NL
CARBURATEUR AFSTELLEN
1. Rijd de gazonmaaier naar buiten en start de motor. Wacht tot de motor
op bedrijfstemperatuur gekomen is.
2. Plaats de gashendel in de stand "LANGZAAM"
3. Schroef de mengselschroef [1] iets in of uit tot het hoogste stationaire
toerental wordt bereikt.Normaal is de juiste afstelling ongeveer 1 slag uit vanaf volledig
ingedraaid.
4. Wanneer u dit heeft ingesteld, moet de gasklepbout zover worden versteld, dat de motor
stationair draait [2].
Normaal toerental stationair: 2000 ± 150 Owm/min
VOORZICHTIG:
• Indien u niet over de benodigde kennis en/of uitrusting beschikt, raden wij u aan deze
afstelling door uw Honda dealer uit te laten voeren.
SPELING AAN DE VEILIGHEIDSHENDEL ROTOSTOP
Houd de gele knop [2] ingedrukt en beweeg de hefboom [3] heen en weer. De
speling [1] mag niet groter zijn dan 20 en 30 mm.
Nastellen:
1. De stelmoeren [4] met een sleutel van 10 mm losdraaien.
2. De moeren [4] naar boven of naar beneden draaien al naar gelang de situatie.
3. Draai de moeren vast en kontroleer de speling.
4. De motor buiten starten en de koppelingshefboom van het mes inschakelen. Kontroleer of
het mes draait wanneer u de koppelingshefboom inknijpt en stopt wanneer u hem loslaat. Is
dit niet het geval al heeft u de kabelspeling opgenomen, dan kan er sprake zijn van een
defect. Breng uw machine dus naar uw Honda dealer voor inspektie.
E
REGLAJE DEL CARBURADOR
1. Poner el motor en marcha en el exterior y esperar que alcance su
temperatura normal de funcionamiento.
2. Colocar el mando de gases en posición "LENTO"
3. Girar el tornillo piloto [1] hacia el interior o hacia el exterior hasta el
ajuste que produzca la rotación más alta en el mínimo. A menudo, el
ajuste correcto es de aproximadamente 1 vuelta hacia el exterior a partir de la posición
cerrada completa.
4. Después de haber ajustado correctamente el tornillo piloto, girar el tornillo de parada de
gases [2] para obtener la velocidad normal en mínimo.
Velocidad normal en mínimo: 2000 ± 150 rev/min
PRECAUCIÓN:
• Si usted no tiene la habilidad suficiente o no dispone de las herramientas necesarias le
recomendamos se dirija a su distribuidor Honda para su ajuste.
HOLGURA EN LA PALANCA DE SEGURIDAD ROTOSTOP
Medir la holgura [3] en el extremo de la palanca [4], manteniendo pulsado el botón amarillo [5].
La holgura debe estar comprendida entre 5 y 10 mm.
Si es necesario:
1. Aflojar las tuercas de bloqueo [6] con una llave de 10 mm.
2. Desplazar las tuercas [6] hacia arriba o hacia abajo según se necesite.
3. Volver a apretar las tuercas y a comprobar la holgura.
4. Arrancar el motor fuera y acoplar la palanca de embrague de cuchilla.
Comprobar que ésta se pone en movimiento cuando se empuja la palanca,
y se detiene rápidamente cuando se la suelta. Si, siendo correcto el reglaje del cable, la
cuchilla no se pone en movimiento o no se detiene cuando debiera, es posible que sea
necesaria una reparación. Consultar con un concesionario autorizado Honda.
ONDERHOUD
.
VEILIGHEID
MANTENIMIENTO
.
SEGURIDAD
C1 C12
C16
VEILIGHEID
C1 C12
C16
SEGURIDAD
55