GRAPHITE 58G012 Instrucciones De Uso página 89

Atornillador de impacto a batería
Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 78
Na het plaatsen van de accu (7) in de oplader (12) gaat de rode
diode (11) op de oplader branden, wat het opladen van de accu
weergeeft.
Tegelijkertijd gaan de groene diodes (14) van de indicatie van
de oplaadstatus met een pulslicht in verschillende combnaties
branden (zie eronder).
• Pulslicht van alle diodes - de accu is leeg en moet worden
opgeladen.
• Pulslicht van 2 diode's - accu is gedeeltelijk leeg.
• Pulslicht van 1 diode - accu is bijn volgeladen.
Als de accu vol is, gaat de diode (11) op de oplader met een
groen licht branden en alle diodes van de indicatie van de
oplaadstatus van de accu (14) gaan met een constant licht
branden. Na een bepaalde tijd (ong. 15 sec.) gaan de diodes van
de oplaadstatus van de accu (14) dimmen.
De accu mag niet langer dan 8 uur worden opgeladen. De
overschrijding van deze tijd kan een beschadiging van de
cellen van de accu als gevolg hebben. Na het volladen van de
accu gaat de oplader niet automatisch uit. De groene diode op
de oplader gaat steeds branden. De diodes van de indicatie
van de oplaadstatus van de accu gaan na een bepaalde tijd
dimmen. Voordat de accu uit de oplader weg te nemen,
onderbreek de verbinding met de spanning. Vermijd korte,
opeenvolgende oplaadbeurten. Laad de accu's niet bij na een
kort gebruik van het toestel. Een aanzienlijke verkorting van
de tijd tussen de nodige oplaadbeurten houdt in dat de accu
verbruikt en uitgewisseld dient te worden.
Tijdens het oplaadproces raken de accu's zeer heet. Begin nooit
met het werk als de accu pas opgeladen werd – wacht totdat
de accu tot de kamertemperatuur afkoelt. Op die manier
kunnen de beschadigingen van de accu worden voorkomen.
INDICATIE VAN DE OPLAADSTATUS VAN DE ACCU
De accu is voorzien van een indicatie van de oplaadstatus van
de accu (3 LED diode's) (14). Om de oplaadstatus van de accu te
checken, druk op de knop van de indicatie van de oplaadstatus
(13) (afb. C). Het branden van alle 3 diodes geeft een hoog
oplaadniveau van de accu weer. Het branden van 2 diodes geeft
een gedeeltelijk lege accu weer. Het branden van alleen maar 1
diode geeft een lege accu en de noodzaak van het opladen weer.
SPILREM
De boorschroevendraaier heeft een elektronische rem die de spil
onmiddellijk na het loslaten van de hoofdschakelaar (9) stopzet.
Deze rem verzekert nauwkeurig schroeven en boren, en laat de
vrije rotatie van de spil niet toe wanneer het uitgeschakeld is.
WERK / INSTELLINGEN
AAN- / UITZETTEN
Aanzetten – druk op de hoofdschakelaar (9).
Uitzetten – maak de hoofdschakelaar (9) los.
Elk indrukken van de hoofdschakelaar (9) laat de diode (LED)
(10) die de werkplek verlicht branden.
INSTELLEN VAN HET TOERENTAL
De schroefsnelheid kan tijdens het werk worden ingesteld door
het verhogen/verlagen van de druk op de hoofdschakelaar
(9). Het instellen van de snelheid maakt een langzame opstart
mogelijk waardoor de controle over het werk kan worden
behouden.
CIRCUIT SLAG
Het toestel bij het draaien van de spil genereert slagen op het
circuit. Het slaan schakelt automatisch bij grotere belasting in.
Een hoog momenteel krachtmoment wordt geleverd. Om de
volledige controle van het schroeven te behouden, let goed op
op de bout of schroef. De kracht van het schroeven dient door de
juiste snelheid te kiezen worden ingesteld.
MONTAGE VAN HET WERKSTUK
• Trek de bevestigingsring van de kop (2) (afb. D) af tegen de
weerstand van de veer.
• Plaats de pin van het werkstuk in de kop (1), totdat een
weerstand voelbaar is (het werkstuk dient zo geplaatst te
worden, zodat het de juiste positie bereikt).
• Maak de bevestigingsring van de kop (2) los waardoor het
werkstuk bevestigd wordt. De bevestigingsring van de kop (2)
gaat terug naar de positie (afb. E).
Demontage van het werkstuk dient in de omgekeerde volgorde
te gebeuren.
Tijdens het gebruik van korte schroevendraaiereindstukken
en
bits,
gebruik
schroevendraaiereindstukken.
DRAAIRICHTING NAAR RECHTS - NAAR LINKS
De draairichting van de spil (afb. F) wordt met behulp van de
draairichting schakelaar (5) gekozen.
Naar rechts draaien – zet de schakelaar (5) helemaal naar links.
Naar links draaien – zet de schakelaar (5) helemaal naar rechts.
* In sommige gevallen kan de positie van de schakelaar ten opzichte van de
draairichting verschillend zijn dan beschreven. Volg de grafische tekens op de
draairichting schakelaar of de behuizing van het toestel.
Een veilige positie van de draairichting schakelaar (5) die het
ongewenst starten van het elektrogereedschap onmogelijk
maakt, bevindt zich in het midden:
• In deze positie kan het elektrogereedschap niet ingeschakeld
worden.
• In deze positie kunnen de schroefbits uitgewisseld worden.
• Voordat het toestel aan te zetten, controleer of de draairichting
schakelaar (5) in de juiste positie zich bevindt.
Het is verboden om de draairichting tijdens het draaien van
de spil van het elektrogereedschap te wijzigen.
Het langdurig boren bij laag toerental van de spil kan
oververhitting van de motor veroorzaken. Neem regelmatig
pauzes bij het werk of laat het toestel voor ca. 3 minuten op
het maximale toerental zonder belasting werken.
HOUVAST
Het elektrogereedschap is voorzien van een handig houvast (6)
waarop het bv. op een gereedschapsriem kan worden gehangen.
BEDIENING EN ONDERHOUD
ONDERHOUD EN OPSLAG
• Het is aangeraden om het toestel direct na elk gebruik te
reinigen.
• Gebruik geen water of andere vloeistoffen voor reiniging.
• Het elektrogereedschap, de accu en oplader dienen met
gebruik van een droog doekje of zacht perslucht gereinigd te
worden.
• Gebruik geen reinigingsmiddelen noch oplosmiddelen zodat
de kunststof onderdelen niet beschadigd raken.
• Reinig regelmatig de ventilatieopeningen in de behuizing van
de motor, zodat het toestel niet oververhit raakt.
• Bij te grote vonkproductie op de commutator dient de controle
van de staat van de koolborstels door een vakbekwame
medewerker uitgevoerd te worden.
• Bewaar het elektrogereedschap altijd op een droge plek en
buiten bereik van kinderen.
• Bewaar het toestel met de verwijderde accu.
Allerlei soorten van stoornissen dienen door een geautoriseerde
servicedienst van de producent verwijderd te worden.
89
de
extra
adapter
voor
loading