GEBRUIKSINSTRUCTIES VOOR MODEL BSD-NFRU EN BSDL-NFRU BALANCERS VOOR INTENSIEF GEBRUIK
LEES DEZE HANDLEIDING GRONDIG VOOR VOOR U DE BALANCER IN GEBRUIK NEEMT.
DE WERKGEVER IS VERANTWOORDELIJK VOOR HET DOORGEVEN VAN DE INFORMATIE
HET NIET OPVOLGEN VAN ONDERSTAANDE WAARSCHUWINGEN KAN LETSEL TOT GEVOLG HEBBEN.
BEDOELD GEBRUIK
•
De balancers voor intensief gebruik BSD-NFRU en BSDL-NFRU zijn
bedoeld als tegengewicht voor het gewicht van krachtgereedschappen.
•
Ingersoll Rand kan niet aansprakelijk worden gesteld voor klanten
die deze balancers gebruiken voor andere toepassingen en waarvoor
Ingesoll Rand niet werd geraadpleegd.
INSTALLATIE VAN DE BALANCER
•
Deze balancers moeten altijd worden bediend, nagekeken en
onderhouden overeenkomstig de wettelijke reglementeringen (lokaal,
regionaal, federaal en landelijk) van toepassing voor handgereedschap,
handbediend krachtgereedschap en balancers.
•
Berekening van de totale draagbelasting van de balancer: uitrusting,
hulpmiddelen en de pijpdelen of kabels die door de balancer worden
opgetild. De volledige last die in evenwicht moet worden gebracht
mag niet hoger zijn dat de totale draagcapaciteit van de balancer. (Zie
draagvermogen balancer vermeld bij de specificaties).
•
Voor de beste prestaties moet de balancer met haak 23 worden
opgehangen op een hoogte waarbij het centrale deel van kabelsectie 15
kan worden gebruikt.
•
De balancer kan op een vast punt op op een overhangend systeem
worden opgehangen dat perfect horizontaal is.
•
Om abnormale slijtage te voorkomen moet de balancer altijd vrij kunnen
draaien en moet kabel 15 gelijklopen ook wanneer de last niet in een
verticale lijn staat met de balancer.
•
Maak de S-haak met een losse kabel vast aan een geschikt steunpunt met
een maximale vrije uitloop van 100 mm (zie afb. 1). De balancer moet vrij
kunnen draaien.
•
Indien schroefbevestigingsmiddelen worden gebruikt om de balancer
vast te maken moeten zelfverankerende systemen en/of splitpennen
worden gebruikt.
•
Terwijl knop 1 in werkstand staat (zie afb. 3a) hangt u de last aan de
onderste haak.
•
Smeer de balancers niet in met ontvlambare of vluchtige vloeistoffen
zoals kerosine, diesel of vliegtuigbrandstof.
•
Verwijder nooit etiketten. Vervang beschadigde etiketten.
•
Raadpleeg de instelinstructies in deze handleiding.
GEBRUIK VAN DE BALANCER
•
Zodra de balancer met last is geïnstalleerd, moet u controleren of de
werkomstandigheden correct zijn (of de balancer vlot kan bewegen met
een minimum aan inspanning).
•
Voor een correct en veilig gebruik moet de staat van de
bovenbevestigingen 23 of S (bij gebruik van schroeven) of de staat van
de zelfverankeringssystemen en/of splitpennen regelmatig worden
gecontroleerd.
•
Controleer de onderdelen onder spanning (haak, kabel, ophangelementen
van de balancer en verbindingen naar het gereedschap) regelmatig. Kijk
na of deze nog veilig zijn en niet zijn verzwakt door slijtage.
Maak de balancer nooit los terwijl de kabel is uitgetrokken of niet aan
de last is bevestigd. De kabel kan op een oncontroleerbare snelheid
worden opgerold, waardoor gevaar op verwondingen ontstaat.
