17 - WERKSTORINGEN
In deze paragraaf worden enkele storingen van de werking
besproken die kunnen optreden met aanduiding van de oorzaak
en de procedure om de storing te verhelpen.
Sommige storingen worden via een bericht op de display gemeld,
andere via een knipperend licht of de led die op de centrale zijn
gemonteerd.
VISUALISERING
De led MAINS gaat niet
branden
De led OVERLOAD brandt
Langdurig voorknipperen
Foto
De display visualiseert
CoSt
De display visualiseert
StoP
De display visualiseert
i.Adi
De display visualiseert
Err2
De display visualiseert
OMCHRIJVING
Dit betekent dat spanning op de kaart van
stuurcentrale CITY4-EVO ontbreekt.
Dit betekent dat een overbelasting op de
voeding van de accessoires aanwezig is.
Wanneer een startimpuls gegeven wordt,
gaat het knipperlicht onmiddellijk aan,
maar het openen van het hek laat op zich
wachten.
Als een startbevel wordt gegeven, gaat het
hek niet open.
Dit betekent dat de ingreep van de fotocel
de beweging van het hek belet.
Als een startbevel wordt gegeven, gaat het
hek niet open.
Dit betekent dat de ingreep van de
afslaglijst de beweging van het hek belet.
Als een startbevel wordt gegeven, gaat het
hek niet open.
Dit betekent dat de STOP ingang de
beweging van het hek belet.
Als een startbevel wordt gegeven, gaat het
hek niet open.
Dit betekent dat een van de beveiligingen
heeft ingegrepen, beheerd via ADI interface.
Als een startbevel wordt gegeven, gaat het
hek niet open.
Dit betekent dat de test van de TRIAC
mislukt is.
OPMERKING: als gevolg van een storing blijft de
foutmelding op de display gevisualiseerd tot de centrale
een START bevel ontvangt of tot op de MENU toets wordt
gedrukt.
OPLOSSING
1. Controleer of er geen onderbreking van de spanning
vóór de stuurcentrale ontstaan is.
2. Alvorens op de stuurcentrale in te grijpen,
moet de stroom weggenomen worden met
de scheidingsschakelaar die op de voedingslijn
geïnstalleerd is en moet het voedingsklemmetje
worden weggenomen.
3. Controleer of zekering F1 doorgebrand is. In dat geval
moet deze vervangen worden door een met gelijke
waarde.
1. Verwijder het wegneembare deel met de klemmen
Z1 - Z6. De led OVERLOAD gaat uit.
2. Verhelp de oorzaak van de overbelasting.
3. Sluit het wegneembare deel van de klemmenstrook
weer aan en controleer of de led niet opnieuw
ingeschakeld wordt.
Dit betekent dat de ingestelde telling van de cycli
verstreken is en dat de stuurcentrale om een
onderhoudsingreep vraagt. (paragraf 13.1)
1. Controleer of er geen obstakels tussen de fotocellen
aanwezig zijn.
2. Zorg ervoor dat de fotocellen gevoed worden en
werken: onderbreek de straal en controleer of op
de display het segment van de fotocel van positie
verandert.
1. Controleer of de afslaglijst niet is ingedrukt of
beschadigd.
2. Zorg ervoor dat de afslaglijst correct is aangesloten:
activeer de afslaglijst en controleer of op de display
het segment van de afslaglijst van plaats verandert.
1. Controleer of de STOP toets niet is ingedrukt.
2. Controleer of de drukknop goed werkt.
1. Controleer of de beveiligingen, beheerd via ADI
interface goed werken.
2. Controleer of de ADI module goed werkt.
1. Controleer of de motors correct zijn aangesloten.
2. Controleer of geen ingreep van de thermische
beveiliging van de motor plaatsvond.
3. Als storingen op de motor worden waargenomen,
moet u contact opnemen met de technische service
V2 om de centrale op te sturen en te laten repareren.
- 195 -