4.1 PLAATSING
Het lasapparaat weegt 110 kg; zie bijgevolg voor het hef-
fen Fig. 3
Installeer de machine op een plaats waar een goede sta-
biliteit en een doeltreffende ventilatie verzekerd is, om het
binnendringen van metaalstof (bijv. als gevolg van slijp-
werken) te vermijden.
Fig. 3
4.2 OPSTELLING
Plaats de draadaanvoerunit op de stroombron.
Verbind de draadaanvoerunit met de stroombron met
behulp van het tussenpakket art. 1178 of 1178-20 en
gebruik de trekontlastingskabel om het te bevestigen aan
verrijdbare onderstel.
OPMERKING: Vermijd het oprollen van het tussenpakket
om inductie-effecten, die een negatieve invloed kunnen
hebben tijdens pulserend MIG/MAG-lassen, tot een mini-
mum te beperken.
Monteer de stekker op de voedingskabel en vergeet hier-
bij zeker niet de geel/groene draad te verbinden met de
aardingspen.
Controleer of de voedingsspanning overeenstemt met de
nominale spanning van het lasapparaat.
Bereidt u voor op de stroomsterkte van de zekeringen via
de technische gegevens op het identificatieplaatje.
Plaats de cilinder op de steun BY, zet hem vast met de
riemen BZ en sluit de gasslang aan op de uitgang van de
drukregelaar.
Monteer de toorts.
Zorg ervoor dat de groef van de draadaanvoerrollen over-
eenkomt met de diameter van de gebruikte draad.
Vervanging van de draadaanvoerrollen (Fig. 4):
Open het paneel BJ, verwijder de afdekplaat CA, zet de
draaddrukrollen los met de drukinstelknop BN, vervang
de draadaanvoerrollen en plaats de afdekplaat CA terug.
Monteer de draadspoel en voer de draad in de draadaan-
voerunit en de binnenspiraal van de toorts.
Blokkeer de draaddrukrollen met de knop BN en stel de
druk af.
Zet het lasapparaat aan.
Regel het gas met de toets P en voer vervolgens de draad
door met de toets O.
CA
Fig. 4
Bij levering is de waterkoelunit uitgeschakeld (OFF). Bij
gebruik van een watergekoelde toorts dient u de werking
van de waterkoelunit in te stellen zoals beschreven in
paragraaf onderhoudsfuncties van de handleiding.
5 LASSEN
Synergisch MIG-lassen LED G brandt.
Selecteer het JOB-nummer op basis van de te gebrui-
ken draaddiameter, de materiaalsoort en -kwaliteit en de
gassoort. Raadpleeg de instructies aan de binnenkant
van het te openen paneel van de draadaanvoerunit.
Stel de functies in het submenu in volgens de instructies
in de paragraaf "Onderhoudsfuncties". De lasparame-
ters kunnen worden ingesteld met de knop I.
Conventioneel MIG-lassen LED G uit.
Selecteer het JOB-nummer op basis van de te gebrui-
ken draaddiameter, de materiaalsoort en -kwaliteit en de
gassoort. Raadpleeg de instructies aan de binnenkant
van het te openen paneel van de draadaanvoerunit.
Stel de functies in het submenu in volgens de instructies
in de paragraaf "Onderhoudsfuncties".
Regel de draadsnelheid en de lasspanning, respectieve-
lijk met de knoppen I en L.
MMA-lassen.
OPMERKING: de draadaanvoerunit moet aangesloten
blijven op de stroombron.
Selecteer de MMA-modus in de onderhoudsfuncties.
Sluit de stekkers van de elektrodeklemkabel en de mas-
sakabel aan op de aansluitingen BR en BO. Volg hierbij
de voorschriften van de elektrodefabrikant met betrek-
king tot de polariteit.
Tig lassen.
Kies uit de servicefuncties het Tig proces.
Sluit de aardekabel aan op de positieve pool BR.
Sluit de connectoren van de vermogenskabel van de
aansluiting van de wagen/generator aan op de negatieve
pool BP en op de pool van de wagen BF.
Sluit de toorts Tig aan op de adapter BA.
Sluit de 19-polige connector van de toorts Tig aan op
BN
71