
12
On Off Auto
•
Off: De pomp is handmatig uitgeschakeld.
•
Auto: De pomp werkt automatisch op
basis van de instellingen.
Setpoint
13
Display
Het display geeft de pompstatus aan.
5.00 bar
Vergrendelingssymbool:
Als het symbool oplicht, is de regelaar
14
vergrendeld en kunnen geen wijzigingen
Operaring mode
worden aangebracht.
Alarm- en waarschuwingssymbool:
15
Rood: Alarm
Geel: Waarschuwing
De regelaar maakt handmatige instelling en bewaking van het
systeem mogelijk.
318
3
4
5
6
7
8
9
10
11
8
2
3
Status Settings Assist
Control mode
Const. pressure
Actual controlled value
Normal
4.90 bar
9
8
7
6
5
6. Het product instellen
Zorg dat alle instellingen worden uitgevoerd aan de hand
van de vereisten van de pomp en het systeem om
storingen te vermijden.
6.1 Instelling van het toepassingstype met Grundfos GO
Remote
1.
Ga naar Instellingen > Niveauregeling > Applicatietype.
2.
Selecteer het type.
• Leeg
• Vullen
Gerelateerde informatie
3.3 Opstartwizard op het bedieningspaneel
4.4 Toepassingstypen
6.2 Het sensortype instellen
6.2.1 Het sensortype instellen met Grundfos GO Remote
1.
Ga naar Instellingen > Niveauregeling > Sensortype.
2.
Selecteer het type.
• Analoge sensoren
• Digitale sensoren
6.2.2 Het sensortype instellen via het bedieningspaneel
1.
Druk op OK en houd deze ingedrukt totdat S-1 of S-2 begint te
knipperen.
2.
Selecteer het sensortype met de toetsen Omhoog en Omlaag.
• S-1: Analoge sensoren
• S-2: Digitale sensoren.
3.
Druk op OK om de instelling te bevestigen.
4.
Blijf op OK drukken om alle overige instellingen te bevestigen
en de instelling af te sluiten.
6.3 Het inschakelniveau instellen
6.3.1 Het inschakelniveau instellen met Grundfos GO Remote
De instellingen gelden voor analoge sensoren. Voor digitale
sensoren wordt de instelling automatisch geactiveerd.
1.
Ga naar Instellingen > Niveauregeling > Startniveau P1.
2.
Stel het inschakelniveau in voor pomp 1.
3.
Ga naar Instellingen > Niveauregeling > Startniveau P2.
4.
Stel het inschakelniveau in voor pomp 2.
6.3.2 Het inschakelniveau instellen via het bedieningspaneel
De instellingen gelden voor analoge sensoren. Voor digitale
sensoren wordt de instelling automatisch geactiveerd.
1.
Druk op OK en houd deze ingedrukt totdat het display en de
drooglooptoets beginnen te knipperen.
2.
Blijf op OK drukken totdat het signaallampje voor het
inschakelniveau voor pomp 1 begint te knipperen.
3.
Stel het inschakelniveau in voor pomp 1 met de toetsen
Omhoog en Omlaag.