4.
5.
6.
7.
8.
1
90
Ventilator
-
Druk op de toets "Modus" tot het pictogram "Ventilator" wordt
weergegeven.
-
Druk op de toets "LUCHT" om de luchtsnelheid te selecteren.
Verwarming (deze functie is niet beschikbaar voor een unit met uitsluitend
koeling)
-
Druk op de toets "Modus" tot het pictogram "Verwarmen" wordt
weergegeven.
-
Druk op de toets "OMLAAG" of "OMHOOG" om de gewenste
kamertemperatuur in te stellen. (16 - 31 °C)
-
Druk op de toets "LUCHT" om de luchtsnelheid te selecteren.
Bediening van de timer
Timer AAN zetten:
-
Druk, als de airconditioner UIT staat, op de toets "Timer" en
selecteer de tijd waarop het toestel AAN moet schakelen via de
toetsen voor het instellen van temperatuur en tijd.
-
"Ingesteld tijdstip voor AANSCHAKELEN" wordt weergegeven op
het bedieningspaneel.
-
De tijd voor AANSCHAKELEN kan worden ingesteld van 0-24 uur.
Timer UIT zetten:
-
Druk, als de airconditioner AAN staat, op de toets "Timer" en
selecteer de tijd waarop het toestel UIT moet schakelen via de
toetsen voor het instellen van temperatuur en tijd.
-
"Ingesteld tijdstip voor UITSCHAKELEN" wordt weergegeven op
het bedieningspaneel.
-
De tijd voor UITSCHAKELEN kan worden ingesteld van 0-24 uur.
SWING (luchtstroom)
Door bij ingeschakeld toestel op deze toets te drukken, zal de
ventilatieklep ononderbroken naar links en rechts draaien; door opnieuw
op deze toets te drukken zal het bewegen stoppen en de ventilatieklep in
die stand blijven.
SLAAPFUNCTIE
-
Druk, in de modus koelen, op de toets SLAPEN om de temperatuur
in te stellen. De temperatuur verhoogt 1°C na een uur en
maximaal 2 °C na 2 uur.
-
Druk, in de modus verwarmen, op de toets SLAPEN om de
temperatuur in te stellen. De temperatuur verlaagt 1 °C na een uur
en maximaal 2 °C na 2 uur.
-
Druk opnieuw op de toets SLAPEN om de instelling te annuleren.