Deze balancer mag niet door onbevoegde personen worden gedemonteerd. Dit is gevaarlijk.
De balansveer, het veerhuis en de centrifugale veiligheidsschijf worden alleen als geheel geleverd (13).
Voor alle communicatie wendt u zich tot de dichtstbijzijnde
Ingersoll Rand vestiging of dealer.
© Ingersoll Rand Company 2008
Printed in Italy
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE INGESLOTEN.
UIT DEZE HANDLEIDING AAN DE OPERATOREN.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Wanneer de balancer niet werkt (bijvoorbeeld wanneer deze wordt
verplaatst of is weggeborgen) moet kabel 15 helemaal in de balancer zijn
opgerold, met de rubberen stop 55 helemaal tegen geleider 29.
AFSTELLINGEN
•
Om de capaciteit te verhogen, draait u de regelschroef 44 (51) in wijzerzin.
•
Om de capaciteit te verlagen, draait u de regelschroef 44 (51) tegen wijzerzin.
•
Nadat u de last hebt bijgesteld, controleert u of kabel 15 over de
volledige lengte kan worden uitgetrokken en niet wordt begrensd door
een volledig opgespannen veer 14.
•
Zodra de balancer met last is geïnstalleerd, moet u controleren of de
werkomstandigheden normaal zijn (of de balancer beweegt met een
minimum aan inspanning). Tijdens deze handeling mag de kabel niet
volledig worden ontrold. Hij moet minstens 50 mm voor de ondergrens
van de uitslaglengte stoppen. Pas indien nodig de klem 32-32 (32-34) aan
om de bovenwaartse slag te begrenzen. (Afb. 8).
•
Draai aan knop 1 om de last op de gewenste hoogte te verankeren.
Optie sturing van op de grond
•
Voor op de grond gestuurde versies bedient u de greep 50 (afb. 2) door
de rode zijde omlaag te trekken om de last op de gewenste hoogte te
verankeren. Om de balancer de vrije loop te laten trekt u aan de groene zijde.
•
Opmerking: Knop 1 of cam 50 moet op het einde van de loop stabiel zijn.
Maak de balancer nooit los terwijl de kabel is uitgetrokken of niet aan
de last is bevestigd. De kabel kan op een oncontroleerbare snelheid
worden opgerold, waardoor gevaar op verwondingen ontstaat.
•
Centrifugale gewichten op de stalen stop in de balancer bij
overversnelling (afb. 4).
•
Verankeringsapparaat als valbeveiliging van de last na breuk van
hoofdveer 14 (bij modellen BSD-NFRU 20, 60, 70 en 100 en BSDL-
NFRU 20, 35, 45 en 100, . . . (Afb. 7), modellen BSD-NFRU 120, 180 en
BSDL-NFRU 115, 180 (Afb. 9b)).
•
Afstellingen voor een onvoldoende last kunnen er eveneens voor
zorgen dat dit mechanisme wordt geactiveerd, waardoor drum 14
wordt gestopt op een hoger deel van de slag: dit wordt aangegeven
door schroef 44 die ongeveer 4 mm uitsteekt (Afb. 7).
Om dit probleem te voorkomen:
1) Verhoogt u de last op de balancer (door schroef 44 (51) in
wijzerzin open te draaien).
2a) Draait u borgpen 9 (afb. 5a, b, c) (Modellen BSD-NFRU 20, 60 en
BSDL-NFRU 20, 35).
2b) Draait u cam 5 (afb. 5) (Modellen BSD-NFRU 70, 100, 120, 180 en
BSDL-NFRU 45, 100, 115, 180).
3) Begrenst u de slag tot het minimum door klem 32-32 (32-34)
naar omhoog te verplaatsen.
Indien de het stoppen van de drum niet tegengaat, moet
u de balancer vervangen door een balancer met een lager
draagvermogen.
WAARSCHUWING
OPMERKING
Form MHD56443
Edition 1
10-2008
CCN: 45900958
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
NL